Spring naar inhoud

Nu daagt het in het oosten; Js 7,10-14; Lc 1,26-38

22 december 2015

Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal.
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig leven zal.

Gisteren was het de kortste dag. Vanaf vandaag worden de dagen weer langer. Midden in de duisternis van de winter vieren wij het feest van Kerstmis: een feest van vrede, van warmte en van licht.

De zonne, voor wier stralen
het nacht’lijk duister zwicht,
en die zal zegepralen,
is Christus, ’t eeuwig licht!

Het is Jezus Christus, Gods Zoon die als mens wordt geboren. Hij is ons licht, onze zon. Daarom zijn onze kerken ook op het oosten gericht. Wij richten ons in gebed naar Christus: de opgaande zon. De zon als symbool van Christus: het Licht van de wereld. De opgaande zon is elke dag weer een teken van hoop. zoals ook elk pasgeboren kind een teken van hoop is. Onze opgaande zon, Christus wordt als een kind geboren. “Zie, de jonge vrouw zal ontvangen en een zoon baren, en zij zal hem noemen, Immanuel, God-met-ons.”

Gods Zoon wordt mens. Zo wordt Hij een van ons. Hij deelt ons menselijk bestaan. Het is echter niet alleen een neerdaling vanuit de hoogte; het is ook een opheffing. Door de menswording van Christus worden wij mensen opgeheven tot het goddelijke. Wij worden uit ons aardse bestaan opgetild tot een hoger niveau, tot een leven met God. God-met-ons betekent ook dat wij met God mogen zijn. Wij mogen Hem nabij zijn, zoals Hij ons nabij is.

Het is nog Advent. Wij zijn ons nog aan het voorbereiden op de komst van Christus. De Advent is ook een tijd van bezinning. Wat betekent Christus voor ons. Hoe is Hij het Licht in ons leven? Hoe brengt Hij ons vrede? Wat moeten wij zelf doen om in vrede te leven? Hoe zijn wij ontvankelijk voor zijn vrede? Telkens weer worden wij geconfronteerd met oorlog en geweld. Zoveel mensen leven met onderdrukking en bedreiging. Zij zijn hun leven niet zeker. Wij willen zo graag vrede in de wereld. Maar ook in onze eigen omgeving leven mensen in onvrede, zij leven in onvrede met de wereld om hen heen en in onvrede met zichzelf. Ook wijzelf zijn lang niet altijd gelukkig en tevreden. Wat zit ons dwars? Hoe maken we schoon schip? De Advent is een tijd om ons daarop te bezinnen. Hoe leven wij in vrede met onze omgeving en met onszelf? Wie moeten wij om vergeving vragen en wie moeten wij zelf vergeven? Hoe komen we tot acceptatie van het leven zoals dat ons gegeven is? Hoe komen we tot acceptatie van onszelf?

Christus is mens geworden. Dat is niet alleen geschiedenis. De menswording van Christus is ook de realiteit van vandaag. Ook vandaag wil Hij mens worden, mens worden in ieder van ons. Hij wil ons vrede geven en gelukkig maken. Dat vraagt van ons dat wij ons openstellen voor Hem, dat wij Hem toelaten mens te worden in ons. Als wij onze eigen onvrede en onrust onder ogen zien, maken wij ruimte voor Hem en zal Hij ons rust en vrede te geven.

Maria is ons hierin tot voorbeeld. Zei sprak: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.” Maria is de eerste die in geloof Christus ontvangen heeft. “De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen.” Maria was ontvankelijk voor het Woord van God. Op concrete en lichamelijke wijze heeft Gods Woord in haar gewoond. Jezus Christus is de vrucht van haar schoot.

Ook wij mogen Gods Woord, Jezus Christus ontvangen. Wij mogen dragers zijn van Hem, dragers van Gods Woord. Zo kan zijn licht stralen door ons. Zo verbinden wij ons met Christus en zijn wij werkelijk christen. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Plaats een reactie