Spring naar inhoud

Dienstbaar in deze tijd; Js 53,10-11; Heb 4,14-16; Mc 10,35-45

18 oktober 2015

“Wie onder u groot wil worden moet dienaar van u zijn.” Wij worden geroepen om te dienen, om dienstbaar te zijn. Dienstbaar zijn, dienaar zijn is in onze tijd geen vanzelfsprekendheid. In onze maatschappij staat vooral het eigen ‘ik’ centraal: je moet assertief zijn, je de kaas niet van het brood laten eten. Ieder voor zich en God voor ons allen. Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs die zouden ons wel begrijpen: Zij denken aan zichzelf, aan hun eigen toekomst en vragen dan ook aan Jezus: “Geef dat in uw glorie een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerhand moge zitten.” Dat is de taal van onze tijd, de taal die ook wij spreken.

Dit is echter niet de taal van het Evangelie. Jezus roept ons op Hem na te volgen en dienaar te zijn. Over zichzelf zegt Hij: “want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.” In de traditie van de Kerk worden de woorden uit de eerste lezing, de profetie van Jesaja, betrokken op Jezus. Jezus Christus is de rechtvaardige dienaar van God die zich met de fouten van de mensheid heeft belast. Deze rol als dienaar van allen doet Hem de verheven hogepriester zijn, waarover Paulus in zijn brief spreekt. Deze hogepriester is mens geweest zoals wij. Hij kent al onze zwakheden en tekortkomingen. Hij geeft ons ook de genade en de hulp die wij nodig hebben, om op onze beurt dienaar en dienstbaar te zijn in onze wereld.

Dienstbaarheid wordt tegenwoordig vaak alleen gezien in termen van onderdanigheid en ondergeschiktheid. Maar dienen zoals hier in het Evangelie bedoeld, is juist handelen uit vrije wil en op basis van gelijkwaardigheid. Jezus heeft het over het vrije handelen van een dienaar. Hij heeft het niet over het handelen als een slaaf, niet over het onderdanige en gedwongen dienen. Elkaar dienen is bij Jezus een uiting van vriendschap en van liefde. Een slaafse houding van dienstbaarheid mist juist die liefde. Gedwongen liefde bestaat niet. Verslaafd zijn aan dienstbaarheid is dan ook eerder een kwaad. Een verslaving maakt je onvrij, maakt je slaaf en daarvan komt Jezus ons nu juist verlossen. Jezus is mens geworden om ons uit de slavernij te bevrijden, om van ons vrije mensen te maken.

Jezus maakt in deze tekst ook onderscheid tussen de slaaf en de dienaar. “Wie onder u groot wil worden moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn moet aller slaaf wezen.” Er kan er natuurlijk maar één de eerste zijn en dat is Jezus zelf. Alleen Hij is in staat slaaf te zijn zonder zijn vrijheid te verliezen. Alleen Hij kan zijn leven geven als losprijs voor velen. Alleen Hij kan ons bevrijden uit de slavernij en tot vrije mensen maken. Wij zijn niet geroepen om slaaf maar om dienaar te zijn. Dienstbaar te zijn zoals God dienstbaar is. Hij komt ons met zijn oneindige liefde altijd weer te hulp.

Tegenwoordig wordt er weer steeds vaker een beroep op onze dienstbaarheid gedaan. De verzorgingsmaatschappij waarin de overheid onze hele leven van de wieg tot het graf regelt en verzorgd, is gelukkig een onmogelijkheid gebleken. In de zogenaamde participatiemaatschappij is de onderlinge dienstbaarheid weer een noodzakelijk onderdeel van onze samenleving. Ook de overheid moet nog leren hier goed mee om te gaan. Zo zal zij haar regelzucht moeten opgeven en mensen zelf laten bedenken hoe ze daar inhoud aan willen geven. Wat mensen individueel of georganiseerd zelf kunnen regelen, kan de overheid beter aan hen over laten.

Ook de vreemdelingen in ons land, de vluchtelingen doen een beroep op onze dienstbaarheid. Ook zij zijn kinderen van God, onze broeders en zusters. Dat vraagt dat wij hen als gelijkwaardige mensen behandelen. Gelijkwaardigheid vraagt niet dat wij onze waarden op het spel zetten. Het vraagt ook niet dat wij zelf tot slachtoffer worden. Gelijkwaardigheid betekent wel gastvrijheid met de omgangsregels die bij gastvrijheid horen. Gastvrijheid betekent binnen je eigen mogelijkheden ruimte maken voor de ander. Het betekent niet je eigen leven of je eigen gemeenschap op het spel zetten. Gastvrijheid kent ook grenzen. Zodra wij ons niet meer bewust zijn van onze grenzen, vervallen we in verslaving en worden we tot slaven. Dan is er geen ruimte meer voor de liefde en zijn ook we geen dienaren.

Ook angst voor het vreemde brengt ons niet tot dienstbaarheid. Iedere mens kent deze angst en het is ook goed om goed op te letten als je je op onbekend gebied begeeft. Dat hebben wij mensen nodig om te kunnen overleven. Maar ook deze angst kan een vorm van verslaving aannemen. Alles wat anders is dan ik gewend ben, is dan fout. Dan sluiten wij ons af van de wereld en kruipen weg in ons holletje van zelfgenoegzaamheid, in een holletje waar geen ruimte is voor de ander en dus geen ruimte voor liefde en geen ruimte voor dienstbaarheid.

Jezus roept ons op tot dienstbaarheid. Daarbij zal Hij ons met zijn barmhartigheid, genade en hulp ter zijde staan. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s