“Hé raka, kijk uit!” Mt 5,17-37

“Wie tot zijn broeder zegt: raka, zal strafbaar zijn voor het Sanhedrin…” Raka wordt op verschillende manieren vertaald als leeghoofd, waardeloze vent of sufferd, maar ook als goddeloze. Raka is een Aramees woord. De taal die Jezus sprak. Hé raka, kijk uit. Zie je niet dat ik eraan kom? Je zou het in onze tijd kunnen horen op het voetbalveld. En op straat in het verkeer, misschien ook wel als twee mensen met een rollator elkaar tegenkomen. Het woord raka leent zich hier goed voor. Het klinkt behoorlijk venijnig. Maar ook al klinkt het dan wel lekker als scheldwoord, het is toch niet extreem beledigend. We horen regelmatig scheldwoorden die mensen echt kwetsen. Toch zegt Jezus dat wie raka tegen iemand zegt gestraft zal worden door de rechtbank, door het Sanhedrin. En wie iemand voor dwaas uitmaakt zal branden in de hel. Dat zijn toch wel stevige straffen voor iets wat we zien als een kleine fout.
We horen Jezus vandaag een aantal voorbeelden geven. Hij zegt wat de wet is en dan komt Hij met een geval dat niet erg ernstig klinkt, maar door Jezus wel als heel erg genoemd wordt. Laten we eerste voorbeeld wat nader bekijken. “Gij zult niet doden.” Dat is één van de Tien Geboden, een gebod dat staat als een huis. Iedereen zal zeggen dat je dat inderdaad niet mag doen. Ook in onze wetgeving staan op moord en doodslag flinke straffen. Onze wetten gaan nog een stapje verder. Ook mishandeling is strafbaar. Iemand ernstig letsel toebrengen, iemand verkrachten, iemand veel leed bezorgen wordt stevig bestraft. Maar het is niet zo dat je voor alles wat je pijn doet, naar de politie kunt stappen. Je gaat geen aangifte doen als iemand je aan je oor trekt of je uitscheldt. Ook als iemand boos op je is, is dat geen reden om de politie te bellen. Daar is de politie niet voor.
Toch zegt Jezus hier dat wanneer iemand boos is op iemand anders, hij strafbaar zal zijn, en ook als hij iemand uitscheldt, hem een raka of een dwaas noemt. Jezus heeft het over situaties die volgens de Joodse wetten en ook volgens onze wetten niet strafbaar zijn. Niet strafbaar zijn betekent echter niet dat het goed is. Jezus laat zien dat er vele gevallen zijn waarvoor je niet door de wet gestraft wordt, maar waarin je toch niet het goede doet. In het Rijk Gods, in een wereld van liefde en geluk hoort dergelijk gedrag niet thuis. En dus zegt Jezus dat ze strafbaar zullen zijn.
Als wij leerlingen van Jezus willen zijn, gelden deze uitspraken ook voor ons. Ook voor ons geldt niet dat alles goed is en mag wat niet verboden is. Nee, heel veel van wat niet verboden is, is niet goed. Van leerlingen van Jezus wordt verwacht dat zij het goede doen. In onze samenleving gaan we zeker niet altijd vriendelijk met elkaar om. Je hoort regelmatig klagen over de verruwing van onze samenleving. We leven met veel mensen op een klein stukje grond en dat geeft nogal eens ergernis. Iedereen ergert zich weleens aan het gedrag van anderen. Iedereen heeft wel eens zin om hartgrondig raka te roepen.
Misschien zijn het verkeer en de sportvelden daar wel de duidelijkste voorbeelden van. Mijn vrouw zegt weleens: “Je bent altijd zo vriendelijk en rustig, maar in de auto is dat plotseling verdwenen.” Zowel in het verkeer als op de sportvelden zie je ook dat de grens tussen wat wel en niet kan dun is. Voordat je het weet ben je je niet alleen aan het ergeren. Je wordt boos, je gaat schelden en je gaat nog ergere dingen doen. Voordat je het weet ga je een grens over en doe iets waar je later behoorlijk spijt van hebt.
Het is best lastig om je nooit aan anderen te ergeren. De mensen om je heen zijn net als jezelf nu eenmaal niet volmaakt. Maar we zijn niet op de wereld om ons aan elkaar te ergeren, om boos op elkaar te zijn en erger nog om elkaar te haten. Wij zijn als broeders en zusters van elkaar geschapen. Wij zijn geschapen voor de liefde, geschapen om elkaar lief te hebben. Dat is wat Jezus ons voortdurend weer wil leren.
Wetten, geboden en verboden zijn belangrijk. Zij geven uiterste grenzen aan. Het zijn richtingaanwijzers in ons leven. Maar uiteindelijk moeten we ons laten leiden door de liefde voor elkaar. Liefde vraagt dat we elkaar om vergeving vragen. Liefde vraagt dat we elkaars fouten vergeven. Liefde vraagt dat we onze ergernis ombuigen naar respect, geduld en mededogen voor elkaar. Liefde vraagt dat we ons telkens weer met elkaar verzoenen, dat we de relaties met andere mensen telkens weer herstellen en goed maken. Jezus leert ons elkaar lief te hebben. Amen.