Spring naar inhoud

De werkelijkheid van Jezus Christus; Joh 11,1-45

6 april 2014

Als Jezus en Marta elkaar ontmoeten, zegt Jezus: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof in Mij, zal in eeuwigheid niet sterven.” Jezus klinkt hier erg overtuigd en zeker van het eeuwig leven. Sterker nog: Hijzelf is het eeuwig leven en Hij geeft het eeuwig leven aan allen die in Hem geloven.

Ondanks deze overtuiging lezen we iets verderop, dat Jezus diep ontroerd is door de dood van zijn vriend Lazarus: Hij weent en tot tweemaal toe is er sprake van een huivering. De dood van zijn vriend gaat Hem bepaald niet in zijn koude kleren zitten. Het is een opvallende tegenstelling. Waarom raakt iemand zo ontroerd bij de dood van zijn vriend terwijl hij zeker weet dat deze weer tot leven zal komen. In het begin van het verhaal zegt Jezus: “Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods erdoor verheerlijkt moge worden.” Jezus weet precies wat er zal gebeuren en toch is Hij diep ontroerd.

Misschien zien we hierin Jezus wel het meest duidelijk zoals Hij werkelijk is: de Zoon van God én de zoon van Maria, God en mens tegelijkertijd. Enerzijds heeft Hij de goddelijke kennis van het eeuwig leven en anderzijds de diep menselijke emoties bij leven en dood. Zo leeft Hij in twee werelden die niet los van elkaar staan, maar innig en direct met elkaar verbonden zijn: het hemelse en het aardse leven.

Wat we hier nadrukkelijk bij Jezus zien, is ook onze werkelijkheid. Ook wij mensen hebben hiermee te maken. Enerzijds is er de waarheid van ons aardse bestaan, de waarheid van onze concrete waarnemingen met onze zintuigen, de waarheid van ons horen en zien, ons ruiken en voelen. Dit is de werkelijkheid van zwart is zwart en wit is wit. Dit is ook de werkelijkheid van dood is dood. Dit is de waarheid van ons biologisch bestaan: de waarheid zoals ook de dieren die kennen. Maar naast deze biologische en materiële werkelijkheid kennen wij ook de werkelijkheid van onze diep menselijke ervaringen die te maken hebben met liefde en verbondenheid, met aanwezigheid en communicatie, met vertrouwen, hoop en geloof. Ook deze geestelijke werkelijkheid maakt wezenlijk deel uit van ons bestaan.

Wij mensen leven in een wereld die enerzijds heel concreet is, maar die dat anderzijds niet is, niet zintuiglijk waarneembaar is. Zo hebben wij te maken met twee soorten van waarheid. De concrete waarheid van onze zintuigen en de geestelijke waarheid van onze ervaringen. De waarheid van onze zintuigen behoort tot hetzelfde gebied als de waarheid van de wetenschap; de geestelijke waarheid tot gebied van de waarheid van het geloof. Het zijn twee verschillende domeinen van waarheid, die niet los van elkaar staan, maar ook niet met elkaar verward moeten worden. We moeten geen geloofsuitspraken doen over wetenschappelijke zaken en ook geen wetenschappelijke uitspraken over geloofszaken.

In Jezus wordt duidelijk hoe beide werelden met elkaar verbonden zijn. Hij is God en mens tegelijkertijd. Als God is Hij het leven en de verrijzenis. Hij is de oorsprong van alles, in Hem is alles geschapen. Deze oorsprong, dit Woord is vlees geworden: God is mens geworden. Op deze wijze is Hij voor ons: ‘de weg, de waarheid en het leven’. In Hem vinden wij de waarheid en Hij laat ons zien hoe wij in waarheid kunnen leven. Hij laat ons zien hoe wij kunnen leven in liefde en geloof.

Als Jezus voorstelt weer naar Judea te gaan, zegt Hij: “Heeft de dag geen twaalf uren? Overdag kan iemand gaan, zonder zich te stoten, omdat hij het licht van deze wereld ziet. Maar gaat iemand ’s nachts dan stoot hij zich, omdat het licht niet in hem is.” Hiermee geeft Jezus aan dat het ook voor ons mogelijk is in beide werkelijkheden te leven. Als wij ons met Hem verbinden, is Hij ons licht en dragen wij het licht in ons. Als wij in Hem geloven, zien wij alsof het dag is: wij zullen niet struikelen en leven in waarheid. Als wij ons echter van Hem afwenden, verkeren wij in het duister en zijn wij onderworpen aan het kwaad van deze wereld.

Wij zijn op weg naar Pasen. De komende weken zien wij hoe Jezus zijn weg gaat, een weg die door lijden en dood voert tot opstaan en verrijzenis. Het is zijn weg van een leven in liefde en geloof. Zijn weg van dood en verrijzenis is onze weg ten leven. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie