Wees onbezorgd! Js 5,1-7; Fil 4,6-9; Mt 21,33-43

Jesaja begint vandaag met een opbeurende tekst: “Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard.” Maar gaandeweg wordt het verhaal somberder: “Wat had ik nog meer kunnen doen voor mijn wijngaard en heb ik voor hem niet gedaan?” En het eindigt met: “Ik maak van hem een verwilderd stuk grond.”
In de gelijkenis die Jezus vertelt, horen we een soortgelijk verloop van het verhaal. Ook hier loopt het niet goed af. Bij Jesaja gaat de wijngaard verloren. Hierbij is de wijngaard het huis van Israël, dat niet het goede maar het kwade doet. Jezus bekritiseert de religieuze leiders. Zij luisteren niet naar de boodschappen van de profeten en vermoorden zelfs de zoon van de eigenaar. De wijngaard wordt aan mensen gegeven die wel luisteren.
In beide verhalen doet God iets dat goed is voor de mensen, maar wordt deze daad van liefde niet met liefde beantwoord. God schenkt ons zijn liefde om die liefde vrucht te laten dragen. Gods liefde voor ons draagt vrucht als wij op onze beurt God en onze medemens liefhebben. God en de medemens liefhebben staat haaks op een mentaliteit van zelfgerichtheid en egoïsme. Als wij ons zelf in het centrum van de wereld plaatsen, als alles draait om onszelf en alles in dienst van onszelf moet staan, is er geen plaats voor liefde voor God en voor onze medemens.
In onze dagen kunnen we de wijngaard ook zien als een beeld van de schepping. God heeft ons de schepping gegeven als iets wat goed is. De schepping is er om ons te voorzien van alles wat wij nodig hebben om goed te kunnen leven. Op het moment dat wij de schepping misbruiken en haar mishandelen, komt er een einde aan de vruchtbaarheid van de schepping. Als wij niet voor de schepping zorgen, is de schepping niet meer in staat ons te geven wat wij nodig hebben.
De verhalen die Jesaja en Jezus ons vandaag laten horen, brengen ons misschien in verlegenheid. In ieder geval geldt dat voor mij. Hoe sta ik in deze verhalen? Je kunt natuurlijk denken: gelukkig ben ik niet zoals die wijnbouwers. Met die gedachte kies je in feite de kant van de religieuze leiders die neerkijken op de tollenaars en ontuchtige vrouwen. Juist deze religieuze leiders worden door Jezus bekritiseerd, zoals we ook vorige week hebben gehoord. Je echter aansluiten bij de tollenaars en ontuchtige vrouwen is ook niet een voor de hand liggende optie.
Gelukkig is er ook nog de brief van Paulus. Paulus roept ons op onbezorgd te zijn. Wij mogen al onze zorgen en twijfels bij God neerleggen. In het gebed is God ons nabij. In het gebed ervaren wij zijn aanwezigheid. Paulus geeft ook aan hoe wij onbezorgd kunnen leven. Hij daagt ons uit de waarheid te zoeken, te zoeken wat goed en rechtvaardig is. Paulus sluit daarmee aan bij de Griekse denkwereld.
Voor Griekse filosofen als Plato en Aristoteles gaat het om het goede, het ware en het schone. Door het streven naar het goede, ware en schone komen mensen tot een deugdzaam leven. Het zal de christenen van Filippi bekend in de oren hebben geklonken. Paulus sluit aan bij de hen bekende wijze van denken. Hoe anders is dat onze tijd. Voor Paulus en voor de Grieken zijn het ware, het goede en het schone absolute begrippen. Voor hen is waarheid niet – zoals nu vaak wordt gezegd – ook maar een mening. Voor hen bestaan er geen alternatieve waarheden. Voor hen geldt niet: ieder zijn eigen waarheid. Het ware, het goede en het schone overstijgt ons mensen. Het zijn geen zaken die door ons worden bedacht. Zij bestaan buiten ons en zijn niet van ons afhankelijk. Daarom moeten we ook zoeken naar het ware, het goede en het schone.
In het Evangelie volgens Johannes lezen we: “Het Woord is vlees geworden.” Wij kunnen ook zeggen: Jezus is de mensgeworden waarheid, goedheid en schoonheid. Van zichzelf zegt Jezus: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven.”
De zoektocht naar het ware, het goede en het schone betreft ook ons eigen leven, ons eigen doen en laten. Als wij goed naar onszelf kijken, zien we in welke mate we overeenkomen met de religieuze leiders die door Jezus bekritiseerd worden, en in welke mate we overeenkomen met de tollenaars en ontuchtige vrouwen, die beseffen dat ze zondaars zijn en weten dat ze tekort schieten. Niet wijzelf hebben de waarheid in pacht. Wij vinden de waarheid in Jezus Christus. Dat maakt ons bescheiden, maar geeft ons ook vrede. Jezus Christus laat ons onbezorgd leven. Amen.
Mooie en duidelijke overweging