Spring naar inhoud

Een groot geloof? Hab 1,2-3;2,2-4; 2 Tim 1,6-8.13-14; Lc 17,5-10

2 oktober 2022

“Wij zijn niet geroepen om grootse en opvallende dingen te doen, maar om de gewone dingen op grootse wijze te doen.” Afgelopen woensdag klonken deze woorden als een refrein tijdens de voorstelling van Peter Vermaat ‘Titus Brandsma, held of heilige?’. “Wij zijn niet geroepen om grootse en opvallende dingen te doen, maar om de gewone dingen op grootse wijze te doen.” Deze woorden komen uit een losse aantekening van pater Titus Brandsma. Zij typeren de wijze waarop deze heilige in het leven stond. Woorden waardoor wij ons vandaag kunnen laten inspireren.

Deze uitspraak van Titus Brandsma sluit goed aan bij het Evangelie van vandaag. Jezus zegt dat zelfs een klein geloof bergen kan verzetten. Hij zegt: “Als ge een geloof hadt als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: ‘Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee’ en hij zou u gehoorzamen.” De leerlingen willen graag een geloof dat is zich uit in zichtbare daden. Ze vragen om geloofskracht waarmee ze wonderen kunnen verrichten om op die manier imponerend en overtuigend naar buiten kunnen treden. En dan komt Jezus met deze uitspraak. Blijkbaar is ons geloof voldoende, maar zijn wij het zelf die daaraan twijfelen. Jezus raadt ons ook aan om gewone knechten te zijn. Het gaat er helemaal niet om spectaculaire dingen te doen. Het gaat erom je roeping te volgen en dat goed te doen.

Vier jaar geleden schreef paus Franciscus de exhortatie ‘Verheugt u en juicht’. Hierin roept de paus ons op tot heiligheid. Hij roept ons op ons leven te heiligen. Als wij met ons christelijk leven een voorbeeld voor anderen zijn, is dat bij uitstek een vorm van verkondiging van het Evangelie. De oproep tot heiligheid is aan alle gelovigen gericht. De vreugde die het volgen van onze roeping tot heiligheid geeft, is er niet alleen voor hen die door de Kerk heilig worden verklaard. Iedere gelovige wordt geroepen tot heiligheid. Het gaat om het leven van alledag, om het goed doen van de gewone dingen. Iedereen is geroepen zijn leven op zijn eigen wijze goed te leven. Het gaat om het vinden van het geluk in het bijzondere van het gewone. De paus schrijft: “Het is belangrijk, dat iedere gelovige zijn eigen weg onderscheidt en het beste uit zichzelf naar boven haalt, dat wat God hem persoonlijk gegeven heeft (vgl. 1 Kor 12,7)…” Verder schrijft de paus: “Wees niet bang voor heiligheid. Zij ontneemt je geen energie, vitaliteit of vreugde. In tegendeel, je wordt wat de Vader bedoelde toen Hij je schiep, en je zult trouw aan jezelf zijn.” (32)

Paulus zegt ons dat we ons niet moeten schamen voor ons geloof. Wij moeten ons niet schamen voor onze zwakte. De bespottingen en het lijden dat het ons oplevert, hebben wij te dragen. Wij mogen ons gedragen en gesteund weten door de liefde van Christus en de hulp van de heilige Geest die in ons woont. Pater Titus Brandsma heeft dit aan den lijve ervaren. De terreur van de Nazi’s hebben hem niet kapot gekregen. Maar op weg naar Dachau zal ook hij – net als de profeet Habakuk – menigmaal gedacht hebben: “Hoelang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij maar niet luistert? Hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen, terwijl Gij maar geen uitkomst brengt?” Ook al ging Titus Brandsma door een diep dal en kende ook hij het idee geheel door God verlaten te zijn, uiteindelijk hervond hij zijn Heer in de diepste ellende van Dachau. Zo kon hij zijn vertrouwen in God stellen. Zo kon hij zijn leven in Gods handen leggen.

“Wij zijn niet geroepen om grootse en opvallende dingen te doen, maar om de gewone dingen op grootse wijze te doen.” Het gaat niet om een groot geloof. Het gaat om het geloof in iets groots, het geloof in de grootheid van God. De weg van Jezus volgen, het pad van de heiligheid gaan, betekent dat we een andere mening durven te hebben als het gaat om mensen in de verdrukking en dat we opkomen voor de rechten van de armen en de mensen in nood. Het betekent dat we weten dat alle mensen je broeders en zusters zijn. Ook hierin is de heilige Titus Brandsma een voorbeeld voor ons. Het zijn de vaak kleine daden van liefde die bergen doen verzetten. Niet in de ogen van de wereld, maar in de ogen van de enkele medemens. Hoeveel vreugde kun je niet brengen met steun aan een mens in nood? Hoeveel blijdschap met aandacht voor een zieke of eenzame medemens? Hoe bevrijdend kan een bemoedigend woord zijn en hoe verlossend een simpele glimlach? Amen.

Advertentie

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s