“God is liefde”; Ex 12,1-8.11-14; 1 Kor 11,23-26; Joh 13,1-15

De afgelopen weken hebben we veel uit het door Johannes geschreven Evangelie gelezen. Dit Evangelie Is anders dan de andere drie Evangeliën. Het heeft een geheel eigen plaats in de Bijbel. Johannes laat Jezus uitvoerig aan het woord. Niet zo zeer in de vorm van gelijkenissen, maar veel meer in gesprekken en lange redevoeringen. Dit is ook het geval tijdens het Laatste Avondmaal dat we vanavond gedenken. Johannes geeft ook een aantal bijzondere verhalen zoals we de afgelopen weken hebben gehoord: over de vrouw bij de put, over de blindgeborene en over de opstanding van Lazarus. verhalen met uitgebreide dialogen.
Wat Johannes hiermee doet, is de aandacht vestigen op het bijzondere van Jezus. Hij beschrijft Jezus in het licht van de goddelijke glorie. Hij laat ons zo diep doordringen tot het mysterie van de persoon Jezus, tot de menswording van God. Aan het eind van zijn leven schrijft Johannes een aantal brieven. Uit de eerste daarvan is de tekst: ‘God is liefde’. Blijkbaar komt Johannes hier tot een eindconclusie. Dit is de kern van het mysterie van God. Dit is de kern van de openbaring die Jezus ons brengt. ‘God is liefde.’ Daar draait het ook vanavond om.
Vandaag is het Witte Donderdag. Paulus vertelt ons hoe Jezus in de nacht waarin Hij werd overgeleverd, brood nam en daarna de beker. Van dit brood en deze beker zegt Hij: “Dit mijn lichaam voor u. Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed.” En heeft ons een opdracht: “Doet dit tot mijn gedachtenis.” Voor Israël was het de eerste dag van het ongedesemde brood. Het paasfeest was op handen Er wordt stil gestaan bij de uittocht uit Egypte en de veertig jaar lange tocht door de woestijn. De joden gedenken hoe God hen geleid heeft en met hen is meegegaan op weg. Ze gedenken alle grote daden die God voor hen verrichtte.
Jezus eet met zijn vrienden, niet gehaast zoals we in de eerste lezing horen. Nee, Hij heeft hen nog veel te zeggen en Hij neemt er de tijd voor. Johannes besteedt er in zijn Evangelie vijf hoofdstukken aan. Anders dan Mattheüs, Marcus en Lucas schrijft Johannes niet over de maaltijd zelf: de instellingswoorden over Brood en Wijn, die wij van Paulus hoorden, vermeldt Johannes niet. Johannes legt een geheel ander accent. Hij vertelt ons over de voetwassing en over het lange gesprek dat Jezus met zijn leerlingen voert.
Brood en Wijn: het is voedsel voor onderweg. Voedsel voor onze weg ten leven. Elke keer als wij dit Brood eten en uit deze Beker drinken, worden wij uitgenodigd die nieuwe weg ten leven te gaan: de weg te gaan die tot het echte leven leidt en die ons echt geluk brengt. Bij Johannes is Jezus aan het woord over de weg die Hij moet gaan, en over de weg die zijn leerlingen zullen gaan: de weg waartoe ook wij uitgenodigd zijn om te gaan. Johannes maakt duidelijk dat het niet om die ene gebeurtenis gaat, maar om het hele leven. Het leven is geen gebeurtenis; het leven is een weg. Hoe deze weg eruit ziet laat Jezus zien door zijn vrienden de voeten te wassen. Hiermee stelt Hij een daad van liefde en verbondenheid. Hiermee komt Hij tot de kern van zijn boodschap: ‘God is liefde’.
Daarna vertelt Hij over de weg die Hij zal gaan, de weg naar zijn Vader, de weg die door de dood heen tot leven leidt. Hij vertelt de leerlingen hoe ook zij die weg zullen gaan, deze weg van liefde, deze weg ten leven. Vandaag worden ons twee tekens gegeven: De tekens van Brood en Wijn en het teken van de voetwassing. Twee tekens van liefde die onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn.
Onder de gedaanten van Brood en Wijn is Christus werkelijk zichtbaar en tastbaar onder ons aanwezig. Hij voedt ons met zijn eigen Lichaam en Bloed. Zo kunnen wij ons op innige wijze met Hem verenigen en ons laven aan zijn gaven van liefde en genade. De voetwassing laat zien hoe wij zelf deze weg ten leven kunnen gaan. “Als Ik, de Heer en Leraar, uw voeten heb gewassen dan behoort ook gij elkaar de voeten te wassen. Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen zoals Ik u gedaan heb.” De tekens van Brood en Wijn en het teken van de voetwassing, Eucharistie en diaconie zijn onlosmakelijk, niet los van elkaar verkrijgbaar. Petrus wordt dit duidelijk gemaakt als hij de voetwassing weigert.
Het gaat niet alleen om het geven van liefde. Wij moeten ook liefde willen ontvangen, afhankelijk durven zijn van Gods liefde en van de onderlinge liefde. Jezus heeft ons met de voetwassing het voorbeeld gegeven en Hij is ons werkelijk nabij in de Eucharistie als heilzaam voedsel op onze levensweg. Zo wordt in ons leven waar dat God liefde is. Amen.
Bedankt voor de prachtige Witte Donderdag-preek.