Spring naar inhoud

Koningschap; Js 60,1-6; Ps 72; Ef 3,2-3a.5-6, Mt 2,1-12

3 januari 2021

“Sta op, laat het licht u beschijnen, Jeruzalem, want de Zon gaat over u op en de glorie van de Heer begint over u te schijnen. Volkeren komen af op uw licht, koningen op de luister van uw dageraad.” Jesaja beschrijft hoe Jeruzalem schittert in Gods glorie. Van overal komt men eropaf. De rijkdommen der aarde worden aan Jeruzalem afgedragen: wierook, goud en een zee van kamelen.

Je zou gaan denken dat God er vooral voor de rijken is. Ook bij Matteüs krijg je die indruk. Hier lezen we niets over een stal en ook niet over herders op het veld. Bij Matteüs zijn het drie Wijzen die op kraambezoek komen en zij brengen goud, wierook en mirre mee. Toch is er iets merkwaardigs aan de hand. De drie wijzen zijn op zoek naar de pasgeboren koning der Joden, maar koning Herodus weet van niets. Hier krijgen al het eerste signaal dat het koningschap van Jezus van een andere orde is. De drie Wijzen ontdekken dat ze de nieuwe koning niet in het paleis moeten zoeken. Zij vinden hem als een eenvoudig Kind samen met zijn moeder. De nederigheid van deze nieuwe koning leert ook hen nederigheid: “op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde”.

In internationale betrekkingen tussen de groten der aarde is het van groot belang dat er evenwicht is. De gastheer moet zich niet verheffen boven zijn gast en omgekeerd. Ook is het niet goed dat de een zich onderdanig toont aan de ander. Juist door het evenwicht en de gelijkwaardigheid is het mogelijk om een relatie op te bouwen en zaken met elkaar te doen.

Het koningschap van Jezus leert ons dat nederigheid en bescheidenheid de basis voor een liefdevolle relatie vormen. Juist in het tonen van je kwetsbaarheid en afhankelijkheid wordt zichtbaar dat je van de ander houdt. In het koningschap van Jezus is geen rol weggelegd voor de trotse Herodus die vooral uit is op macht en materiële rijkdom. De drie Wijzen keren niet meer naar hem terug. Langs een andere weg gaan zij na deze overweldigende ervaring en met geheel nieuwe inzichten weer naar huis.

In de Psalm die we gebeden hebben, wordt duidelijk hoe het koningschap bedoeld is. Het gaat om een koning met wijsheid en rechtvaardigheid. Hij zal regeren van zee tot zee en alle volkeren dienen hem, want de arme die steun vraagt zal hij bevrijden en hij zal zich ontfermen over misdeelden. De ware koning heeft juist aandacht voor de armen en de misdeelden. Daarin ligt de grootsheid van zijn heerschappij. Hij brengt welvaart en vrede op aarde. Niet door zijn zelfgerichtheid maar door de gerichtheid op de ander wordt hij bedolven onder rijkdom.

Ook bij Jesaja is het niet de rijkdom die Jeruzalem doet stralen. Iets verderop staat de volgende zin: “De vrede benoem Ik tot gezaghebber bij u, en tot leider de gerechtigheid.” Het zijn vrede en gerechtigheid die Jeruzalem doen stralen. Op dat licht komen de volkeren af. Dat is de luister van de dageraad.

Het afgelopen jaar heeft ons opnieuw bewust gemaakt van onze kwetsbaarheid. We hebben ons leven en ons bestaan niet in onze macht. We zijn sterk afhankelijk van andere mensen en van hun doen en laten. We hebben ook kunnen leren hoeveel moeite ons dat kost. We zijn zo gehecht aan onze zelfredzaamheid en onze vrijheid om zelf te kunnen besluiten wat we wel en niet doen.

Ter gelegenheid van wereldvrededag schreef paus Franciscus dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten. We hebben een hectisch jaar achter ons liggen. Om het schip van de mensheid in rustiger vaarwater te krijgen, hebben we een duidelijk kompas nodig. De paus reikt de sociale leer van de Kerk aan al kompas naar de vrede. Hij roept de internationale gemeenschap en ieder individu op om een ‘cultuur van zorg’ te bevorderen. Echte zorg voor ons eigen leven en onze relatie met de natuur zijn onlosmakelijk verbonden met broederschap, rechtvaardigheid en eerlijkheid tegenover anderen. Hij maant aan nooit toe geven aan de verleiding om anderen te negeren en de andere kant op te kijken. In plaats daarvan moeten we er dagelijks heel concreet en praktisch naar streven “een gemeenschap te vormen die bestaat uit broeders en zusters die elkaar accepteren en voor elkaar zorgen.”

Paulus schrijft dat hij door openbaring kennis kreeg van het geheim. De heilige Geest heeft geopenbaard dat alle mensen in Christus Jezus mede-erfgenamen zijn, medeleden en mededeelgenoten van de belofte door middel van het Evangelie. We zijn allen broeders en zusters van elkaar met Jezus als onze grote broer. In Hem leren we dat we er voor elkaar zijn, dat we aan elkaar gegeven worden. Niemand leeft voor zichzelf, we zitten allen in hetzelfde schuitje. Het bestuur van dit schip is aan ons toevertrouwd. Wij mensen zijn zelf verantwoordelijk: wij hebben samen het roer in handen. Maar we staan er niet alleen voor. In Jezus Christus hebben we een betrouwbaar kompas. Hij wijst ons de weg. Hij is het licht dat over de volkeren straalt. Hij is de Vredevorst. Hij is de Koning van liefde. Hij is met ons alle dagen van ons leven.

Ik wens u allen een Zalig Nieuwjaar. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s