Spring naar inhoud

Controle; Nm 11,25-29; Jak 5,1-6; Mc 9,38-48

30 september 2018

Zaterdag een week geleden schreef Fokke Obbema in de Volkskrant een uitvoerig verhaal over wat hem is overkomen. Anderhalf jaar geleden heeft hij een hartstilstand gehad. In zijn artikel schrijft hij hoe het hem daarna is vergaan. U begrijpt dat ik dit verhaal met interesse las. Vier maanden geleden had ik zelf een hartstilstand en ook ik heb het overleefd.

Fokke Obbema verwacht in eerste instantie dat hij weer snel zijn werk als journalist kan oppakken, maar dat valt tegen. Hij begint zich af te vragen waarom hem dit is overkomen. Hij leeft gezond, rookt niet, drinkt weinig, sport veel en het is ook geen erfelijke aangelegenheid. In plaats van weer aan het werk te kunnen, begint hij te piekeren. Waarom ik? En hoe voorkom ik een volgende keer? Hoe krijg ik mijn leven weer onder controle? Hoe ban ik de onzekerheid uit? Hoe word ik weer een gelukkig mens?

Onzekerheid is iets waar wij mensen moeite mee hebben. Onzekerheid kan ons angst aanjagen. Dus doen we veel moeite om onzekerheid te vermijden. We proberen ons leven zoveel mogelijk onder controle te krijgen. Als echte controle niet mogelijk is, doen we het met schijncontrole. Door gezond te leven, denken we lang en gelukkig te leven. Sterker nog dan hebben we daar recht op, zo maken wij ons zelf wijs.

Met dit verhaal nog in mijn hoofd las ik deze week de lezingen van vandaag. En dat is het mooie van de Bijbel vaak gaat hetgeen je leest over wat je op dat moment bezig houdt. Elk verhaal heeft zoveel lagen en betekenissen dat het in heel veel verschillende gevallen van toepassing is. Zo zag ik dat de lezingen van vandaag ook over controle gaan.

In het Evangelie willen de leerlingen controle, zoals dat ook in de eerste lezing het geval is. Als iedereen maar profeteert of duivels uitdrijft, wordt het een zootje, dan hebben wij het niet meer onder controle. Controle willen hebben gaat al gauw ten koste van anderen. Anderen moeten zich aan mijn regels houden, dan gaat het goed. Ook de brief van Jakobus is op deze manier te lezen. Als anderen maar doen wat ik wil, kan ik in welstand leven. Maar rijkdom geeft geen zekerheid. De zo verkregen rijkdom is verrot en ondanks de rijkdom wordt men geconfronteerd met rampen.

Jezus wijst de leerlingen erop dat het niet gaat om het hebben van controle. Als iemand in zijn naam duivels uitdrijft, dan is dat goed. Dat is ook goed als hij zich geen volgeling van Jezus noemt, als hij zich niet houdt aan de regels die zijn leerlingen graag zien. Als iemand zich op een of ander manier met Christus verbindt, zal hij niet snel iets verkeerds doen. Het is zoals Augustinus zegt: “Heb lief en doe wat je wilt.” Als lief hebt, als je je leven met Christus verbindt, doe niet snel kwaad, je handelen zal vanzelfsprekend op het goede gericht zijn.

Controle willen uitoefenen betekent ook dat je jezelf beter voelt dan de ander. Jij weet het beter, jouw manier van geloven is beter. Jezus wijst de leerlingen erop dat het niet om hen gaat, maar om de ander. De ander die soms moeizaam en stuntelend probeert te geloven. Kapittel hem niet, maar geef hem de ruimte om zijn weg te vinden, want maar al te makkelijk laat je deze mens struikelen en breng hem tot zonde. Geen oog hebben voor de minste en je beter voelen dan hem, is echt het ergste wat er is. Iedere mens mag er zijn en is geschapen naar het beeld van God. Iedere mens is een kind van God. Dat vraagt dat je niet jezelf centraal stelt maar dat je God centraal stelt en dat je je leven verbindt met dat van Christus. Dan heb je al die controle niet nodig. Als je je leven verbindt met Christus, durf je te vertrouwen. Het maakt je minder bang en angstig voor de toekomst, want Hij zal er altijd voor je zijn.

In het laatste deel van het Evangelie kunnen we lezen, waartoe het leidt als we alles zelf onder controle wil hebben. Als je op eigen kracht wil voorkomen dat je zondigt, dan moet je misschien wel zeer drastische maatregelen nemen zoals handen afhakken en ogen uitrukken. Beter is het om met Jezus het pad van de liefde te volgen. Dan ben je barmhartig naar je medemens en ook barmhartig naar jezelf. Dan weet je dat je niet volmaakt hoeft te zijn. Dan weet je dat om vergeving kunt vragen en die ook zult krijgen. Dan laat je ieder de ruimte om zijn eigen weg op het pad van liefde te vinden.

Fokke Obbema is nog bezig zijn pad van liefde te vinden. Hij is op de goede weg. Meer is ook niet mogelijk want je eigen pad van liefde vinden is een levenslange zoektocht. Misschien zal ook hij ooit ontdekken dat Jezus die weg is.

En hoe het ondertussen met mij is? Ik neem de woorden van mijn grootvader, pake Pier, ter harte. “Leef alsof je het eeuwig leven hebt, maar besef ook dat je ieder moment kunt sterven.” Ondertussen vertrouw ik op God en weet ik dat mijn leven in zijn handen ligt. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s