Spring naar inhoud

Rijk Gods; 2 Kor 5,6-10; Mc 4,26-34

14 juni 2015

Jezus vertelt ons dat het Rijk Gods is als een zaaier. Hij gaat het land op om te zaaien en daarna moet hij afwachten. De vruchtbare aarde doet haar werk en brengt vruchten voort. Het Rijk Gods is ook als een mosterdzaadje. Het begint heel klein en groeit uit tot een flinke boom. Het Rijk Gods is een geleidelijk iets. Het moet groeien. Het Rijk Gods is niet iets dat er plotseling – pats boem – is. Het is niet zo dat wij bij ons overlijden plotseling in een totaal andere wereld terecht komen, in een wereld die in niets lijkt op onze tijdelijke bestaan hier op aarde.

Het eeuwig leven maakt deel uit van het Rijk Gods, maar het Rijk Gods omvat meer. Het is iets dat al in ons aardse bestaan aan het groeien is en soms zichtbaar wordt – soms heel even – op die momenten van intens geluk. Het Rijk Gods maakt deel uit van de reële werkelijkheid van ons aardse bestaan. Zo kunnen wij ook onze eigen bijdrage leveren aan het Rijk Gods. Het Rijk Gods is niet alleen een gave, niet alleen een geschenk van Gods liefde voor ons. Het Rijk Gods is ook een opgave. Van ons wordt gevraagd dat wij daadwerkelijk bijdragen aan de komst van het Rijk Gods.

Het Rijk Gods heeft te maken met hoe wij ons als mens ontwikkelen. Wij willen allemaal goed en gelukkige mensen worden. Zo komen wij tot onze bestemming. Wij zijn geschapen voor het geluk. Deze volmaaktheid zullen we pas bereiken in God, in het eeuwig leven. In ons opgaan in God, in zijn volmaakte liefde en geluk ligt onze bestemming. In onze aardse leven groeien we daar naar toe. Nu al mogen wij ons in Jezus Christus verenigen met God. We doen dat niet als individuele mensen, maar als mensen die deel uit maken van de gemeenschap, in verbondenheid met elkaar. In relatie met onze medemens komen wij tot onze volle ontplooiing. Alleen in relatie met anderen worden wij volledig mens. Als wij ons niet met onze medemens willen verbinden en niet solidair zijn met elkaar, gaan wij ook geen relatie met Christus aan en verenigen wij ons niet met God. Sterker nog dan nemen wij juist afstand van God en van zijn liefde voor ons.

Paulus schrijft dat wij niet in ons lichaam moeten blijven. Als wij in ons lichaam blijven, zijn we alleen gericht op onze individuele lichamelijke genoegens. Een dergelijke zelfgerichtheid sluit de medemens buiten of maakt hem tot een object om ons eigen genoegen te realiseren. Als wij verhuizen naar buiten ons lichaam, richten wij ons op het geluk van de ander. Op die wijze gaan mensen relaties met elkaar aan, zijn zij solidair met elkaar en houden zij van elkaar. In die relaties tussen mensen, in die solidariteit en liefde is Jezus aanwezig. Dat zijn de momenten waarop wij daadwerkelijk bouwen aan het Rijk Gods. Hier vinden wij ook die momenten van intens geluk, waarin wij raken aan het Rijk Gods en er even van kunnen proeven.

Als wij dan ooit voor Christus’ rechterstoel verschijnen, zal Hij tot ons zeggen wat wij in Matteüs 25 kunnen lezen: “Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld. Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven…” Amen.

From → Preken

One Comment
  1. Hans van Duuren , Berkel permalink

    mooi stukje Pier, bedankt hiervoor , spreekt mij erg aan
    mijn zus in Zwitserland volgt je ook, nadat ik haar op jou blog attent had gemaakt
    je leest het goed, je bent internationaal bekend :))

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s