Christus kennen; Fil 3,8-14; Joh 8,1-11

“Broeders en zusters. Ik wil Christus kennen… Ik streef er vurig naar het te grijpen, gegrepen als ik ben door Christus Jezus. Ik reik naar wat voor me ligt, ik storm af op het doel.” Paulus maakt ons duidelijk wat en hoe groot zijn passie is. Paulus is een bevlogen man. Hij is gepassioneerd. Zijn leven heeft een compleet nieuwe wending gekregen. Er is voor Paulus nog maar een ding belangrijk: hij wil Christus kennen.
“Ik wil Christus kennen.” Wordt u weleens midden in de nacht wakker? En zit u dan rechtop in uw bed en weet u dan een ding heel zeker, namelijk dat u Christus wilt kennen? Voor Paulus is dit blijkbaar de gewoonste zaak van de wereld. Ik moet u bekennen tot nu toe is mij dat nooit gebeurd. Wij mensen hebben allerlei passies. Allereerst is er de liefde voor de mensen die ons nabij zijn. We hebben hobby’s, we houden van ons werk, we willen goede mensen zijn, ga zo maar door. Dergelijke passies, dergelijke gedrevenheid is goed. Passie en gedrevenheid helpen ons het goede te doen. Ze helpen ons gelukkig te worden.
Toch schrijft Paulus hierover: “Ik beschouw alles als verlies… Om Christus heb ik alles prijsgegeven en houd ik alles voor afval.” Paulus was een gelovige jood, een zeer religieus mens. Voor hem stond het joodse geloof als een huis. De Wet van Mozes, de Tora was voor hem heilig. Het gaf hem een stevig houvast. Het was de basis voor zijn leven. En dan op reis naar Damascus gebeurt er iets opmerkelijks. In een visioen verschijnt Jezus aan Paulus en roept Paulus op zijn leerling te worden. Dat visioen zet de wereld van Paulus compleet op zijn kop. Met de getuigenis van zijn eigen leven roept Paulus de christenen van Filippi op tot bekering. Met diezelfde brief roept Paulus ook ons op tot bekering. Paulus doet dat met enthousiasme en met passie.
Ook Jezus roept ons op tot bekering. Jezus is – anders dan Paulus – heel rustig en bedachtzaam. Jezus zegt tegen de vrouw: “Ga heen en zondig van nu af niet meer.” Ook voor de vrouw is dat een breuk met het verleden. Met diezelfde woorden roept Jezus ook ons op te breken met het verleden en werkelijk zijn leerlingen te worden. Breken met het verleden: dat is zo gemakkelijk nog niet. Zeker als het leven van het verleden moreel gezien niet slecht was. Zeker als je goede herinneringen aan dat verleden hebt. Zeker als dat leven van het verleden je gelukkig maakte.
Dat was de situatie van Paulus. Hij was ervan overtuigd dat hij leefde zoals het moest. Hij kende de heilige Schrift en hield zich aan de Wet van Mozes. Het was een leven dat hem gelukkig maakte. En juist over dat leven schrijft Paulus: “Ik beschouw alles als verlies… Om Christus heb ik alles prijsgegeven en houd ik alles voor afval.” Paulus vergeet alles wat achter hem ligt om zich op de toekomst te richten. Paulus wil zich volledig verbinden met Christus Jezus: “Ik wil Christus kennen.” Leerling van Jezus worden begint ermee Hem te leren kennen. Dat is de boodschap van Paulus aan ons.
Ons streven om goede en gelukkige mensen te worden kan op een hoger plan worden gebracht als wij Christus werkelijk leren kennen, als wij – net als Paulus – ons leven met Hem verbinden. Als leerlingen van Jezus leren wij Hem steeds beter kennen. Naarmate wij Hem beter kennen, kunnen Hem beter navolgen. Jezus zegt van zichzelf: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.” Jezus kennen is deelnemen aan zijn leven of zoals Paulus schrijft “één zijn met Hem”. Dan leeft Christus in ons. Dan is het de heilige Geest die ons de richting wijst en op pad stuurt. Als wij werkelijk leerling van Jezus zijn, neemt de heilige Geest het stuur van ons over. Dat is een risicovolle stap. Voor Paulus was het een strijd. Hij moest het jodendom achter zich laten om Christus te volgen. Van ons wordt gevraagd dat we op de weg die reeds gaan een nieuwe stap zetten, een nieuwe fase ingaan in ons christen-zijn.
Werkelijk leerling van Jezus zijn vraagt om een bekering. Het vraagt moed en het is niet gemakkelijk. Ook Paulus had nog een hele weg te gaan. Paulus schrijft: “Niet dat ik het al bereikt heb. Ik ben nog niet volmaakt. Nee, vrienden, ik beeld mij niet in er al te zijn.” Paulus gaat moedig voort op zijn weg. Hij weet wat zijn doel is: één worden met Christus en delen in zijn leven, samen met Jezus Christus leven in Gods Rijk van liefde en geluk. Jezus zegt ook tegen ons: “Ga heen en zondig van nu af niet meer.” Wij allen zijn geroepen Hem te volgen en te delen in zijn leven. Amen.