Spring naar inhoud

Gemeenschap in Christus; Hnd 14,21-27; Apk 21,1-5; Joh 13,31-35

24 april 2016

Vandaag gaan de lezingen over gemeenschap. In de Handelingen van de apostelen lezen we hoe er een nieuwe gemeenschap wordt opgebouwd. Ze houden elkaar bij de les door over God en zijn werk te blijven spreken. Hierdoor zijn ze in staat ook de tegenslagen gezamenlijk te dragen. Er worden mensen aangesteld om verantwoordelijkheden op zich te nemen. Mensen nemen hun dienstwerk binnen de gemeenschap op zich en zij mogen zich door de gemeenschap gedragen weten. Johannes ziet in zijn visioen een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Christus, die op de troon is gezeten, zegt: “Zie, ik maak alles nieuw.” In de ideale gemeenschap woont God onder de mensen. God en mensen vormen één gemeenschap en er is geen rouw, geen geween en geen smart; al het oude is voorbij. Jezus vertelt ons hoe de verrezen en verheerlijkte Christus de bron van gemeenschap is. Hij is het ware gezicht van Gods liefde en barmhartigheid. Hij vormt het fundament van de gemeenschap in en met Hem. Aan die gemeenschap is het toevertrouwd Gods liefde voor allen te verkondigen en in de praktijk te brengen.

Vijftig jaar geleden was het Tweede Vaticaanse Concilie. Dit Concilie bracht de Kerk terug naar de plaats waar zij thuishoort: midden tussen de mensen. De pastorale constitutie ‘Gaudium et spes’ begint met: “De vreugde en de hoop, het leed en de angst van de hedendaagse mens, vooral van de armen en van alle lijdenden, zijn ook de vreugde en de hoop, het leed en de angst van Christus’ leerlingen; en er is niets echt menselijks, of het vindt weerklank in hun hart.” Twee elementen van de Kerk en van het christendom krijgen nieuwe aandacht: dienstbaar zijn en gemeenschap vormen. De hele Kerk wil dienstbaar zijn aan alle mensen. Zij voelt zich ten diepste verbonden met iedereen, met de gehele mensheid. Deze dienstbaarheid van de Kerk krijgt mede gestalte door het nieuw leven inblazen van het diaconaat, het ambt van de diaken. Maar de diaken is niet de enige die de opdracht heeft vanuit en namens de Kerk dienstbaar te zijn. Het is de opdracht van de gehele Kerk om dienstbaar te zijn aan de mensheid en het is de roeping van iedere christen om dienstbaar te zijn aan de medemens.

Het tweede element is het vormen van gemeenschap, communio. Communio was een veel gebruikt woord in de jaren na het Concilie. Een belangrijke uitdrukking daarvan is de Kerk zien als het volk Gods. Maar wat betekent het: het volk Gods te zijn? Wat is een gemeenschap in Christus? Wat is een gemeenschap gebaseerd op liefde en barmhartigheid? We kennen het begrip gemeenschap uit ons dagelijks leven. We vormen gemeenschappen als gezin, als familie, als vrienden, als collega’s, als leden van verenigingen, als buurtgenoten als volk et cetera. Is een gemeenschap in Christus iets geheel anders? Het antwoord lijkt mij: ja en nee, oftewel ze liggen in elkaars verlengde.

Ruim tien jaar geleden schreef paus Benedictus de encycliek ‘Deus caritas est’. Met deze brief ‘God is liefde’ liet hij zien hoe de goddelijke en de menselijke liefde in elkaars verlengde liggen. Ze staan niet los van elkaar, ze zijn met elkaar verbonden. Je zou bij wijze van spreken ook kunnen zeggen: ze zijn van het zelfde materiaal gemaakt. Zo mogen we ook ons menselijk begrijpen en menselijk aanvoelen gebruiken om in te zien wat een gemeenschap in Christus is. We kunnen de goddelijke vorm van gemeenschap zien als de meest volmaakte vorm van een menselijke gemeenschap.

De goddelijke vorm van gemeenschap vinden we in de gemeenschap die door de heilige Drie-eenheid wordt gevormd. Hier is geen na-ijver en geen eigenbelang. Hier is alleen wederzijdse liefde, harmonie en dienst aan elkaar. Onze menselijke gemeenschap heeft dit beeld als na te streven ideaal voor ogen. Als we spreken over een gemeenschap in Christus is dat een gemeenschap die dit ideaal van liefde, harmonie en dienstbaarheid nastreeft. Zo’n gemeenschap sluit niet uit. Zij is niet exclusief, maar juist inclusief. Iedereen is er welkom, iedereen hoort erbij. Zo’n gemeenschap is bestendig en duurzaam. Zij staat open naar de toekomst. Zij past zich aan en laat verandering en groei toe. Het is niet: ‘zo hebben wij het hier altijd gedaan en zo blijven we het dus doen’. Zij is niet zelfgenoegzaam. Zij is niet dwingend maar juist dienend naar elkaar. Zo’n gemeenschap houdt rekening met iedereen en vooral met de kwetsbaren en met minderheden. Er is geen dictaat van de meerderheid. Het is niet de meeste stemmen tellen. Er is nadrukkelijk aandacht voor de minderheid. De pijn en het verdriet van de één treft allen. Als er één lijdt, lijden allen. Het is zoals verstandige ouders ervoor zorgen dat ieder kind aan bod komt. Binnen zo’n gemeenschap gaat het niet om rechten en plichten, maar draagt ieder naar vermogen zijn verantwoordelijkheid. Er is respect voor elkaar, voor het geheel en voor de instituties en tradities. Ambten en instituties zijn niet het eigendom van de dragers ervan, maar van de gemeenschap als geheel. De gemeenschap vertrouwt de verantwoordelijkheid toe aan bepaalde personen.

Zo’n gemeenschap wordt gedragen door goddelijke bezieling: door Gods woord en Gods liefde en barmhartigheid. Het is een gemeenschap van vrijheid en blijheid: vrij zijn om uit liefde voor de ander het goede te doen en daardoor blij te zijn. Ik wens u toe zo’n gemeenschap te vormen en uit te dragen. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s