Liefde en trouw; Gn 2,18-24; Mc 10,2-16

Vandaag begint in Rome de bisschoppensynode over het gezin. De bisschoppen staan voor de moeilijke opgave om de idealen die God aan de mensen heeft gegeven, opnieuw te verwoorden en opnieuw tot leven te brengen. Niet alleen de bisschoppen staan voor een moeilijke opgave. Ook wij – de gelovigen hier in Nederland – staan voor een moeilijke opgave. Van ons wordt gevraagd dat wij moeite doen te begrijpen wat de bisschoppen ons te zeggen hebben. Van ons wordt ook gevraagd dat wij bij onszelf nagaan op welke wijze wijzelf gestalte geven aan de idealen van God en op welke wijze wij hierover met anderen spreken.
Laten we eens een paar van die idealen nader bekijken. Wat is de betekenis van liefde en trouw in het leven van mensen? Wij noemen God “de Heer van liefde en trouw”. Zo heeft Hij zich aan ons laten kennen. Zo is God ons in Jezus Christus tegemoet getreden. Zo is Hij ons geopenbaard. Naar het beeld van de God van liefde en trouw zijn wij geschapen. Liefde en trouw bestaan alleen als mensen in relatie staan met elkaar. Eigenliefde en trouw aan jezelf zijn geen overbodige eigenschappen, maar kunnen maar al te makkelijk uitgroeien tot individualisme en zelfgerichtheid, tot egoïsme en egocentrisme. Liefde en trouw zoals we die in God ervaren, zijn gericht op de ander. Daarom is het ook “niet goed dat de mens alleen blijft.” In het individu komen liefde en trouw niet tot bloei. Als individu wordt een mens niet werkelijk mens. De Kerk spreekt daarom over de mens als persoon. Een persoon staat in relatie tot andere personen. Hij is niet alleen. Zo komen wij mensen tot volle ontplooiing; zo worden wij in verbondenheid met elkaar steeds meer beeld van God.
We spreken over liefde en trouw als twee samenhangende begrippen. Ze hangen met elkaar samen en er is een onderlinge afhankelijkheid. Het zijn ook twee verschillende begrippen. Liefde is vooral iets van het hart en trouw iets van het hoofd. Liefde is vooral een geschenk, een gave. Trouw komt daarentegen meer uit jezelf: je moet en kunt het zelf willen. Juist daarom hangen zij met elkaar samen en hebben ze elkaar nodig. Als wij alleen ons hart of alleen ons hoofd volgen, gaat het niet goed. Mensen zijn wezenlijk een combinatie van hoofd en hart.
In onze huidige samenleving begint een relatie tussen twee mensen vrijwel altijd met een wederzijdse verliefdheid. Vanuit de verliefdheid groeit de liefde. De verliefdheid op elkaar wordt omgevormd tot liefde voor elkaar. De eigenliefde van de verliefdheid wordt omgevormd tot liefde voor de ander. Zo groeien we van begerende liefde naar schenkende liefde. En uit de liefde groeit de trouw. En tenslotte leven ze lang en gelukkig. Zo ziet onze cultuur het ideaal van liefde en trouw. Maar het kan ook anders. Jaren geleden sprak ik een Syrische christen. Hij vertelde dat zijn ouders voor hem een vrouw hadden uitgezocht. Dat was volgens hem goed, want zijn ouders wisten beter wat goed voor hem was dan hijzelf. Hij was trouw aan zijn vrouw. Zij vormden een gezin. En zij leerden elkaar lief te hebben. Ook zij waren gelukkig met elkaar.
Blijkbaar is de ene weg niet zonder meer beter dan de andere. Het is dan ook niet goed onze eigen weg als de zaligmakende weg te zien. De verschillende wegen kunnen elkaar aanvullen. We kunnen van elkaar leren. Misschien is het wel een van de problemen van onze cultuur dat we trouw zien als een resultaat van de liefde en geen oog hebben voor het omgekeerde. Dat betekent dat we min of meer ons hoofd verliezen en ons overleveren aan de grillen van ons gevoel.
Een relatie tussen mensen kan nooit alleen maar een zaak van het hart zijn en net zo min alleen maar een zaak van het hoofd. In beide gevallen doen we de ander en onszelf geweld aan. Als we een relatie alleen met ons hoofd benaderen, lopen we het gevaar de ander alleen te zien als een object en de eigen waardigheid van de ander uit het oog te verliezen. Maar al te gemakkelijk vervallen we in een houding van berekening. Dan wordt het een kwestie van ‘voor wat hoort wat’. Dan is er geen ruimte meer voor spontaniteit. Dan is er geen ruimte meer voor liefde en voor werkelijk geluk. Als we alleen ons hart volgen, ligt het gevaar van de sentimentaliteit op de loer. We denken dan voor altijd in een roze wolk te kunnen leven. We zullen ook voortdurend overvallen worden door het idee dat ‘het gras bij de buren altijd groener is’. Dan denken we alleen gelukkig te kunnen zijn in een ideale wereld met volmaakte medemensen. Dan verliezen we de realiteit uit het oog. Dan hebben ook geen oog voor de gebrokenheid van ons eigen bestaan.
Liefde en trouw tezamen, de samenwerking van hoofd en hart doen ons tevreden zijn met wat ons gegeven is. Zij doen ons ook in het alledaagse het geluk vinden. Zij doen ons werkelijk ten volle leven en met volle teugen van het leven genieten. Liefde en trouw: Gods idealen voor ons mensen. Liefde en trouw vormen de basis van ons geluk, hier en altijd. Amen.