Spring naar inhoud

Samen op weg; Gn 15,5-12.17-18; Fil 3,17-4,1; Lc 9,28b-36

13 maart 2022

Soms heb je een moment van gelukzaligheid, een moment van volmaakt geluk. Alles is schoonheid. Alles straalt vrede uit. Je bent omgeven door liefde, door mensen van wie je houdt. Alles valt even op zijn plaats. Even zijn er geen vragen en twijfel, even is alles helder en duidelijk. Het zijn momenten van liefde en van waarheid, momenten van Godservaring. Ik denk dat dit Abram overkwam, toen hij naar de sterrenhemel keek en hem duidelijk werd hoe talrijk zijn nageslacht zou gaan worden. Op dat moment voelde hij zich omarmt door de liefde van God en wist hij precies waarom God hem op pad had gestuurd. Op dat moment geloofde hij onomstotelijk in God.

Petrus, Johannes en Jakobus hebben ook zo’n ervaring van volmaakt geluk. Alles staat in een helder licht, alles is duidelijk en alles is liefde. Dat willen ze blijven vasthouden en dus zegt Petrus: “Meester het is goed dat we hier zijn. Laten wij drie tenten bouwen.” Maar Petrus wist niet wat hij zei. Na dit korte moment van geluk moesten zij terug naar de werkelijkheid. Ze moesten de berg weer afdalen, terug naar de weerbarstigheid van het dagelijks leven. Het is niet de bedoeling dat we drie tenten bouwen om het moment van geluk vast te houden. Het is niet de bedoeling dat wij ons opsluiten in een cocon van geluk. Het is niet de bedoeling dat we het geluk voor onszelf houden.

Onze bestemming is het Rijk Gods of zoals Paulus schrijft: “ons vaderland is in de hemel”. Wij zijn onderweg en mogen zo nu en dan een voorproefje ervaren. Dat is een persoonlijke ervaring. Maar op weg zijn naar het Rijk Gods is geen individuele aangelegenheid. We zijn als gemeenschap samen op weg: alle mensen en heel de schepping is op weg. Het geluk dat wij als een voorproefje ervaren, doet ons groeien in geloof, hoop en liefde. Het moedigt ons aan samen de weg te gaan, de weg die Jezus ons aangeeft. Dat is de boodschap van de stem uit de wolk: “Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem.”

Samen op weg gaan betekent dat wij ons verbinden met de kinderen die op weg zijn naar hun eerste heilige Communie, met de mensen uit Oekraïne en Rusland die lijden onder geweld en terreur, dat we ons verbinden met de inheemse volkeren in Zuid-Amerika die onderdrukt worden en van hun land worden verdreven. Samen op weg gaan betekent ook dat we deelnemen aan de komende verkiezingen, dat we nadenken op wie we moeten stemmen voor een gemeenteraad die het welzijn van alle mensen in onze gemeente wil bereiken en die oog heeft voor de noden van de mensen die een beroep op ons doen, een gemeenteraad die ervoor zorgt dat we ook als gemeente gastvrij zijn.

Het Evangelie van vandaag maakt duidelijk, dat wij op zo’n moment van volmaakt geluk even raken aan het Rijk Gods. De leerlingen ervaren Jezus zoals Hij werkelijk is: de Zoon van God. Deze herinnering blijven zij met zich mee dragen. Het moment van gelukzaligheid is altijd van korte duur. Daarna is het voorbij en staan we weer in de harde realiteit. Die realiteit kan zo weerbarstig zijn dat de twijfel toeslaat. Als de oorlog toeslaat, vragen wij ons af: zijn wij werkelijk op weg naar het Rijk Gods? Ook bij Abram slaat de twijfel toe en dus zegt hij: “Heer God, hoe kan ik weten dat ik het inderdaad zal krijgen?”

Geloven in God is niet alleen aannemen dat Hij bestaat. Geloven in God betekent ook dat wij Hem vertrouwen, dat wij erop vertrouwen dat Hij zijn beloftes waarmaakt. Geloven in God is leven en handelen vanuit dat vertrouwen. Dat is de weg die Jezus gegaan is. Door ons leven te verbinden met het leven van Jezus, gaan ook wij als zijn leerlingen zijn weg ten leven. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s