Weest waakzaam! Js 2,1-5; Rom 13,11-14; Mt 24,37-44

Twee weken geleden hoorden we Jezus spreken over de vernietiging van de tempel. Vandaag horen we het vervolg van het onderricht dat Jezus aan zijn leerlingen geeft. Toen lazen we de versie van Lucas. Vandaag horen het vervolg uit het Evangelie volgens Matteüs. Ook nu is de taal van Jezus onheilspellend. Daar word je niet vrolijk van. Ook nu doet het beeld dat Jezus ons schetst, denken aan de realiteit van vandaag.
Ik denk daarbij aan de opwarming van de aarde. Ondanks alle onheilspellende berichten en demonstraties zoals gistermiddag op de A12 doen velen alsof er niets aan de hand is. Ook nu gaan mensen gewoon door met eten en drinken, gaan zij relaties met elkaar aan en krijgen kinderen. Ook nu lijkt het alsof ze niet in de gaten hebben wat hen te wachten staat.
Jezus schetst ons hier geen rooskleurig beeld van de toekomst. Hij schetst een grote verdeeldheid onder de mensen. Gelovigen en ongelovigen worden van elkaar gescheiden. “Dan zullen er twee op de akker zijn de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten.”
Hoe onheilspellend de taal van Jezus ook is, uiteindelijk gaat het om de komst van de Mensenzoon. Dat is zeker geen onheilspellende gebeurtenis. In tegendeel dit is een vreugdevolle aangelegenheid. Deze vreugde zien we ook bij Jesaja en bij Paulus. Zij schrijven over de komst van het heil. Het gaat hier niet over een dief die onverwacht ons huis binnendringt. Denk eerder aan een kind dat plotseling onverwacht thuiskomt.
Het doet mij denken aan mijn studententijd in Groningen. Met enige regelmaat kwam ik plotseling bij mijn ouders thuis. Een paar keer was het voorgekomen, dat ik een dag later kwam dan mijn ouders verwachtten en zij daardoor ongerust waren geworden. Ook toen waren jongeren niet echt voorspelbaar in hun gedrag. Voor de duidelijkheid mobiele telefoons bestonden toen nog niet. Om te voorkomen dat ze ongerust zouden worden, vertelde ik niet meer wanneer ik zou komen en dus liep ik totaal onverwacht plotseling naar binnen in het grootste vertrouwen dat ik welkom was en dat er ruimte voor mij was.
Ook Jezus vertelt ons niet wanneer Hij komt. Plotseling klopt Hij bij ons aan en verwacht Hij een welkom onthaal. Zijn wij dan net zo gastvrij als liefdevolle ouders voor hun kinderen? Of hebben we dan geen tijd omdat we net zitten te eten? Of we zijn druk met andere beslommeringen? Kortom zijn wij daar klaar voor? Zijn wij klaar voor de komst van de Heer?
“Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt.” Er is natuurlijk niets mis met eten en drinken, met relaties aangaan en kinderen krijgen. Er is ook niets mis met aandacht hebben voor allerlei beslommeringen. Maar daarnaast moeten we ook waakzaam zijn. Hoe belangrijk aardse zaken ook zijn, zij mogen ons nooit geheel in beslag nemen. Hoe belangrijk de dingen van vandaag ook zijn, er moet ook altijd ruimte blijven voor de toekomst.
Als wij oog hebben voor de wereld om ons heen en oog hebben voor de tekenen van onze tijd zal de toekomst zich helemaal niet zo onverwacht voordoen, als we misschien wel denken. Meestal ontstaat een crisis alleen maar, omdat we de ogen sloten voor de ontwikkelingen die gaande waren. Noach was al een hele tijd bezig de ark te bouwen, maar de anderen namen dat signaal niet serieus. Eerder wijst Jezus zijn leerlingen op het uitbotten van de vijgenboom als een teken dat de zomer op komst is.
Paulus leert ons: “Gij weet dat het uur om uit de slaap te ontwaken reeds is aangebroken. (…) De nacht loopt ten einde, de dag breekt aan. (…) Bekleedt u met de Heer Jezus Christus en koestert geen zondige begeerten meer.” Als wij ons ontdoen van onze zelfgerichtheid, als wij ons richten op onze medemens, onze hoop op Jezus stellen, en ons leven verbinden met Hem hebben wij niets te vrezen. Amen.