Spring naar inhoud

De vrede van Christus; Fil 1,20c-24.27a; Mt 20,1-16

24 september 2017

Ik weet niet hoe het u vergaat, maar de kans is groot dat u – net als ik – niet dagelijks bezig bent met de vraag die Paulus hier aan de orde stelt: Wanneer ben ik beter af? Is het beter voor mij dat ik blijf leven of ben ik beter af als ik ga sterven? Paulus zit op dat moment in de gevangenis, waarschijnlijk in Caesarea. Vanuit Jeruzalem – waar de joden hem wilden vermoorden – is hij naar Caesarea overgebracht om daar berecht te worden. Paulus verkeert in moeilijke omstandigheden en is zijn leven niet zeker. Onder dergelijke omstandigheden is de vraag van Paulus over leven en dood mogelijk meer voor de hand liggend dan in het gebruikelijke leven van alledag.

Paulus weet zich innig verbonden met Christus. “Voor mij toch is het leven Christus…” Paulus gaat helemaal op in zijn Verlosser en Zaligmaker. Het maakt hem daardoor niet zoveel uit wat er met hem gebeurt. Als hij leeft, leeft hij in en met en door Christus. Als hij sterft zal hij voor eeuwig met zijn Heer verenigd zijn. Wat er ook gebeurt: in hem zal Christus verheerlijkt worden. Zijn hele leven, zijn hele bestaan staat in het teken van Jezus Christus. De dood zal daar geen einde aan maken.

De meesten van ons zullen niet zo licht spreken over leven en dood. Wij mensen zijn over het algemeen zeer gehecht aan ons leven. Hoe groot ons geloof ook mag zijn, we willen ons leven niet zomaar inruilen voor de onzekerheid van het eeuwig leven. We weten wat we hebben. Niemand weet precies hoe het hierna zal zijn. Voor Paulus is de liefde van Christus zo’n allesomvattende werkelijkheid dat deze menselijke onzekerheid blijkbaar geen rol meer speelt. In deze brief die nog geen vijf bladzijden lang is, schrijft Paulus uitvoerig over zijn persoonlijke geloofsleven en zijn persoonlijke verhouding tot Christus.

Bij het lezen van de brief dringt de vraag zich op: Hoe kan iemand zich zo intens verbonden weten met Christus? Hoe kan ik als mens van vlees en bloed zoveel houden van iemand, die ik nooit in levende lijve gezien heb? Paulus ervaart Christus als de bron van de vreugde in zijn leven. Christus geeft hem de kracht zijn missionaire arbeid te verrichten en alles wat hij heeft moeten verduren, te verdragen. In Christus ervaart hij een diepe verbondenheid met de mensen aan wie hij deze brief schrijft.

De eenheid in Christus, de eensgezindheid en de onderlinge verbondenheid geven vreugde en blijdschap zoals Paulus zelf heeft ervaren. Deze vreugde en blijdschap gunt Paulus aan iedereen. Daarom wil hij ook wel blijven leven om te kunnen getuigen van Christus en iedereen te laten delen in zijn geluk. De weg naar dat geluk ligt volgens Paulus in het leiden van een leven dat het Evangelie waardig is. In deze brief zijn saamhorigheid en eensgezindheid daarin sleutelwoorden. Paulus roept op tot gemeenschap en eenheid. Volgende week horen we daar meer over.

Leven in verbondenheid met Christus is zoeken Hem na te volgen, te leven zoals Hij het heeft voorgedaan, en zijn lessen zoals gegeven in gelijkenissen in de praktijk te brengen. De boodschap uit de gelijkenis van vandaag vinden we terug in de sociale leer van de Kerk. De landeigenaar zegt tegen de arbeiders: “Ik zal u geven wat billijk is.” Eén denarie was in die tijd een fatsoenlijk dagloon: een gezin kon daar een dag van leven. Door iedereen die ene denarie te betalen hoeft er niemand honger te lijden. De Kerk heeft de boodschap hiervan vertaald in haar sociale leer. De Kerk leert dat iedereen met het loon voor zijn arbeid in staat moet zijn om een gezin te onderhouden. De prijs die voor arbeid betaald wordt, is niet alleen een economisch gegeven, niet alleen afhankelijk van de marktwerking. De arbeidskosten kennen ook een ethische kant. In ons land vinden we dit denken terug in het minimumloon.

Het gaat niet alleen om de waarde van het verrichte werk. Het gaat ook om de waardigheid van de mens. Waarde en waardigheid zijn verschillende begrippen. De waarde van iets kun je in geld uitdrukken. Waardigheid is een absoluut begrip. Waardigheid is niet te koop. Dingen hebben waarde. Zij hebben een prijs. Mensen hebben waardigheid. Dingen zijn ook vervangbaar. Hun waarde wordt bepaald door de markt. Daarentegen is iedere mens uniek en onvervangbaar. Iedereen is geschapen als beeld en gelijkenis van God. Zo zijn alle mensen gelijkwaardig aan elkaar.

We zijn aan het einde van de vredesweek. Paulus roept ons op tot gemeenschap en eenheid, tot saamhorigheid en eensgezindheid. Voor hem is het duidelijk dat de werkelijke vrede alleen te vinden is in een leven in verbondenheid met Christus. Jezus houdt ons voor wat billijk is. Billijkheid is meer dan vraag en aanbod. Billijkheid overstijgt het marktdenken. Billijkheid heeft te maken met gerechtigheid en met de waardigheid van iedere mens. Ook dat zijn aspecten van werkelijke vrede, aspecten van de vrede van Christus. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s