Febe

Auteur: Paula Gooder
Titel: Febe: Een verhaal – Paulinisch christendom in narratieve vorm
Uitgever: Van Wijnen, 2020
Prijs: € 19,95
ISBN: 9789051945799
Aantal pagina’s: 350
Paulus schrijft in Rom 16,1-2: “Ik beveel u onze zuster Febe aan, diakones van de gemeente te Kenchréae. Ontvangt haar hartelijk zoals christenen past en staat haar bij in alle zaken waarin zij uw hulp nodig heeft. Zelf is zij voor velen, en met name ook voor mij, een echte beschermengel geweest.” Dit is alles wat we van Febe weten. Zij bezorgt de brief aan de Romeinen bij de christenen in Rome.
De anglicaanse theoloog Paula Gooder werkt dit gegeven uit tot een verhaal over het leven van Febe en over haar aanwezigheid in Rome bij de christelijke gemeenschap die daar in de tijd van het vroege christendom leeft. Deze historische roman is voorzien van een uitgebreide toelichting en verantwoording.
Het is een spannend en goed geschreven verhaal dat een beeld geeft van de eerste christenen en de thema’s die voor hen van belang waren. Gooder schrijft hierin over roeping, en over vergeving schenken en vergeving ontvangen. “Vergeving is in de praktijk een lange, slingerende weg. Het vraagt moed. Het vergt vastberadenheid. Het vereist dat je jezelf en anderen liefhebt.”
Het boek leent zich er goed voor om met een aantal mensen te lezen en te bespreken om op die manier meer zicht te krijgen op het leven van de eerste christenen. Hieronder zijn per hoofdstuk een aantal vragen geformuleerd om het gesprek richting te geven.
Inleiding (bladzijde 257 – 289)
- Wat wil Gooder met dit boek bereiken?
- Wat is het boek wel en niet?
- Wie was Febe?
- Hoe was de positie van de vrouw in de vroege Kerk en hoe ging Paulus hiermee om?
- Waarom schrijft Paulus deze brief aan de Romeinen?
- Wat is de situatie in Rome?
Hoofdstuk 1 – 4 (bladzijde 11 – 42) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 281 – 298)
- Hoe is de eerste reactie van de Romeinen op de brief van Paulus?
- Hoe reageert Febe?
- Wie zijn Prisca en Aquila?
- Wat is Febes beeld van Paulus?
- Wat is het probleem van de christenen uit het jodendom?
- Wat is ons beeld van Febe?
Hoofdstuk 5 (bladzijde 43 – 50) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 298 – 301)
- Wat ziet Febe als een gevaar van teveel vurigheid?
- Hoe wordt de rol van de vrouw gezien?
- Jezus is de Heer. Hoe ver kun je gaan de waarheid te verkondigen?
Hoofdstuk 6 (bladzijde 51 – 57) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 302 – 306)
- Waarom is Febe in Rome?
- Wanneer verwacht Febe Paulus?
- Wat weten we van de inzameling voor de christenen in Jeruzalem?
Hoofdstuk 7 – 12 (bladzijde 58 – 105) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 306 – 315)
- Het verhaal van Febe: feit of fictie?
- Hoe zien we de slavernij in het Romeinse Rijk?
- Hoe gebruikt Paulus het beeld van de adoptie?
- Waarom neemt men aanstoot aan de boodschap van Jezus?
- Wat brengt Febe tot bekering?
- Hoe beschrijft Gooder de eerste christenen?
Hoofdstuk 13 (bladzijde 106 – 113) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 315 – 317)
- Hoe wordt de zondag gevierd?
- Hoe wordt de apostel Johannes beschreven?
- Hoe werkt de Geest?
Hoofdstuk 14 (bladzijde 114 – 120) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 317 – 318)
- Waaruit bestaat het morgengebed?
- Mag Paulus de gevoelens van mensen negeren?
Hoofdstuk 15 (bladzijde 121 – 128) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 318 – 321)
- Wat gebeurt er ondertussen met Paulus?
Hoofdstuk 16 (bladzijde 129 – 136) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 321)
- Hoe reageert men op de boodschap over Paulus?
- Welke werkzaamheden neemt Febe op zich?
Hoofdstuk 17 (bladzijde 137 – 145) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 322)
- Wat houdt het in deel uit te maken van een gemeenschap?
- Wat was voor Febe de echte reden om naar Rome te gaan?
- Welke moeilijke stap moet Febe nemen?
Hoofdstuk 18 (bladzijde 146 – 153)
- Wat staat vergeving in de weg?
Hoofdstuk 19 (bladzijde 154 – 160) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 322 – 323)
- Waaruit blijkt de noodzaak van vergeving?
- Wat is de schaamteparadox?
Hoofdstuk 20 (bladzijde 161 – 167) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 323 – 325)
- Vergelden, vergeten of vergeven?
- Waarom monotheïsme?
- Wat zegt Petrus over vergeving ontvangen?
Hoofdstuk 21 (bladzijde 168 – 174) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 325 – 327)
- Hoe ging Petrus om met de verloochening van Jezus?
Hoofdstuk 22 (bladzijde 175 – 182) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 327)
- Hoe ziet Petrus de vergeving?
- Hoe reageert Febe op het verhaal van Petrus?
- Hoe reageert Titus?
Hoofdstuk 23 (bladzijde 183 – 190) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 328 – 330)
- Wat betekent het door de Doop tot een nieuw leven te komen?
- Wie moet er wel en niet geholpen worden?
- Hoe gaat Febe om met haar schuldgevoelens?
Hoofdstuk 24 (bladzijde 191 – 197) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 330 – 331)
- Hoe past Petrus de gelijkenissen van Jezus toe?
- Wat ontdekt Febe over de liefde?
Hoofdstuk 25 (bladzijde 198 – 205) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 331 – 335)
- Wat is het verschil tussen het klassieke Rome en het christendom?
Hoofdstuk 26 (bladzijde 206 – 212) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 336 – 337)
- Hoe moeten christenen met elkaar omgaan?
- Hoe moet een christen deelnemen aan het openbare leven?
Hoofdstuk 27 (bladzijde 213 – 219) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 337)
- Wat ziet Titus als zijn roeping?
Hoofdstuk 28 (bladzijde 220 – 227) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 337 – 338)
- Hoe legt Felix de woorden van Paulus uit en hoe reageert Febe daarop?
Hoofdstuk 29 (bladzijde 228 – 234) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 339 – 340)
- Hoe beschrijft Gooder Paulus?
Hoofdstuk 30 (bladzijde 235 – 241) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 341 – 344)
- Hoe om te gaan met schermutselingen?
- Hoe zit het met de reis van Paulus naar Spanje?
Hoofdstuk 31 (bladzijde 242 – 248) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 344 – 345)
- Wat betekent het diaken te zijn?
- Hoe ervaart Febe haar roeping?
Hoofdstuk 32 (bladzijde 249 – 253) en de bijbehorende toelichting (bladzijde 345 – 346)
- Hoe schetst Gooder zoals eerder de situatie?