Spring naar inhoud

Groot in het kleine

6 oktober 2013

We vieren het jaar van het geloof. Een jaar waarin ook wij bidden om meer geloof. De apostelen geloven in Jezus, maar zij willen meer. Vanuit hun geloof in Jezus vragen zij Hem: “Geef ons meer geloof.” Het antwoord dat Jezus zijn leerlingen geeft, vraagt enig nadenken. Wat wil Jezus hiermee tegen apostelen, en ook tegen ons zeggen?

Het eerste deel van het antwoord gaat in op de aard van de vraag. Wat bedoelen de apostelen met ‘meer geloof’. Zij vragen Jezus om geloof dat bergen kan verzetten. Zij vragen om geloof waarmee zij grote daden en wonderen kunnen verrichten. Zo’n geloof dat zou de mensen overtuigen. Met een dergelijk geloof zouden zij de aanvallen op Jezus kunnen pareren. Dan zouden ze met hun daden een weerwoord hebben op de aantijgingen richting Jezus en zijn volgelingen. Wie van ons droomt niet zo nu en dan van een dergelijk geloof. Juist in deze tijd waarin het geloof niet als een rijkdom maar als een teken van armoede en achterstand wordt gezien, zouden wij graag over een geloof beschikken dat bergen kan verzetten. Dan zouden we ze eens een poepje laten ruiken.

Het antwoord van Jezus is, dat het niet gaat om de grootte van het geloof. Een geloof zo groot als een mosterdzaadje is groot genoeg. Een mosterdzaadje is nog geen millimeter in doorsnee. Het is echt helemaal niks. Zo’n klein geloof is in staat bergen te verzetten. Hier gebruikt Jezus niet het beeld van een berg, maar van de moerbeiboom: een boom met een enorm uitgebreid wortelstelsel. In feite zegt Jezus tegen de apostelen en ook tegen ons: Jullie hebben genoeg geloof maar onvoldoende zelfvertrouwen. Niemand van jullie durft te geloven dat de moerbeiboom daadwerkelijk zal doen wat je zegt. Het gaat niet om de omvang van het geloof maar om de intensiteit. Welke plaats durven wij het geloof in ons leven te geven.

Het tweede deel van het antwoord van Jezus gaat over de noodzaak van het verzetten van bergen met je geloof, over de noodzaak van het doen van wonderen. Vorige week ging het Evangelie over de arme Lazarus en de rijke man. Die lezing eindigde met: “Als ze naar Mozes en de profeten niet luisteren, zullen ze zich ook niet laten overreden als er iemand uit de doden opstaat.” De rijke man vraagt om grote daden en wonderen om zijn nog levende broers ervan te overtuigen dat ze een beter leven moeten leiden. Hij krijgt als antwoord dat dat niet zal werken. De mensen moeten zichzelf openstellen voor het woord en de liefde van God.

Nu geeft Jezus een soortgelijk antwoord. Je moet gewoon de dingen doen die van je gevraagd worden. Daarvoor word je op een fatsoenlijke manier beloond. Dit geldt voor de knecht in dienst van zijn heer. Dit geldt ook voor ons in relatie met God. Juist in de gewone dingen, juist in ons dagelijks leven moet ons geloof zichtbaar worden. Jezus zelf geeft ons het voorbeeld. Hij laat ons zien hoe wij goed kunnen leven. Hij laat ons zien hoe Hij van zijn Vader houdt en zijn Vader van Hem. Hij laat ons zien hoe Hij die liefde deelt met alle mensen. Het is de liefde voor God en voor de mensen waarin ons geloof zichtbaar wordt.

God roept ons niet met macht en majesteit, niet met wonderen. Hij roept ons in de stilte van ons hart, in de liefde tussen mensen. Zo moet dat ook zijn met ons geloof. Het vraagt niet om het doen van wonderen en grote daden. Ons geloof moet zichtbaar worden in onze liefde en dienstbaarheid voor de medemens. Daarin kunnen wij groot zijn. Juist in het kleine moeten wij onze grootheid zoeken. Wij zijn maar gewone knechten, maar miezerige mannetjes en vrouwtjes. Vele heiligen, zoals bijvoorbeeld Franciscus van Assisi zijn deze weg gegaan.

Als wij bidden om meer geloof, moeten wij vooral vragen dat ons geloof een grotere plaats in ons leven mag krijgen, dat wij veel meer en met grotere intensiteit leven vanuit ons geloof, dat wij werkelijk de liefde voor God en voor onze medemens de centrale plaats in ons leven geven. Het gaat niet om onze eigen grootheid, maar om de grootheid van God en de naaste. Hen moeten wij dienen en liefhebben. Toen Jezus op de avond voor zijn lijden en sterven tot zijn Vader bad, zei Hij: “Niet mijn wil, maar uw wil geschiede.” Hij werd het meest miezerige mannetje van ons allen en stierf aan het kruis. En juist hierin werd de grootheid van zijn liefde voor ons zichtbaar. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s