Spring naar inhoud

Het Tomasmoment; Hnd 2,42-47; 1 Pt 1,3-9; Joh 20,19-31

16 april 2023

Jezus is verrezen. Hij leeft! Hij verschijnt aan de leerlingen. Langzaam dringt het tot hun door wat dit voor hen betekent. In de Paastijd lezen we over de ervaringen van de leerlingen met de verrezen Heer. Met Pasen lazen we hoe Johannes tot geloof kwam bij het zien van het lege graf. Vandaag lazen we het verhaal over Tomas. Volgende week lezen we over de Emmaüsgangers. We lezen hoe de leerlingen Jezus weer ontmoeten en wat dit met hen doet. Ieder heeft zijn eigen ervaring en zijn eigen wijze van reageren. Elders kunnen we lezen dat Petrus zegt: “Ik ga vissen.” (Joh 21,3) Petrus denkt dat hij het gewone leven weer op kan pakken. Dan volgt het verhaal van de wonderbare visvangst en zegt Jezus dat Petrus voortaan mensen zal vissen. Dan valt ook bij Petrus het kwartje.

In deze weken horen we in de eerste en tweede lezingen hoe het verhaal verder gaat. De teksten van de eerste lezingen zijn uit de Handelingen der Apostelen en die van de tweede lezing uit de eerste brief van Petrus. Hier lezen we over de eerste christenen, over de eerste jaren van de Kerk. Hoe komen mensen tot het geloof en wat doet dat met hun. Wat betekent het geloof voor hun manier van leven. We lezen: “Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk. (…) Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van hart…”

We lezen wat ze deden, maar we lezen ook met welke instelling ze het deden: eensgezindheid, trouwheid, blijdschap en eenvoud. Vanuit de brief van Petrus kunnen we hier het woord ‘hoop’ nog aan toevoegen. Uit de brief van Petrus wordt ook duidelijk dat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is: “Dan zult gij juichen, ook al hebt gij nu, als het zo moet zijn, voor een korte tijd te lijden onder allerlei beproevingen.” Het is juist deze instelling, deze mentaliteit van de eerste christenen die hun leven doet afwijken van het leven van de andere mensen. Het geloof in de verrezen Christus, het geloof in de oneindige barmhartigheid van God geeft hen hoop. Het geloof, samen met de hoop en de liefde maakt hen tot geheel nieuwe mensen.

En hoe zit dat bij ons? Zijn ook wij geheel nieuwe mensen door het geloof in Jezus? Ik vind dat altijd een lastige vraag. Hoe zou ik zijn als ik niet zou geloven? Maar ook: leef ik echt vanuit de hoop die het geloof ons biedt?

Zoals de meesten van u ben ik als pasgeborene gedoopt en vervolgens in een katholiek gezin opgegroeid. Ik ken geen ander leven dan dat van een gelovige en weet niet echt hoe het is om niet te geloven. Dat alles neemt niet weg dat geloven ook in mijn leven een groeiproces is. Een groeiproces met ook een duidelijk Tomasmoment. Een moment waarop er een nieuwe wereld opengaat, een moment waarop je tot het inzicht komt waarmee je weer verder kunt. Een inzicht dat je geloof verdiept en je leven ruimte geeft. Het is ook een moment van een duidelijke keuze. Je kiest de ene of de andere weg, de weg van het geloof of die van niet geloven.

Het was toen ik in Groningen scheikunde studeerde en mijn analytische vermogen sterk groeide. Dat had als keerzijde dat ik alles analyseerde en in systemen en modellen probeerde te proppen. Daar liep ik in vast. Het geloof dat mijn ouders mij hadden meegegeven, bood mij een uitweg. Toen ik in staat was het mysterie te aanvaarden en niet meer hoefde te begrijpen wat niet te begrijpen is, kon ik weer verder met mijn leven. Door de wetenschap was ik steviger op de weg van het geloof gezet.

Misschien komt het u bekend voor en heeft ook u een Tomasmoment meegemaakt. Het kan ook zijn dat u zich meer herkend in de ervaringen van Johannes of van de Emmaüsgangers. Misschien bent u meer van het type Petrus of zoals Paulus die van zijn paard viel en daarna het licht zag. Een gelovige maakt hoe dan ook een ontwikkeling door. Je kunt niet blijven steken in je kinderlijk geloof. Zonder je gelovige naïviteit te verliezen moet je groeien tot een volwassen geloof. Dat vraagt vooral met elkaar praten over je geloof. Geloven doe je niet alleen, geloven doe je samen. Ook de ontwikkeling van je geloof is een weg die je in gemeenschap bewandelt. Ook voor het doorgeven van het geloof is het geloofsgesprek belangrijk. Praat met je kinderen en kleinkinderen over weg die zelf afgelegd hebt. Dat zal hen helpen hun weg in het leven te vinden.

De missie van onze parochiefederatie luidt: “Wij willen vindplaatsen van christelijk geloof, hoop en liefde bieden en ondersteunen en zo als leerlingen van Jezus Christus in woord en daad het Evangelie leven.” Het geloofsgesprek is een van de manieren om deze missie concreet gestalte te geven. Amen.

Advertentie

From → Preken

One Comment
  1. peggy van ham permalink

    Ik ben blij dat ik rooms katholiek ben en in een gezin ben opgegroeid met een katholieke vader en moeder. Wat moet ik zonder mijn geloof. Ik dank God voor mijn ouders die ondanks de moeilijke tijd na de tweede wereldoorlog bij elkaar zijn gebleven en ons zeven kinderen hebben begeleid.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s