Spring naar inhoud

Duurzaamheid en de sociale leer van de Kerk

12 mei 2016

Sociale leer van de Kerk

Op 18 juni 2015 verscheen een brief van paus Franciscus gericht aan alle bewoners van ons gezamenlijk huis. De encycliek draagt de titel: ‘Laudato si’’ ofwel ‘Geprezen zijt Gij’. Deze woorden komen uit het Zonnelied, een loflied op God en zijn schepping: “Geprezen zijt Gij, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde, die ons voedt en leidt…” (1) Het Zonnelied is van Franciscus van Assisi. Hij “nodigt ons, trouw aan de Schrift, uit de natuur als een schitterend boek te zien waarin God tot ons spreekt en ons een glimp schenkt van zijn oneindige schoonheid en goedheid.” (12)

De encycliek gaat over duurzaamheid, over de schepping en haar voortbestaan en over de gevolgen van het onverantwoord omgaan met de schepping. De aarde “schreeuwt ons op dit moment toe vanwege de schade die wij haar hebben toegebracht door ons onverantwoordelijk gebruik en misbruik van al het goede dat God haar heeft geschonken.” (2) Met deze encycliek gaat paus Franciscus verder op de weg van zijn voorgangers.

Het kerkelijk denken

In 1971 verwees Paulus VI naar de ecologische problematiek. Hij schreef over een crisis die een dramatisch gevolg is van onbezonnen exploitatie van de natuur.[1] Johannes Paulus II stelde dat er geen wereldvrede kan zijn als de wereld de milieuproblematiek niet serieus oppakt en niet haar collectieve verantwoordelijkheid neemt jegens de armen en de toekomstige generaties.[2] Van hem is het begrip ‘ecologische zonde’: wie schade toebrengt aan het milieu, begaat een zonde. Benedictus XVI stond bekend als de ‘groene’ paus. Hij vroeg voortdurend aandacht voor het milieu. Hij liet het niet alleen bij woorden, hij bracht het ook in de praktijk: in 2007 was het Vaticaan het eerste CO2-neutrale land ter wereld.

Met ‘Laudato si’’ roept paus Franciscus iedereen op: “Deze dringende oproep tot bescherming van ons gemeenschappelijke huis omvat de noodzaak de gehele menselijke familie bij elkaar te brengen om te zoeken naar een duurzame en integrale ontwikkeling, want wij weten dat zaken kunnen veranderen. (…) De mensheid heeft nog steeds de mogelijkheid samen te werken aan de opbouw van ons gemeenschappelijk huis.” (13) De encycliek maakt deel uit van de sociale leer van de Kerk.

In de vierde eeuw werd het christendom de staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk. Vanaf die tijd ontstond er gaandeweg een vaste taakverdeling tussen Kerk en staat. Na de Franse Revolutie raakte de Kerk met haar denken over de inrichting van de maatschappij steeds meer in een isolement. Zij verzette zich tegen de producten van de Verlichting: liberalisme, socialisme, mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en democratie. Pius IX bepleitte in 1864 dit antimodernisme.[3]

In 1891 werd een nieuwe weg ingeslagen.[4] Leo XIII had oog voor de snel veranderende samenleving en legde de basis voor een katholieke maatschappijvisie. Dit wordt gezien als het begin van de sociale leer van de Kerk. Deze derde weg naast het liberalisme en het socialisme werd in 1931 door Pius XI verder uitgewerkt.[5] Belangrijke begrippen in deze maatschappijvisie zijn: solidarisme en corporatisme. In Nederland leidde dit dankzij de KVP tot de SER (Sociaal-Economische Raad).

Johannes XXIII verliet in 1961 het idee van de derde weg.[6] Er is niet langer sprake van een eigen systeem. Iedere samenleving heeft het recht haar eigen keuzes te maken. Deze worden vanuit het gelovige sociale denken van de Kerk beoordeeld. Hierbij is de aandacht voor de menselijke waardigheid een belangrijk criterium. Deze nieuwe manier van denken wordt in 1965 verder uitgewerkt tijdens het Tweede Vaticaans Concilie. Het gaat voortaan om “de opdracht de tekenen des tijds te onderzoeken en in het licht van het Evangelie te interpreteren”.[7] Sleutelbegrippen van het nieuwe denken zijn: algemeen welzijn, personalisme, solidariteit en subsidiariteit.

Centraal in het denken van de Kerk over de mens staat niet het woord ‘individu’, maar het woord ‘persoon’. Een mens wordt pas mens in relatie met anderen. Dan is hij in staat tot het ontvangen en geven van liefde. Hierin is hij ook beeld van de Drie-ene God, die liefde is en gemeenschap in zichzelf. Dit maakt dat de mens afhankelijk is van andere mensen en in die zin ook niet volledig autonoom kan zijn. De mens is geen soevereine instantie, die aan zichzelf genoeg heeft. God heeft ons niet als individu aan onszelf gegeven, maar als persoon naast de ander, als hulp aan de ander gelijk (Gn 2,18) en als hoeder van mijn broeder (Gn 4,9).

In 1967 verbreedt Paulus VI het blikveld van de Kerk tot de hele wereld.[8] Daarvoor was het denken vooral op Europa gericht. Hij pleit voor de ontwikkeling van de gehele mens en van alle mensen. Alle volken hebben recht op ontwikkeling. Na eerder Paulus VI zet Johannes Paulus II in 1987 het milieuvraagstuk uitgebreid op de kerkelijke agenda.[9] Wij kunnen niet ongestraft gebruik maken van alles wat levend of levenloos deel uit maakt van deze wereld. Onze natuurlijke hulpbronnen zijn niet onuitputtelijk en milieuvervuiling heeft ernstige gevolgen voor de wereldbevolking.

Johannes Paulus II heeft de sociale leer en de moraaltheologie met elkaar verbonden.[10] De menselijke waardigheid is hierin een verbindend element. Het gaat niet alleen om de waardigheid van iedere mens. Het gaat ook om de waardigheid van heel de mens, om ziel én lichaam, om alle denken en doen en vanaf het eerste begin tot het laatste moment van het leven. Benedictus XVI brengt in 2009 de vraagstukken van de globalisering, de migratie en de toenemende speculatie onder de aandacht.[11] De sociale leer van de Kerk is steeds in ontwikkeling en zal dit blijven om steeds weer te kunnen reageren op de voortdurend veranderende situatie in de wereld.

Groen zijn

Volgens Benedictus XVI is ‘groen zijn’ een morele en religieuze noodzaak: “Goede en effectieve maatregelen tegen de verspilling en vernietiging van de schepping kunnen alleen ontwikkeld en gerealiseerd worden, begrepen en nageleefd worden, als de schepping vanuit Gods standpunt wordt gezien.”[12] Duurzaamheid staat ook niet los van gerechtigheid. Onverantwoorde levenskeuzes en leefstijlen bedreigen niet alleen de aarde, zij maken ook het leven van de armen nog moeilijker.

De teksten van Benedictus XVI over het milieu zijn samengebracht in ‘Tien geboden voor het milieu’.[13] Het zijn tien hoofdthema’s van het denken van de Kerk over het milieu. De mensheid moet een verantwoordelijke beheerder van de schepping zijn. Wij zijn geroepen om door onze levensstijl te getuigen dat alles en iedereen is geschapen om God eer te bewijzen. Dat onderscheidt ons van de seculiere milieubeweging. Het is God die centraal staat, niet de mens. Gods liefde geeft ons de moed en de hoop het milieuprobleem aan te pakken. Samen met God werkt de mens als medeschepper aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

1e gebod: Gebruiken, niet misbruiken

De mens staat aan het hoofd van de schepping en moet haar overeenkomstig Gods plan op verantwoordelijke wijze beheren en gebruiken. Het scheppingsverhaal leert ons dat de mens door God is belast met het beheer van de schepping: “God sprak: ‘Nu gaan wij de mens maken, als beeld van ons, op ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.’” (Gen 1,26) Wij hebben de opdracht de schepping te gebruiken en verder te ontwikkelen. We zijn echter ook in staat haar te misbruiken en te vernietigen.

2e gebod: Weinig minder dan een God

De natuur is geen gebruiksobject dat kan worden gemanipuleerd en geëxploiteerd, en ook geen absolute waarde die boven de menselijke waardigheid staat. Sinds Darwin de evolutieleer ontdekte, is voor velen ook het mensbeeld veranderd. Psalm 8 zegt ons: “Wat is dan de mens dat Gij aan hem denkt, de zoon van Adam, dat hij U ter harte gaat? Toch hebt Gij hem bijna een god gemaakt en hem met glorie en luister gekroond.” Ook al is de mens de beheerder van de schepping, hij maakt er ook deel van uit. De waarde van de mens gaat de schepping te boven, maar het menselijk bestaan is ook afhankelijk van de schepping. De mens mag de schepping niet willekeurig manipuleren, maar hij moet zich ook niet passief onderwerpen aan de grillen van de natuur.

3e gebod: Eén voor allen, allen voor één

Het is een gezamenlijke plicht het milieu te respecteren als een collectief bezit, bestemd voor de huidige en de toekomstige generaties. Algemeen welzijn, solidariteit, vrede en gerechtigheid staan in directe relatie met duurzaamheid. De mensheid van heel de wereld en van alle tijden vormt één grote familie. Het bereiken van positieve resultaten vraagt ieders inspanning en de samenwerking van velen, waaronder politici, wetenschappers en economen.

4e gebod: Het is geen ‘brave new world’

Bij milieuproblemen gaan ethiek en menselijke waardigheid boven techniek. Aldous Huxley beschrijft in zijn roman ‘Brave New World’ een toekomstige wereld die totaal door technologie en rationaliteit wordt beheerst. Rationaliteit, wetenschap en techniek zijn ons door God als een geschenk in handen gegeven. Een goed gebruik van deze op zichzelf neutrale instrumenten vraagt een ethische afweging, een toetsing aan de waarden die het geloof ons leert.

5e gebod: Gaia is geen god

De natuur is niet goddelijk en zo lang de schepping en de natuurlijke orde worden gerespecteerd, is menselijk ingrijpen goed. In de Griekse mythologie is Gaia de oermoeder, Moeder Aarde. In onze tijd is dit beeld van een goddelijke aarde nieuw leven ingeblazen. Hiermee krijgt de mens een ondergeschikte positie ten opzichte van de aarde. De Bijbel leert ons echter dat de aarde door God is geschapen en dat zij aan de mens is toevertrouwd: de aarde is een geschenk van God aan de mens. Het gebruik van geschenken vraagt dat wij respect hebben voor de bedoelingen van de schenker.

6e gebod: Vooruitgang tot welke prijs?

Economisch en ecologisch beleid moeten op elkaar afgestemd worden. Naast de economische zijn ook de ecologische kosten van belang. Ons economisch handelen wordt over het algemeen vooral door de direct zichtbare kosten bepaald. Eventuele negatieve effecten voor het milieu blijven daarmee meestal buiten beschouwing. Economische en ecologische ontwikkelingen mogen niet los van elkaar worden gezien. De aarde en de natuur zijn niet onuitputtelijk: er zijn grenzen. Binnen de mogelijkheden van de schepping moet de mens streven naar het algemeen welzijn van iedereen.

7e gebod: Stromen als een rivier

Het stoppen van de wereldwijde armoede vraagt eerlijke verdeling van alle grondstoffen. In 2005 stelt Benedictus XVI: “De aarde kan werkelijk voldoende voortbrengen om al haar bewoners te voeden, op voorwaarde dat de rijke landen niet dat wat aan iedereen toebehoort, voor zichzelf houden.”[14] Solidariteit en gerechtigheid zijn pijlers van de sociale leer van de Kerk. Zij richten bij de verdeling van schaarste onze aandacht op de positie van de armen. Het zijn de armen die het eerst en het meest onder de gevolgen van milieurampen te lijden hebben.

8e gebod: We zitten in hetzelfde schuitje

Het recht op een veilige en schone leefomgeving moet door wereldwijde samenwerking en internationale akkoorden beschermd worden. Zonder internationale samenwerking en mondiale structuren komen we niet tot een duurzame samenleving. Naast vrijwillige samenwerking is er ook internationale regelgeving noodzakelijk. Iedere mens heeft recht op een schoon milieu.

9e gebod: Discipline is niet een vies woord

Milieubescherming vereist een andere levensstijl. We moeten ons afkeren van consumentisme en productiemethoden nastreven die de natuurlijke orde respecteren en waarmee we kunnen voorzien in de basisbehoeften van alle levende wezens. Het zal iedereen volstrekt duidelijk zijn, dat we niet door kunnen gaan met onze Westerse manier van leven en overconsumptie. Dat vraagt discipline en een andere mentaliteit. We moeten van een mentaliteit van ‘hebben’ naar een mentaliteit van ‘zijn’ met nadruk op waarden als waarheid, schoonheid, deugdzaamheid en gemeenschap.

10e gebod: Alles is gegeven

Milieuvraagstukken vragen om een spiritueel antwoord, geïnspireerd door het geloof dat de schepping een geschenk van God is. De mens is God dankbaar voor de schepping. Een goede omgang met de schepping, duurzaamheid en zorg voor het milieu vragen dat wij de schepping zien als een geschenk van God. Met dit geschenk openbaart God zijn liefde en goedheid aan ons. De dankbaarheid voor het geschenk brengt ons in beweging om ervan te getuigen, het goed en respectvol te gebruiken en het verder uit te bouwen tot een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Laudato si’

Benedictus XVI stelde de duurzaamheid aan de orde in preken, toespraken en boodschappen. Franciscus gaat een stap verder door het kerkelijk denken over duurzaamheid vast te leggen in een encycliek. Een encycliek is een leerstellig document. De inhoud is niet dogmatisch, maar maakt wel deel uit van de katholieke leer in bredere zin. De sociale leer van de Kerk is vastgelegd in een serie encyclieken te beginnen in 1891 met Rerum novarum van Leo XIII.

Hoofdstuk 1: Wat gebeurt er met ons gemeenschappelijk huis

De paus beschrijft de bedreigingen die uitgaan van klimaatverandering, temperatuurstijging, vervuiling van water en verlies van biodiversiteit. Deze bedreigingen – waaraan de mens medeschuldig is – treffen alle mensen maar vooral de armen. “De aarde, ons huis, begint steeds meer op een enorme vuilnisbelt te lijken.” (21) “Deze problemen zijn nauw verbonden met de wegwerpcultuur, die zowel de uitgesloten mensen betreft als ook voorwerpen snel reduceert tot afval.” (22) “Klimaatverandering is een mondiaal probleem met ernstige gevolgen…” (25) “Omdat alle schepselen met elkaar zijn verbonden, moeten alle met liefde en respect gekoesterd worden, want wij allen zijn als levende schepselen van elkaar afhankelijk.” (42)

“Tot de sociale aspecten van de mondiale veranderingen behoren ook de gevolgen van de technologische innovaties op het gebied van de arbeid, de sociale uitsluiting, de ongelijkheid in de verdeling en het gebruik van energie en andere diensten, de afbraak van de gemeenschap, de toename van geweld en de opkomst van nieuwe vormen van sociale agressie, drugshandel en toenemend drugsgebruik door jongeren, en het verlies aan identiteit.” (46) “Het menselijke milieu en het natuurlijke milieu verslechteren in samenhang met elkaar; wij kunnen de achteruitgang van het milieu niet adequaat bestrijden zonder ook aandacht te besteden aan de oorzaken die verband houden met de menselijke en sociale achteruitgang.” (48)

Hoofdstuk 2: Het evangelie van de schepping

Ons wereldbeeld is van grote invloed op de wijze waarop wij met de wereld omgaan. “Als wij werkelijk een ecologie willen ontwikkelen die ons in staat stelt de schade die we hebben veroorzaakt, te herstellen dan mag geen enkele wetenschap en geen enkele vorm van wijsheid uitgesloten worden, ook de religies niet met haar eigen taal.” (63) De mens is deel van de schepping, is ervan afhankelijk en draagt er verantwoordelijkheid voor. De schepping is er voor alle mensen, nu en in de toekomst. De schepping is aan de mens gegeven om haar te bewerken en te beheren, niet om haar aan onze wil te onderwerpen. Zij is ons gegeven om te gebruiken, niet om te verbruiken. De schepping bewerken en met respect beheren betekent, dat we haar verder mogen ontwikkelen maar haar ook moeten verzorgen en beschermen.

“De verantwoordelijkheid voor Gods aarde betekent dat de mensen (…) de wetten van de natuur en het delicate evenwicht dat er tussen de schepselen van deze wereld bestaat, moeten respecteren…” (68) “We worden ook opgeroepen te onderkennen dat de andere levende wezens in de ogen van God hun eigen waarde hebben en Hem alleen al met hun bestaan loven en verheerlijken…” (69) “Wij hebben de vrije keuze met onze intelligentie aan een positieve ontwikkeling bij te dragen of nieuwe rampen te veroorzaken…” (79) “God wil de onderlinge afhankelijkheid van de schepselen.” (86) De paus pleit voor een holistische en allesomvattende visie. “Vrede, gerechtigheid en behoud van de schepping zijn drie absoluut met elkaar verbonden thema’s…” (92)

Hoofdstuk 3: De menselijke oorzaken van de ecologische crisis

Er is een culturele revolutie nodig. Teveel wordt ons denken beheerst door wetenschap en technologie, door geld en markt. Wetenschap en technologie zijn geschenken van God, maar vragen om verantwoord gebruik met respect voor mens en natuur. “We moeten onderkennen dat kernenergie, biotechnologie, informatietechnologie, kennis van ons DNA en vele andere vaardigheden die wij ons eigen hebben gemaakt, ons een enorme macht hebben gegeven.” (104) “De neiging bestaat te geloven dat iedere toename van macht een groei in vooruitgang betekent (…), alsof de werkelijkheid, het goede en de waarheid automatisch uit de technologische en economische kracht zelf voortvloeien.” (105) “Het technocratische paradigma neigt de economie en de politiek te domineren.” (109) Winstmaximalisatie zou voldoende zijn om tot een betere wereld te komen. Mensen en schepping mogen niet ondergeschikt zijn aan winstbejag en eigenbelang.

De ecologische crisis komt voort uit een ethische, culturele en spirituele crisis. “Als we er niet in slagen de waardigheid van de arme, van het ongeboren kind en van de gehandicapte (…) te erkennen als deel van de werkelijkheid, wordt het moeilijk het hulpgeroep van de natuur zelf te horen; alles is met elkaar verbonden.” (117) Door onszelf centraal te stellen en absoluut voorrang te geven aan ons eigen gemak en plezier, wordt al het andere betrekkelijk en onbelangrijk. “Het verstandig ontwikkelen van de schepping is de beste manier om voor haar te zorgen. Dit betekent dat wijzelf het gereedschap van God worden om de mogelijkheden die Hij zelf in alles heeft gelegd tot ontplooiing te brengen.” (124)

Hoofdstuk 4: Integrale ecologie

Franciscus pleit voor een integrale ecologie met duidelijk respect voor menselijke en sociale aspecten. De natuur staat niet los van de mensen. Het milieu is de samenhang tussen de natuur en de mensen die er leven. De natuur heeft niet alleen gebruikswaarde voor de mens, maar is ook waardevol op zichzelf. Ook vragen de culturen van de verschillende volkeren bescherming. Een integrale ecologie hangt direct samen met vrede en veiligheid, met stabiliteit en gerechtigheid, met de wijze waarop mensen met elkaar samenleven van dag tot dag, nu en in de toekomst.

Hoofdstuk 5: Wegen naar aanpak en actie

In dit hoofdstuk beschrijft de paus wegen tot verder gesprek en tot activiteiten om aan de spiraal van zelfvernietiging te ontkomen. “Onderlinge afhankelijkheid verplicht ons te denken in termen van één wereld met een gezamenlijk plan.” (164)

“Voor arme landen moet de prioriteit liggen bij de uitroeiing van extreme armoede en de bevordering van de sociale ontwikkeling van de bevolking. (…) Evengoed moeten ook zij minder verontreinigende vormen van energieproductie ontwikkelen, maar daarbij hebben zij de hulp nodig van landen die ten koste van de voortdurende vervuiling van de planeet grote groei hebben doorgemaakt.” (172) “Gegeven de situatie is het wezenlijk tot sterkere en efficiënter georganiseerde internationale instellingen te komen met functionarissen die bevoegd zijn tot het uitdelen van sancties en die aangesteld worden bij overeenkomst tussen de nationale regeringen.” (175)

Hoofdstuk 6: Ecologische opvoeding en spiritualiteit

Politici en wetenschappers zijn verantwoordelijk voor concrete maatregelen. De paus biedt een moreel kompas aan, niet alleen voor de politiek, maar voor iedere mens. Hij heeft het over een ecologische bekering en een ecologische spiritualiteit. “Vele zaken moeten veranderen, maar bovenal moeten wij mensen veranderen.” (202) “Mensen geloven dat ze vrij zijn zolang ze de vermeende vrijheid tot consumeren hebben.” (203) “Hoe leger iemands hart is, hoe meer hij of zij de behoefte heeft om zaken te kopen, te bezitten en te consumeren. Het wordt bijna onmogelijk om de grenzen te accepteren die de realiteit oplegt.” (204)

Wij mensen moeten een nieuwe levensstijl aannemen. Mensen zijn “in staat boven zichzelf uit te stijgen, opnieuw voor het goede te kiezen en een nieuwe start te maken.” (205) “Het is nodig dat politieke organisaties en vele andere sociale groeperingen werk maken van het verhogen van het bewustzijn bij de mensen. Dat geldt ook voor de Kerk.” (214)

“Christelijke spiritualiteit biedt een alternatief begrip van de kwaliteit van het leven en zij moedigt aan tot een profetische en bezinnende manier van leven, een levensstijl die vervuld is van diepe vreugde, vrij van de obsessie voor het consumeren. (…) Het gaat om de overtuiging ‘minder is meer’.” (222) Soberheid maakt vrij. “Echter niemand is in staat tot een leven van soberheid en tevredenheid, als hij of zij niet in vrede met zichzelf leeft. (…) Innerlijke vrede is nauw verbonden met de zorg voor de ecologie en het algemeen welzijn…” (225)

[1]     Paulus VI, Octogesima adveniens, 1971.

[2]     http://w2.vatican.va/content/john-paul-ii/en/messages/peace/documents/hf_jp-ii_mes_19891208_xxiii-world-day-for-peace.html.

[3]     Pius IX, Quanta cura, 1864.

[4]     Leo XIII, Rerum novarum, 1891.

[5]     Pius XI, Quadragesimo anno, 1931.

[6]     Johannes XXIII, Mater et Magistra, 1961.

[7]     Tweede Vaticaans Concilie, Pastorale constitutie Gaudium et spes, 1965, 4.

[8]     Paulus VI, Populorum progressio, 1967.

[9]     Johannes Paulus II, Sollicitudo rei socialis, 1987.

[10]    Johannes Paulus II, Redemptor hominis, 1979.

[11]    Benedictus XVI, Caritas in veritate, 2009.

[12]    http://www.vatican.va/holy_father/benedict_xvi/speeches/2008/august/documents/hf_ben-xvi_spe_20080806_clero-bressanone_en.html.

[13]    Woodeene Koenig-Bricker, Ten Commandments for the Environment: Pope Benedict XVI Speaks Out for Creation and Justice, Notre Dame: Ave Maria Press, 2009.

[14]    http://www.vatican.va/holy_father/benedict_xvi/speeches/2005/june/documents/hf_ben-xvi_spe_20050616_ambassadors_en.html.

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s