Leiderschap

Onze menselijke samenleving kan niet zonder structuur en organisatie. Samenleven in gemeenschap vraagt om verdeling van taken. Van ons wordt gevraagd onze talenten in te zetten voor het algemeen welzijn. Ieder van ons dient zo goed mogelijk de rol te vervullen waarmee hij belast is. Een van mogelijke de verantwoordelijkheden is het geven van leiding.
Bijbels leiderschap
In het Oude Testament moet de koning van Israël Gods heerschappij en heilsplan voor de wereld zichtbaar maken. De koning moet zich opstellen als de verdediger van de armen en aan het volk rechtvaardigheid garanderen.
Als leerlingen met elkaar twisten over de vraag wie onder hen de grootste is, leert Jezus hen dat zij de laatste van allen en de dienaar van allen moeten worden (Mc 9,33-35). Na de voetwassing zegt Hij: “Maar als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen, dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen.” (Joh 13,14) Van zichzelf zegt Hij, dat “de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen” (Mt 20,28).
Dienend leiderschap
Christelijk leiderschap is dienend leiderschap. Het is een rol die je gegeven wordt; het is geen persoonlijk eigendom. De leider is er niet voor zichzelf maar voor de ander; bij de ander ligt zijn verantwoordelijkheid. Het uitoefenen van macht is een instrument dat alleen dan aan de orde is als alle andere mogelijkheden niet werken. Leiding geven is primair een kwestie van gezag hebben; dat wil zeggen: gezag dat je gegeven wordt. Door te overtuigen en te motiveren zal de leider de gestelde doelen zien te realiseren. Het gaat niet om overheersing, maar om dienstbaarheid: macht behoort alleen God toe.
Menselijke waardigheid en subsidiariteit zijn twee pijlers van de sociale leer van de Kerk. Beide zijn ook hier van belang. Dienend leiderschap heeft respect voor iedere mens, voor zijn waardigheid als kind van God. Een mens is nooit een middel, maar altijd een doel. Het principe van de subsidiariteit leert ons dat we dat wat iemand zelf kan regelen, niet aan hem voorschrijven. Delegatie houdt in dat een taak en een verantwoordelijkheid wordt gegeven. De wijze van uitvoering ervan is aan de uitvoerder. Deze heeft zich daarbij te houden aan mogelijke randvoorwaarden en geldende normen.
Christelijk leiderschap vraagt om voortdurende zelfreflectie op de eigen motivatie en op de persoonlijke effectiviteit. De Bijbel geeft hiervoor de gouden regel: “Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet.” (Tob 4,15) Jezus formuleert deze positief: “Alles wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen.” (Mt 7,12)