Spring naar inhoud

De vreugde van Maria; Lc 1,39-56

31 mei 2015

“Van vreugde juicht mijn geest om God, de redder.” Maria jubelt van vreugde om de grote daden die God aan en in haar doet. Het is niet niks wat Maria in korte tijd allemaal meemaakt. De engel Gabriël komt haar vertellen, dat zij zwanger wordt van de heilige Geest en een zoon zal baren. Haar kind zal Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. Het is een boodschap die niet te begrijpen is. Hoe moet dit allemaal? Maar Maria vertrouwt op God en antwoordt aan Gabriël: “Zie de dienstmaagd des Heren, mij geschiede naar uw woord.”

Vervolgens gaat Maria op reis. Ze gaat naar haar nicht Elisabet die in haar zesde maand is. Elisabet was onvruchtbaar en is al op leeftijd en nu is zij plotseling zwanger van haar eerste kind. Elisabet woont niet om de hoek en ook niet in een dorp verderop. Maria gaat van Nazareth naar een stad in Judea. Dat is een reis van vier à vijf dagen: een flinke onderneming. Mogelijk heeft het Maria ook tijd en ruimte gegeven om na te denken wat de engel Gabriël haar te zeggen had.

Dan komt ze bij haar nicht Elisabet aan. Dat is natuurlijk zonder meer een feest: twee familieleden die elkaar na een lange tijd weer ontmoeten. Maar dit is meer. Elisabet herkent in Maria de moeder van haar Heer. Het is een ontmoeting tussen twee gelovige vrouwen die beiden door God gezegend zijn en dat in elkaar herkennen. Zij delen samen een zelfde geloof en vertrouwen in God. Maria en Elisabet zijn echt blij en enthousiast. Zelfs het kind van Elisabet – Johannes de Doper – springt van vreugde op in haar schoot. Hoe blij en enthousiast zijn wij eigenlijk?

Paus Franciscus schreef anderhalf jaar geleden de brief ‘De vreugde van het Evangelie’. Hij opent zijn brief met: “De vreugde van het Evangelie vult de harten en levens van allen die Jezus ontmoeten.” Het woord vreugde keert steeds weer terug. Het is een sleutelwoord in deze brief aan alle katholieken, niemand uitgesloten. De paus schrijft: “Niemand moet denken dat deze uitnodiging niet voor hem of haar bedoeld is, want niemand wordt uitgesloten van de vreugde die door de Heer wordt gebracht.” Bij paus Franciscus is de vreugde van het gezicht af te lezen. Niet, dat hij alleen maar met een grote glimlach door het leven gaat. Hij toont ook zijn ernst en laat zien dat hij met het lot van anderen begaan is, maar vaak zie je hem met een blijde lach en laat hij zien dat hij werkelijk leeft vanuit de vreugde die Jezus hem geeft. Dit maakt hem ook tot een opmerkelijke en innemende persoonlijkheid. Wij zijn niet zo gewend aan mensen die uitstralen dat ze werkelijk gelukkig zijn.

Zelf schrijft de paus: “De grootste bedreiging van de van consumentisme doordrongen wereld van vandaag is de troosteloosheid en gekweldheid voortkomend uit een zelfgenoegzaam en begerig hart, uit de ziekelijke zucht naar oppervlakkig vermaak en uit een afgestompt geweten. (…) Gods stem wordt niet meer gehoord, de kalme vreugde van de liefde wordt niet langer ervaren en de wens om goed te doen vervaagt.” Onze materiële welvaart maakt ons leven wel comfortabeler, maar zij maakt ons niet echt gelukkig en blij. Ook de betere gezondheid en de afwezigheid van fysieke pijn zorgen niet voor het echte geluk. Wij mensen hebben altijd nog zoveel te wensen en zoveel te klagen. Toch kent ieder van ons ook momenten van intens geluk. Dat kan een kortstondig moment zijn en soms al weer langer geleden, maar ook dan blijft de herinnering.

God wil dat wij mensen – zijn kinderen – gelukkig zijn. Daarvoor is Jezus, Gods Zoon mens geworden. Jezus laat ons zien dat wij het geluk vinden in de liefde voor God en voor elkaar. Hij heeft ons die liefde voorgeleefd en roept ons op zijn voorbeeld te volgen. Hij heeft ons zijn Geest gegeven om ons daarbij te helpen. Door Jezus hebben wij weet van de liefde van God. De drie-ene God die liefde is en gemeenschap. De drie goddelijke personen – Vader, Zoon en Geest – zijn van elkaar verschillend en ook innig met elkaar verbonden.

Ook wij mensen komen juist in verbondenheid met elkaar tot volle wasdom. Door de liefde voor elkaar kunnen we van elkaar ontvangen en kunnen we aan elkaar geven. Doordat we van elkaar verschillen kunnen we van elkaar houden. Door de verscheidenheid kunnen we elkaar aanvullen en elkaar van dienst zijn. Zo wordt de ontmoeting tussen mensen werkelijk een feest. Ons geluk en onze vreugde ligt niet in de zelfgenoegzaamheid. Zij liggen niet in onze onafhankelijkheid en zelfredzaamheid. Juist in verbondenheid met elkaar komen wij tot ontplooiing. Binnen de gemeenschap worden wij werkelijk mens. Binnen de gemeenschap, in de relatie tussen mensen is Jezus aanwezig. Daar is zijn Geest werkzaam: de Geest van liefde en gemeenschap. Hij versterkt onze liefde voor elkaar. Hij maakt die liefde vruchtbaar. Hij vervult onze harten daarmee met echte vreugde: “de kalme vreugde van de liefde”.

Maria geeft ons het voorbeeld. Zij leefde een leven van liefde en geloof. Maria is ook onze voorspraak. Zij is ons gegeven als ons aller moeder. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s