Spring naar inhoud

De Geest van gemeenschap

31 mei 2015

We leven in een sterk geïndividualiseerde samenleving. Het begrip gemeenschap is op de achtergrond geraakt. In het kerkelijk denken wordt de mens als een persoon gezien. Een persoon is niet alleen maar een enkele mens. Een persoon staat in relatie met andere mensen. Een mens wordt pas echt mens als hij niet alleen is. In het scheppingsverhaal lezen we: “Het is niet goed dat de mens alleen blijft.” (Gn 2,18) De mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. Hij lijkt op God die liefde is. Het Compendium van de Sociale Leer van de Kerk formuleert het als volgt: “De relatie tussen God en de mens wordt weerspiegeld in de relationele en sociale dimensie van de menselijke natuur. De mens is in feite geen solitair wezen, maar een sociaal wezen, en zonder band met anderen kan hij niet leven en zijn talenten niet ontplooien.”

In onze tijd moeten we zelfstandig, onafhankelijk en zelfredzaam zijn. Daar is op zich niets mis mee, maar je kunt het ook overdrijven en denken: ik heb niemand nodig, want ik kan het allemaal zelf. Dat is de illusie van het marktdenken. Alles wat je nodig hebt, kun je kopen. Geld geeft je het idee van onafhankelijkheid. Maar hoe onafhankelijk zijn we eigenlijk. Wie van ons overleeft er op een onbewoond eiland of wordt er op zijn minst niet diep ongelukkig? Mensen hebben elkaar nodig om te leven en zeker om samen gelukkig te zijn.

Zodra mensen ervaren dat ze elkaar nodig hebben en zich met elkaar verbonden weten, ontstaat er gemeenschap. Anders dan zo’n vijftig jaar geleden maken we tegenwoordig vaak deel uit van verschillende gemeenschappen. We hebben ons gezin en onze familie. We hebben vrienden en buren. We hebben collega’s en er zijn mensen met wie samen sporten. Dat kunnen allemaal verschillende clubjes zijn met geheel verschillende mensen. Vroeger was dat veel meer allemaal binnen het zelfde dorp en van de zelfde kerk. Door deze ontwikkeling zijn de onderlinge bindingen tussen mensen losser dan in het verleden. Er zijn meer keuzemogelijkheden en je bent minder tot elkaar veroordeeld. Maar ook al maak je slechts tijdelijk deel uit van een gemeenschap daarmee is het niet minder waardevol.

Onze geloofsbelijdenis is opgebouwd uit drie delen: Vader, Zoon en heilige Geest. Het laatste deel van de heilige Geest gaat ook over de Kerk en de gemeenschap van heiligen, die bestaat uit alle gelovigen, levenden en doden. Ook na onze dood leven wij in gemeenschap. Het is de heilige Geest die de gemeenschap van de Kerk opbouwt. Hij brengt ons in liefde tot elkaar. Hij is de Geest van liefde, de Geest van gemeenschap.

Met Pinksteren vieren we ook het ontstaan van de Kerk, de gemeenschap van de gelovigen. Een goede gelegenheid om stil te staan bij het belang en de waarde van de gemeenschap. Zij is niet alleen een middel en een weg tot persoonlijk geluk. Omdat wij mensen persoon zijn met relaties met anderen, is de gemeenschap ook een wezenlijk deel van onszelf. We zijn niet alleen deel van de gemeenschap. Zij zit ook in ons. Binnen de gemeenschap heeft ieder zijn unieke plaats. Dat vraagt dat wij serieus werk maken van onze rol en verantwoordelijkheid binnen de gemeenschappen, waarvan we deel uit maken. Laat de heilige Geest ons hierbij inspireren en ons tot Helper zijn.

Pastoraal woord in De Morgenster, mei 2015

From → Algemeen

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s