Spring naar inhoud

Tempelreiniging; Ex 20,1-17; 1 Kor 1,22-25; Joh 2,13-25

3 maart 2024

Vandaag drie lezingen die bewust bij elkaar zijn geplaatst, maar waarbij we wel moeten zoeken naar het verband ertussen. We horen in de eerste lezing hoe God ons de tien geboden geeft. Paulus schrijft dat wij tegen alle aardse logica in de gekruisigde Christus verkondigen. En Jezus laat ons direct aan het begin van zijn openbare leven zien waar Hij voor staat. In het Evangelie volgens Johannes volgt de tempelreiniging direct na de bruiloft van Kana.

De eerste lezing heeft een groot “Gij zult…”-gehalte. Dit moet wel en dat mag niet. Dat is lekker duidelijk. Veel mensen houden van duidelijkheid. Dan weet je waar je aan toe bent. In het Evangelie is helemaal geen sprake van geboden en verboden, maar toch is hier in het geheel geen sprake van onduidelijkheid. Duidelijkheid zit hier niet in de regelgeving, maar in de houding van Jezus.

Bij het optreden van Jezus herinneren de leerlingen zich de tekst: “de ijver voor Uw huis zal mij verteren”. Die opmerking staat er wat plompverloren. Zo maar een losse gedachte te midden van het verhaal over wat er allemaal gebeurt. Maar meer dan met het vertellen van de feiten geeft Johannes met deze opmerking aan welke indruk dit gebeuren op de leerlingen heeft gemaakt. Die indruk laat niets te raden over. Het verhaal staat bij Johannes aan het begin van het Evangelie. De leerlingen hebben Jezus nog maar pas leren kennen en dan maken ze dit mee. Ze zijn diep onder de indruk van de ijver, de passie, de inzet van Jezus. Hoe enorm groot is zijn liefde voor God en voor de zaken van God.

Hier gaat het om de tempel in Jeruzalem, maar het huis van God, het huis van de Vader omvat zoveel meer. Zonder moeite gebruikt Jezus het woord tempel ook om zijn eigen lichaam aan te duiden. Het huis van de Vader dat is ook ons lichaam en dat is ook onze aarde. Het huis van de Vader omvat de hele mensheid en de hele schepping. Met dit verhaal wordt ons de vraag gesteld: hoe gaan wij hiermee om? Verkopen wij ons lichaam, verkopen wij mensen en onze aarde voor geld of zien we al deze huizen van de Vader als kostbaar geschenken die ons uit liefde zijn gegeven?

Voor Jezus is het volstrekt duidelijk: Hij leeft vanuit de liefde, de liefde voor God, de liefde voor de medemens en de liefde voor de schepping. Alles is ondergeschikt aan die liefde, zelfs zijn eigen leven. Zonder die liefde kan Hij niet leven. Die liefde is groter dan het leven zelf. Het is een liefde die over de grenzen van de dood heen gaat. De duidelijkheid die Jezus ons geeft, is de duidelijkheid van de liefde. Uit eigen ervaring weten we dat liefde zich niet aan banden laat leggen. De liefde wordt niet gestuurd door regels, geboden en verboden. De liefde laat zich ook niet sturen door de logica. De liefde kent haar geheel eigen wegen. De liefde stelt mensen in staat zichzelf op te offeren. In de gekruisigde Christus verkondigen wij de liefde, de liefde die tegen alle aardse logica in gaat.

De liefde maakt ons vrij en daarmee ook verantwoordelijk. Wij kunnen ons niet verstoppen achter regeltjes en wetten. We moeten zelf een oordeel vormen over goed en kwaad. Regeltjes en wetten zijn daarbij hulpmiddelen, richtlijnen. Jezus geeft ons slechts één gebod, het dubbelgebod van de liefde: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand en geheel uw kracht. En gij zult uw naaste beminnen als uzelf.” (Mc 12,30-31) Dit gebod is zichtbaar geworden in het leven, lijden en sterven van Jezus. Hij heeft ons de liefde geopenbaard.

Meer dan regels en geboden leidt de liefde ons tot een deugdelijk leven, tot een goed en gelukkig leven. De Veertigdagentijd is een tijd van bezinning en soberheid. Het is een tijd bij uitstek om ons te oefenen in daden van liefde, te oefenen in een deugdelijk, een goed en gelukkig leven. Bidden we vandaag dat deze Veertigdagentijd vrucht mag dragen in ieder van ons. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie