Spring naar inhoud

Dorst? Joh 4,1-42

18 januari 2015

Wie dorst er niet naar liefde en waarheid? Zoals de aarde dorst naar water, zo dorst onze ziel naar liefde en waarheid. Jezus zegt dat Hij levend water geeft: levend water in de betekenis van stromend water, water waarmee mensen hun lichamelijke dorst lessen. Maar het gaat ook over water dat zelf een bron wordt waaruit water opwelt dat eeuwig leven geeft. Water als een teken van hoop: de kleine hoop op het lessen van de lichamelijke dorst en van de geweldige, de het hele leven dragende hoop op God, het diep menselijke verlangen naar liefde en waarheid. Iedere mens hunkert naar liefde en is op zoek naar waarheid. Ieder op zijn eigen wijze en velen in relatie met elkaar. Net zo goed als we als eenling geen liefde vinden, zo komen we ook alleen in relatie met anderen tot waarheid. Mensen hebben elkaar nodig. Ze hebben juist elkaars verscheidenheid nodig om de weg naar God te vinden. Vanuit onze verscheidenheid hebben we elkaar iets waardevols te zeggen. Alleen als mensen van elkaar verschillen kunnen ze van elkaar houden en hebben ze elkaar iets te vertellen. Stel je voor dat je echtgenoot geheel gelijk zou zijn aan jezelf, dan was het toch snel afgelopen met je huwelijk. Willen dat de ander geheel aan jou gelijk wordt, is een vorm van egoïsme en van zelfgenoegzaamheid. Dan is er geen verlangen naar liefde en geen verlangen naar waarheid.

Liefde en waarheid kunnen niet zonder elkaar. Het zoeken naar waarheid zonder liefde leidt gemakkelijk tot fundamentalisme. Wat een ander te zeggen heeft, is bij voorbaat betekenisloos. Een gesprek is volkomen overbodig. Omgekeerd leidt liefde zonder waarheid tot relativisme. Het is een vorm van elkaar aardig vinden zonder in elkaar geïnteresseerd te zijn. De waarheid wordt als subjectief beschouwd: ieder heeft zijn eigen waarheid. Ook nu is een gesprek volstrekt overbodig. Van de zelfde orde is de opmerking: “Eigenlijk geloven we hetzelfde.” Dat getuigt niet van veel respect, want feitelijk zeg je dan: “Eigenlijk geloof jij hetzelfde als ik.” Hierin ontbreekt respect voor het anders zijn van het geloof van de ander. Fundamentalisme en relativisme zijn elkaars tegenpolen. Beide maken het gesprek onmogelijk. Zij begrenzen de ruimte waarbinnen een vruchtbaar gesprek mogelijk is.

De combinatie van liefde en waarheid brengt ons tot een gesprek met elkaar. Zij zoekt de eenheid die voortkomt uit verscheidenheid en haar respecteert. In een gesprek gebaseerd op liefde en waarheid is er werkelijke interesse voor de ander, is er respect voor de waarheid waarin de ander gelooft, en wordt de eigen waarheid niet verloochend, maar juist toegelicht en verklaart. Zo’n gesprek leidt tot begrip en waardering voor elkaar en doet het inzicht in de waarheid van het eigen geloof groeien. Juist in het gesprek met de ander leer je jezelf kennen.

Vijftig jaar geleden was het Tweede Vaticaans Concilie. Juist op het gebied van de oecumene en de interreligieuze dialoog is dit Concilie een mijlpaal in de geschiedenis van de Kerk. Het idee dat de ander alleen maar fout is, is losgelaten. Niet alleen in andere christelijke geloofsgemeenschappen, maar ook in andere godsdiensten is waarheid aanwezig. De oecumenische beweging was in protestantse kringen begonnen. Nu sloot ook de katholieke Kerk zich hierbij aan. Daarvoor waren andere christenen slechts ketters en scheurmakers. Vanaf dat moment waren het medechristenen, mensen die allen deel uitmaken van de Kerk van Jezus Christus. Vanaf dat moment was het mogelijk met elkaar in gesprek te zijn zonder dat de ander ervan overtuigd moest worden dat bekering tot het ware geloof de enige weg tot enig heil zou zijn.

Nu 50 jaar later zijn wij in staat samen te bidden en te zingen en samen naar Gods Woord te luisteren. Wij zijn ook in staat tot maatschappelijke samenwerking en wij vinden elkaar in het lenigen van noden in onze directe omgeving. Ook het gesprek met andere godsdiensten is op gang gekomen. Afgelopen week was ik bij een bijeenkomst van joden, moslims en katholieken. We herdachten hoe 50 jaar geleden dit onderlinge gesprek mogelijk werd. We mochten constateren dat vriendelijke en respectvolle omgang met elkaar nu mogelijk is. Maar zoals ook voor de oecumene geldt, is er ook voor de interreligieuze dialoog nog een lange weg te gaan.

In zijn brief ‘De vreugde van het Evangelie’ stelt paus Franciscus dat de dialoog belangrijk is: de oecumenische dialoog met andere christenen, de interreligieuze dialoog met aanhangers van andere godsdiensten en de dialoog met de seculiere wereld. Wij hebben elkaar nodig om tot vrede en eenheid in de wereld te komen. Om in onze multiculturele maatschappij in vrede met elkaar samen te leven is het nodig elkaar te begrijpen en te weten wat de ander beweegt. Wat zijn zijn waarden, wat is voor hem heilig en hoe geeft hij hieraan in zijn dagelijks leven gestalte? In gesprek met elkaar ontdekken we sporen van waarheid in de overeenkomsten, maar ook in de verschillen.

Ooit komt er een tijd – zoals Jezus zegt – dat we de Vader aanbidden in geest en in waarheid. Allen zijn we daarnaar onderweg. Laten we onderweg proberen goede protestanten en goede katholieken te zijn. Ook mogen wij bidden dat anderen goede joden, goede moslims, goede hindoes en goede boeddhisten mogen zijn. Het onderlinge gesprek zal ons en hen daarbij helpen. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s