barmhartigheid, Franciscus, geluk, God, Jezus Christus, Onze Vader, paus, vergeving, zonde
Barmhartigheid; Ex 32,7-11.13-14; 1 Tim 1,12-17; Lc 15,1-32

Zes jaar geleden vierden we het heilig jaar van barmhartigheid. Bij de afkondiging van dit heilig jaar schreef paus Franciscus: “Jezus Christus is het gelaat van de barmhartigheid van de Vader. Het mysterie van het christelijk geloof lijkt in deze woorden zijn samenvatting te vinden.” (nr. 1). “Voor ons is het nodig voortdurend het mysterie van de barmhartigheid te overwegen. Het is een bron van vreugde, gemoedsrust en vrede.” (nr. 2) “Barmhartigheid is niet tegengesteld aan gerechtigheid, maar drukt het gedrag van God jegens de zondaar uit: Hij geeft hem een verdere mogelijkheid om tot inkeer te komen, zich te bekeren en te geloven.” (nr. 21). “De toorn van God duurt een ogenblik, terwijl zijn barmhartigheid tot in eeuwigheid duurt.” (nr. 21). “Laten wij (…) de Vader vragen om de vergeving van de zonden en de verbreiding van zijn barmhartige kwijtschelding.” (nr. 22). “Uit het hart van de Drie-eenheid, uit het diepste van het mysterie van God ontspringt en vloeit onophoudelijk de grote stroom van de barmhartigheid.” (25).
In de eerste lezing zien we een voorbeeld van: “De toorn van God duurt een ogenblik, terwijl zijn barmhartigheid tot in eeuwigheid duurt.” God is woedend over het gedrag van zijn volk, maar ziet na aandringen van Mozes af van een vernietigende bestraffing.
Paulus schrijft dat de Heer hem barmhartigheid heeft bewezen. Paulus noemt zichzelf de eerste van de zondaars. Hij was verloren en Jezus Christus heeft hem het eeuwig leven gegeven. De Heer heeft hem vertrouwen geschonken en heeft hem in dienst genomen. Jezus heeft hem zijn liefde doen kennen. Zo beschrijft Paulus wat het voor hem betekende toen hij zich bekeerde van een godslasteraar, vervolger en geweldenaar tot een volgeling van Jezus Christus.
In het Evangelie horen we drie verhalen over iemand die iets kwijt is: een man die een schaap verliest, een vrouw die een zilverstuk kwijt is en een vader wiens zoon ervandoor is. Drie keer horen we van de grote vreugde die het brengt als het verloren schaap, het verloren zilverstuk en de verloren zoon weer gevonden wordt dan wel uit zichzelf terugkeert. Jezus vergelijkt deze vreugde met de vreugde van de engelen van God als een zondaar zich bekeert.
Paulus schrijft: “Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars te redden.” In het licht van deze uitspraak kunnen we de Evangelieteksten lezen. Dan zien we dat het Jezus zelf is die op zoek gaat naar wat verloren is. Hij brengt ons terug naar zijn Vader. Hij brengt ons naar God. Hierin zien we de woorden van paus Franciscus terug: “Jezus Christus is het gelaat van de barmhartigheid van de Vader.” Ons wordt niet alleen de mogelijkheid tot bekering geschonken, Jezus is ook actief op zoek naar wat verloren is. Hij spoort ons aan tot bekering, maar Hij dwingt ons niet. Wat voor de verloren zoon geldt, geldt ook voor ons. Wij zijn vrije mensen. Uiteindelijk is de keuze aan onszelf. Openstaan voor de barmhartigheid van God vraagt dat wij van onze kant zoeken naar de persoonlijke ontmoeting met Jezus. Dat wij zoals de verloren zoon zelf op weg gaan.
Willen wij werkelijk de barmhartigheid van God ervaren, is het nodig dat wij tot het inzicht komen dat wij niet zonder zijn barmhartigheid kunnen, dat wij die barmhartigheid hard nodig hebben. Wij zijn niet in staat op eigen kracht tot een gelukkig leven te komen. Het geluk is een geschenk. Dat betekent dat we moeten kunnen ontvangen, dat we ons afhankelijk weten van God en van onze medemensen.
Barmhartigheid kent twee kanten: wij mogen barmhartigheid ontvangen en wij mogen zelf op onze beurt barmhartig zijn. Denk aan de woorden van het Onze Vader: “vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren”. Als wij niet in staat zijn zelf barmhartig te zijn, hebben we er ook grote moeite mee barmhartigheid te ontvangen.
Een van de wegen die Jezus ons via de Kerk aanbiedt, is het Sacrament van Boete en Verzoening: de Biecht. Ook in dit Sacrament ontmoeten we Jezus Hij die het gelaat van de barmhartigheid van de Vader is. In dit Sacrament worden we net als de verloren zoon met open armen door de Vader ontvangen. Amen.
From → Preken