Allerzielen; Js 25 6a.7-9; 1 Tes 4,13-14.17b-18; Joh 11,17-27

Dan zal de Heer voor ons een gastmaal aanrichten. Hij zal de sluier verscheuren die over ons leven ligt. God de Heer zal voor altijd de dood vernietigen; Hij zal de tranen van alle gezichten afwissen. Zo beschrijven wij op menselijke wijze het eeuwig leven. Het leven bij God: een leven van liefde en geluk. Wij bidden en geloven dat God onze geliefde overledenen opneemt in zijn hemelse vaderhuis, dat zij nu voor altijd mogen leven in Gods Rijk van licht en vrede. Wij kunnen ons geen enkele voorstelling maken van het leven na de dood, van het eeuwig leven. En toch hopen en verlangen wij naar dat volmaakte geluk. Wij noemen dat: het ware leven, het eeuwig leven. Diep in ons leeft er een verlangen naar het ware leven, wat dat ook moge zijn.
Hoe wij ook verlangen naar dat ware leven, we zijn toch heel erg gehecht aan ons leven hier op aarde. We zijn gehecht aan elkaar en het kost ons moeite iemand te moeten laten gaan, iemand los te laten en uit handen te geven. Ook Martha en Maria hebben het er moeilijk mee. Hun geliefde broer Lazarus is gestorven. Ze hadden hem zo graag bij hen gehouden. Jezus had volgens hen zijn dood kunnen voorkomen.
Jezus zegt tegen Martha: “Ik ben de opstanding en het leven.” Dat is een uitspraak om even op te kauwen. We weten dat Jezus verrezen is. Hier zegt Hij, dat Hij de Heer is van leven en dood. Hij gaat over de verrijzenis van ons mensen, over ons eeuwig leven. Deze uitspraak gaat ook over ons leven hier op aarde. Jezus is dit leven zelf. Hij heeft als mens dit leven geleefd. Hij deelt ten volle met ons het menselijk bestaan. Hij heeft ons laten zien dat ons leven geheel draait om de liefde. Het is de liefde die ons doet leven en waarvoor wij leven.
Als wij ons leven verbinden met dat van Jezus, als wij in Hem geloven, willen wij leven zoals Hij ons heeft voorgedaan: leven in vrijheid, leven van en voor de liefde. Liefde en verbondenheid is er tussen levende mensen. Deze liefde en verbondenheid overstijgt de dood en overstijgt het aardse. Zo blijven wij in liefde verbonden met onze dierbare overledenen. Als wij ons leven verbinden met dat van Jezus, Dan raken wij hier op aarde al aan het ware leven. Dan zullen wij ook niet echt sterven maar overgaan naar een leven dat geheel uit liefde bestaat. Dan zullen ook wij met Jezus eeuwig leven.
Dit is ook de boodschap van de apostel Paulus: Hij maakt ons duidelijk, dat wij troost mogen vinden in het leven, het sterven en de verrijzenis van Jezus Christus. “Gij moogt niet bedroefd zijn zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Wij geloven immers dat Jezus is gestorven en weer opgestaan; evenzo zal God hen die in Jezus zijn ontslapen levend met Hem meevoeren En zo zullen wij voor altijd samen zijn met de Heer. Troost elkander dan met deze woorden.” Amen.