Spring naar inhoud

Vonken in de nacht

25 december 2014

Hoe vinden we God? En waar vinden we God? Daarvoor zullen op zijn minst een idee moeten hebben van wie Hij is. Wie is God voor ons?

Is God de almachtige Allerhoogste die alles kan? Is Hij de alleskunner die voor elk probleem een oplossing heeft? We kunnen God zien als degene die voortdurend onze problemen oplost, die ons telkens weer geeft wat we Hem vragen. We denken dan: Als wij maar braaf zijn en goed bidden, dan geeft God ons wel een mooi diploma en een goede baan. Dan geeft Hij ons een lieve levenspartner en fijne kinderen. Dan geeft Hij ons gezondheid en een lang en gelukkig leven. Wij weten dat God geen Sinterklaas is. Maar het kost ons vaak veel moeite om het leven met al zijn wisselvalligheden te aanvaarden. Groot is dan onze behoefte ergens met onze zorgen terecht te kunnen, terecht te kunnen bij iemand die op ons past en die ons beschermt.

Vaak hebben we onze eigen ideeën over God. Maar al te vaak weten wij precies wat God zou moeten doen. Ook in ons denken en in ons spreken over God gaan we vaak verder dan goed is. Als wij precies weten hoe het mysterie van God in elkaar steekt, dan weten we ook precies wat ons te doen staat, dan is alles helder en duidelijk en komen we niet voor verrassingen te staan. Precies weten wie God is en wat Hij wil, maakt ons leven lekker overzichtelijk.

Jezus van Nazareth leert ons dat God liefde is. God houdt van ons en wij mogen van Hem houden. Jezus leert ons dat onze relatie met God een liefdesrelatie is. Van elkaar houden betekent dat je elkaar vertrouwt en dat je jezelf aan de ander durft toe te vertrouwen. Niet dat dat altijd even makkelijk is, maar dat is wel de essentie van liefde. In een liefdesrelatie is er geen plaats voor egoïsme en zelfgerichtheid. Daar is ook geen plaats voor zelfgenoegzaamheid. Als wij geweldig tevreden met ons zelf zijn, is er geen ruimte meer voor de ander en is het met de liefde gedaan. Zelfgenoegzaamheid bedreigt de relatie van mensen met elkaar en ook onze relatie met God.

Afgelopen maandag sprak paus Franciscus de curie toe. De curie is – zeg maar – het ambtenarenapparaat van de Kerk. Hij waarschuwde hen voor allerlei bekoringen die op de loer liggen. Franciscus had het over vijftien ziektes die het kerkbestuur in Rome bedreigen. Hij noemde onder andere ‘zichzelf onsterfelijk en onmisbaar voelen’, ‘mentale verstarring’, ‘spirituele Alzheimer’ en ‘terrorisme van de roddel’. Het zijn allemaal uitingen van zelfgenoegzaamheid. Volgens de media is de heren flink de les gelezen. Velen zullen dat met genoegen gehoord of gelezen hebben. Maar hoe zit het met onszelf? Ligt ook bij ons de zelfgenoegzaamheid niet voortdurend op de loer? Wij hebben het goed voor elkaar hier in Nederland. Wij hebben het goed voor elkaar in ons dorp, in onze parochie en in ons gezin. We vieren op een mooie manier samen Kerstmis. Het is een en al vrede, liefde en geluk. Is dat wel zo? Of is dit denken een uiting van zelfgenoegzaamheid?

Het is goed om hier en thuis samen onze verbondenheid met elkaar te vieren. Wij mogen daar echt van genieten zonder ons schuldig te voelen. Maar het mag niet leiden tot zelfgenoegzaamheid, tot een zelfvoldaan achterover leunen, de ogen te sluiten en te stoppen met luisteren naar anderen en daarover na te denken.

Jezus had het waarschijnlijk ook goed voor elkaar daar in Nazareth. Hij werkte in de zaak van zijn vader Jozef en had een liefdevolle moeder die goed voor Hem zorgde. Toch heeft Jezus die situatie verlaten en trok Hij de wereld in. Hij wist dat Hij de boodschap van liefde, de liefde van zijn Vader moest verkondigen. De liefde die Hij ook thuis ervoer, was er niet om voor zichzelf te houden. Hij moest die liefde delen met alle mensen. Hij koos niet voor de gemakkelijke weg, maar voor een weg die op weerstand stuitte. Het spreken over de liefde van God bracht Hem de dood aan het kruis. Hij kon niet anders. Dit was de weg van leven en liefde die Hij moest gaan. Wij mogen zijn navolgers zijn en het vuur van zijn liefde in ons dragen. Als wij leven vanuit liefde zoeken wij niet naar een almachtige God die alles voor ons regelt, of naar een God die wij helemaal begrijpen. Als wij weten dat God liefde is, is dat voor ons genoeg. Als wij leven vanuit Gods liefde voor ons, vinden wij God in de liefde en zijn wij zelf de vonken in de nacht, de vonken van liefde waaraan anderen zich kunnen warmen.

Onze onderlinge liefde en verbondenheid is niet het eindpunt. Vanuit onze gemeenschap en vanuit ons gezin trekken wij de wereld in om Gods liefde zichtbaar te maken voor de mensen die wij ontmoeten. De liefde voor God en de medemens houdt ons af van zelfgenoegzaamheid. De liefde opent juist onze ogen voor de ander en doet ons luisteren naar zijn wensen en zijn ideeën. Ons eigen geluk is de basis voor het geluk van anderen. Het Kind in de kribbe vraagt ons onze liefde en ons geluk te delen. Hij vraagt ons om vonken in de nacht te zijn, vonken van liefde. Ik wens u allen een zalig Kerstfeest. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s