Brood uit de hemel; Spr 9,1-6; Ef 5,15-20; Joh 6,51-58

Vandaag gaan de lezingen over eten en drinken, over brood en wijn. Het gaat over voedsel voor het lichaam en over voedsel voor de ziel, over voedsel voor de gemeenschap en over voedsel voor het leven van de wereld. Het gaat ook over verstandig en onverstandig eten en drinken. Met vijf broden en twee vissen gaf Jezus vijfduizend man te eten. Dit was voedsel voor het lichaam. Daarna is Hij met de mensen in gesprek gegaan en verlegd Hij de aandacht van het lichamelijke voedsel naar het geestelijke. “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.” Voor ons aardse, ons biologische leven volstaat het brood dat we bij de bakker halen. Dat is een eerste levensbehoefte. Jezus voorziet daarin met de broodvermenigvuldiging. Maar het is niet alleen een kwestie van voedselvoorziening. Johannes noemt het een teken. Het brood dat Jezus geeft, staat voor meer. Het heeft ook een symbolische betekenis. Hierover gaat het gesprek waarvan we vandaag een gedeelte horen.
Ook in de eerste lezing hebben brood en wijn een symbolische betekenis. In het boek Spreuken is God de bron van de wijsheid. Deze wijsheid geeft ons brood en wijn. Zij geeft ons voedsel om verstandig en wijs te kunnen leven. “Laat uw onnozelheid varen en u zult leven, bewandelen de weg der wijsheid.” Zonder wijsheid kunnen wij als gemeenschap niet leven. Wijsheid is er niet alleen voor het individu. De wijsheid hebben wij vooral nodig om als gemeenschap te leven, om goed met elkaar om te gaan en op elkaar betrokken te zijn.
Ook de woorden van Jezus moeten wij niet alleen op ons als individu betrekken. Hij zegt tegen ons: “Het brood dat Ik zal geven is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.” Het gaat niet om het individuele heil en het eeuwig leven van de enkeling. Het gaat over het leven van de gehele wereld. Juist om als gemeenschap in leven te blijven moeten we ons voeden met het levende Brood uit de hemel. Dit is het Brood van liefde en vrede, het Brood dat ons in Christus tot elkaar brengt tot één lichaam, tot een gemeenschap van mensen die gezamenlijk en in verbondenheid met elkaar op weg zijn. Mensen hebben elkaar nodig. Als individuen kunnen wij niet leven. Alleen in relatie met elkaar komen wij werkelijk tot leven en kunnen wij ons ontplooien tot de personen zoals wij bedoeld zijn. In verbondenheid met elkaar komen wij tot een leven in liefde en waarheid.
De woorden van Jezus moeten we nog ruimer verstaan. Hij heeft het niet over het leven van alle mensen, van de hele mensheid, maar over het leven van de gehele wereld, over alle leven in de wereld. Dat zijn ook alle planten en dieren en misschien moeten wij zelfs het geheel van onze aarde en alles wat daar is, en ook het heelal als een levend organisme beschouwen. Alles is met elkaar verbonden en ook de dode materie maakt daar deel van uit. Dit is ook wat paus Franciscus benadrukt in zijn milieuencycliek Laudato si’. We mogen ons niet beperken tot enkele aspecten van ons bestaan. Alles hangt met elkaar samen: economie en ecologie, wereldvrede en de rechtvaardige verdeling van goederen. Daarom pleit de paus voor een integrale ecologie met duidelijk respect voor menselijke en sociale aspecten. Alleen door aandacht te hebben voor alle aspecten van het leven, voor alle mensen en alle leven op aarde kunnen wij gelukkig worden en in vrede leven.
Paulus waarschuwt ons voor onmatigheid. Wij moeten ons niet laten bedwelmen door wijn, maar ook niet in beslag laten nemen door de vele andere zaken, die ons van ons werkelijke leven afleiden. Willen wij werkelijk leven in verbondenheid met elkaar, mogen wij ons niet verliezen in allerlei kleine en grote verslavingen. Elke vorm van verslaving en zelfgericht consumentisme leidt tot egoïsme en doet ons de ander uit het oog verliezen. Paus Franciscus pleit voor soberheid. Hij schrijft “Christelijke spiritualiteit biedt een alternatief begrip van de kwaliteit van het leven en zij moedigt aan tot een profetische en bezinnende manier van leven, een levensstijl die vervuld is van diepe vreugde, vrij van de obsessie voor het consumeren. (…) Het gaat om de overtuiging ‘minder is meer’.” Soberheid maakt vrij.
De eerste lezing kunnen wij ook op Jezus Christus betrekken. Hij is het Woord dat vlees geworden. Hij is de wijsheid van God. Hij geeft ons zijn vlees en bloed als voedsel ten leven. God heeft ons zijn eigen Zoon gegeven tot voedsel voor onderweg. Door ons met het eten van het Brood met Christus te verenigen, komen wij tot de liefde en de waarheid die Hij ons geeft. Hij is onze weg ten leven. Door ons te verenigen met Christus, leren wij Hem kennen. Dan vinden wij de werkelijke vreugde van de liefde gericht op de ander. Dan komen wij tot gemeenschap met elkaar, tot zorg voor de schepping, tot vrede met elkaar en tot innerlijke vrede. Alleen God kan ons in Christus deze vreugde en vrede schenken. Hij geeft ons het Brood uit de hemel. En wij zullen leven in eeuwigheid. Amen.