Spring naar inhoud

Ze volgen Mij; Hnd 13,14.43-52; Joh 10,27-30

17 april 2016

“Mijn schapen luisteren naar mijn stem en Ik ken ze en ze volgen Mij.” Het is ons gegeven de stem van Jezus te herkennen en naar Hem te kunnen luisteren. Dat is de genade van het geloof: dat wij niet doof zijn voor zijn stem. Wij horen zijn stem. Hij kent ons en Hij roept ons bij onze naam om Hem te volgen. Hij roept ons om ons met Hem te verbinden en Hem na te volgen, om te gaan lijken op Hem, te zijn zoals Hij is.

Vandaag is het roepingenzondag. Natuurlijk bidden wij vandaag voor roepingen tot het priesterschap en het diaconaat: vormen van christelijk leven waarmee Jezus Christus in deze wereld present gesteld wordt. Maar de basis daarvoor is de roeping die ons allemaal betreft: de roeping een christelijk leven te leiden. De roeping ons leven te verbinden met Christus, de roeping Hem na te volgen en aan Hem gelijkvormig te worden.

Het is het jaar van barmhartigheid. Jezus toont ons het gezicht van zijn Vader. Hij is het gezicht van de barmhartige Vader. Hij roept ook ons op barmhartig te zijn als zijn Vader. Onze bisschop noemt de Kerk een netwerk van liefde. Zij is geroepen het Evangelie te verkondigen en te bouwen aan een beschaving van liefde. Het verkondigen van het Evangelie is het uitdragen van de Blijde Boodschap van liefde en barmhartigheid. Wij worden geroepen om aan iedereen te vertellen over de liefde en barmhartigheid van God. Wij worden ook geroepen om die liefde en barmhartigheid concreet gestalte te geven. Zo bouwen wij aan een beschaving van liefde.

Paulus en Barnabas geven ons het voorbeeld. Zij spreken vrijmoedig over Gods liefde en barmhartigheid. Zij verkondigen de redding die Jezus ons gebracht heeft. Het is een boodschap die voor iedereen bestemd is, niet alleen voor de joden maar ook voor de heidenen. Dat gaat niet zonder tegenslag. Ook in die tijd was er verzet. De gevestigde belangen wensten hun positie niet te verliezen. Bezit en macht maken conservatief en behoudend. Elke verandering is een bedreiging. Er is een klimaat nodig waarin men openstaat voor verandering. Als dat op korte termijn niet verwacht wordt, is het beter de aandacht naar anderen te verplaatsen. We worden niet geroepen om te trekken aan een dood paard. Paulus en Barnabas vertrekken om elders het Evangelie te verkondigen.

Ook in onze tijd ervaren wij dat men vaak niet ontvankelijk is voor de boodschap van Evangelie. Het klimaat is momenteel niet gunstig. Vele mensen zijn vooral uit op eigenbelang en zoeken hun geluk in materiële zaken en piekervaringen. Paulus en Barnabas konden naar elders vertrekken. Dat is de meesten van ons niet gegeven. Maar dat betekent nog niet dat we maar bij de pakken moeten neerzitten. Als het klimaat niet gunstig is, kunnen we proberen het klimaat te veranderen. Uiteindelijk zijn wij zelf onderdeel van dat klimaat. Wij maken deel uit van de samenleving en van de huidige cultuur. Ons doen en laten, ons spreken en ons zwijgen gebeurt binnen de cultuur waarvan wij deel uitmaken, en heeft daarmee ook invloed op die cultuur. Wij zijn werkelijk in staat onze bijdrage te leveren aan een beter klimaat. Wij kunnen er met ons voorbeeld en met ons aanstekelijke gedrag voor zorgen dat de boodschap van het Evangelie in vruchtbare aarde valt. Dat doen we simpelweg door zichtbaar als een christen te leven.

Vandaag bidden we speciaal voor roepingen voor het gewijde ambt van priester en diaken. Het is hun taak speciale taken uit te voeren binnen de Kerk, binnen het netwerk van liefde dat door de Kerk gevormd wordt. Vandaag ervaren wij het gemis van een priester die ons kan voorgaan in de Eucharistie. Dat vraagt dat ook deze geloofsgemeenschap priesters voortbrengt. Daarom is het belangrijk dat ook wij een klimaat realiseren waarin roepingen goed gedijen: een klimaat waarin wij dergelijke roepingen stimuleren en het zelf aandurven ons te laten roepen en ook anderen op te roepen tot dienst aan de gemeenschap.

Die roeping is niet van jezelf. Je kunt het je niet toe-eigenen. Het is de Heer die je roept én het is de gemeenschap die je roept. De roepstem van de Heer wordt bekrachtigd door zijn volk. De geroepene stelt zich beschikbaar. Hij is degene die antwoord geeft. Hij herkent de stem van de Heer en tracht op die roepstem in te gaan door zich met Christus te verbinden en Hem na te volgen. Wij allemaal worden geroepen. Als ieder van ons gehoor geeft aan de roepstem van de Heer, zijn stem herkent en naar Hem luistert, dan bouwen wij samen de Kerk op tot een netwerk van liefde. Binnen zo’n gemeenschap zullen ook de roepingen voor bijzondere taken en voor bijzondere vormen van christelijk leven een goede voedingsbodem vinden. Te weinig roepingen is niet primair het probleem van de bisschop; het is het probleem van ieder van ons. Roeping begint bij onszelf. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s