Amoris laetitia, barmhartigheid, bescheiden, Franciscus, geluk, genade, Jezus Christus, Johannes Paulus II, Kerk, liefde, nederigheid, paus, Petrus, vergeving, vrede, zelfkennis, zonde
Hoed mijn schapen; Joh 21,1-19

Johannes vertelt in zijn Evangelie hoe Jezus na zijn verrijzenis aan de leerlingen verschenen is. Bij de eerste verschijningen waren de leerlingen in Jeruzalem in een zaal bij elkaar. Nu is de situatie heel anders dan bij de vorige verschijningen. De leerlingen zitten niet meer bang in een afgesloten ruimte. Ze zijn weer terug in Galilea – hun eigen streek – en op initiatief van Petrus hebben ze hun werk – vissen – weer opgepakt. Het lijkt even alsof er helemaal niets gebeurd is. Maar dan is daar Jezus weer. Er moet nog een teken gedaan worden. En er moet nog iets gezegd worden. De boodschap is nog steeds niet helemaal duidelijk voor de leerlingen. Evenals in het verhaal van de Emmaüsgangers in het Evangelie volgens Lucas herkennen de leerlingen Jezus in eerste instantie niet. De Emmaüsgangers herkennen Jezus aan het breken van het brood. Nu is het de wonderbare visvangst die de leerlingen de ogen opent.
Na het ontbijt is er het gesprek tussen Jezus en Petrus. Petrus krijgt de opdracht de kudde te leiden. Ondertussen wordt hij herinnerd aan de avond voor de kruisiging. Toen heeft hij Jezus tot driemaal toe verloochend. Jezus kent Petrus. Hij weet dat Petrus niet zonder zonde is, maar Hij weet ook dat er een sterke liefde in hem is: een liefde die Petrus in staat stelt tot grote daden. Petrus is geen brave heilige, maar een mens zoals u en ik. Dat maakt hem zo sympathiek en tot een aansprekend voorbeeld. Dat maakt hem ook zo geschikt om de Kerk te leiden. Hij is vol liefde voor Christus, maar is geen haar beter dan de mensen die hij moet leiden. Dat maakt hem nederig en bescheiden. Petrus – de man met bravoure – weet dat ook hij een zondig mens is. Hij – met al zijn grootspraak – heeft op de eerste plaats Gods barmhartigheid nodig. Zonder de vergeving van zijn zonden kan hij niet verder. Zonder die vergeving kan zijn liefde voor Jezus niet bestaan.
Dit hele jaar staat in het teken van de barmhartigheid. Allereerst is er Gods barmhartigheid. Deze uit zich bovenal in de vergeving van onze zonden. Elke keer weer als wij spijt hebben van onze verkeerde gedrag, schenkt God ons vergeving. Elke keer weer biedt Hij ons de mogelijkheid van een nieuw begin. In zijn oneindige barmhartigheid accepteert Hij ons zoals wij zijn. Dit maakt het voor ons mogelijk ook onszelf te accepteren zoals wij zijn. Als wij onder ogen durven zien dat we niet volmaakt zijn, dat we niet perfect zijn en niet alles zelf kunnen, dat wij God en elkaar nodig hebben, pas dan kunnen we leven in vrede met onszelf. Dan zijn wij net als Petrus in staat tot liefde en zijn wij gelukkige mensen.
Onze zelfkennis maakt ons bescheiden. Vanuit die bescheidenheid ben je juist in staat grote dingen te doen. Niet vanwege zijn grootspraak, maar juist vanwege zijn bescheidenheid is Petrus de juiste man om de Kerk te leiden. Omdat hij barmhartigheid heeft ontvangen, is hij in staat ook voor anderen barmhartig te zijn. Door het kennen van onze eigen pijn en ons eigen verdriet kunnen wij met de pijn en het verdriet van de ander meeleven, daardoor zijn wij in staat tot medelijden en tot steun voor de ander. Bescheidenheid maakt dat ons gedrag voor de ander helend is, dat wij woorden van verlossing en bevrijding kunnen spreken door elkaar te vergeven, elkaar te troosten en elkaar te bemoedigen.
In het boekje ‘De naam van God is genade’ zegt de paus: “Strikt genomen betekent barmhartigheid je hart openen voor mensen die het moeilijk hebben. En dan komen we meteen bij de Heer: barmhartigheid is de goddelijke wil om te omarmen, waarmee God ons welkom heet door zichzelf te geven en door zich naar ons toe te buigen om ons te vergeven. Jezus heeft gezegd dat Hij niet is gekomen voor de rechtvaardigen, maar voor de zondaars. Hij is niet gekomen voor de gezonde mensen die geen arts nodig hebben, maar voor de zieken.” Ook wij worden opgeroepen er te zijn voor de armen en de gewonden. Mensen van onze tijd zijn gewond door armoede, gewond door uitsluiting en gewond door verslaving. Mensen denken ook dat zij onbehandelbaar zijn omdat zij de vergeving niet kennen.
Jezus laat ons zien hoe ook wij barmhartig kunnen zijn, hoe wij God en elkaar kunnen liefhebben, elkaar kunnen vergeven, en hoe wij in vrede kunnen leven. Jezus laat ons zien hoe wij op God kunnen vertrouwen en hoe wij de waarheid op het spoor kunnen komen. Jezus heeft het ons voorgeleefd: Hij is onze weg, waarheid en leven. (Joh 14,6)
De afgelopen jaren is er in de Kerk steeds meer aandacht voor de barmhartigheid. Vorige week vierden we de zondag van de goddelijke barmhartigheid. Paus Johannes Paulus II besloot Beloken Pasen deze naam te geven. De huidige paus Franciscus riep het jaar van barmhartigheid uit. Afgelopen vrijdag verscheen de brief Amoris laetitia, de vreugde van de liefde. Met deze brief over huwelijk en gezin maakt de paus duidelijk dat barmhartigheid belangrijker is dan het stellen van regels. De toekomst van de Kerk ligt in woorden en daden van liefde en barmhartigheid, niet in het uitspreken van verboden en elkaar de maat nemen. Dat gaat niet ten koste van onze idealen. Amen.
From → Preken