Spring naar inhoud

Barmhartig en nederig; Hnd10,34.37-43; Joh 20,1-9

21 april 2014

“Hij zag en geloofde.” Met een paar simpele woorden geeft Johannes aan hoe hij tot het geloof kwam. Hoe Petrus de aanblik van het lege graf verwerkt, vertelt het verhaal niet. Misschien had hij wat meer tijd nodig, om zich te realiseren wat het lege graf voor hem betekent. Maar ook hij kwam tot het geloof en legde hiervan getuigenis af, zoals wij hebben gehoord in de eerste lezing. Petrus is weer in zijn oude doen, zoals wij hem uit de Evangelieverhalen kennen: stoer en zelfverzekerd. De angst en onzekerheid van Goede Vrijdag heeft hij van zich afgeschud. De heilige Geest heeft hem de ogen geopend. De boodschap die Jezus verkondigde, is in zijn volle omvang tot hem doorgedrongen.

Deze toespraak van Petrus is gericht aan de heidenen van Caesarea. Petrus had begrepen dat hij ook aan hen het goede nieuws moest brengen. God maakt geen onderscheid tussen mensen. Hij trekt zich het lot van iedereen aan. De boodschap die Jezus aan de Israëlieten bracht, is voor iedereen bestemt. Petrus heeft dat begrepen en getuigt van wat hij heeft meegemaakt. Paus Franciscus riep ons eind vorig jaar op te getuigen van ons geloof, te getuigen van de vreugde van het Evangelie. Evenals Petrus mogen wij de Blijde Boodschap niet voor onszelf houden. Het Evangelie is er om te verkondigen, om te delen met alle mensen. Iedereen mag, kan en moet daar in zijn eigen omgeving en naar eigen vermogen een bijdrage aan leveren.

Vandaag is het de vreugde van Pasen die ons in jubelstemming brengt. Wij geloven zonder te zien, maar wetend uit de overlevering en uit het voorbeeld dat onze ouders ons gegeven hebben. Dit geloof mogen wij op onze beurt doorgeven aan onze kinderen en aan allen die wij in ons leven ontmoeten. Wij doen dat met woorden, maar vooral ook met onze manier van leven. Zo maken wij zichtbaar dat Jezus Christus ook ons heeft gered en dat door Hem God ook ons vergiffenis van de zonden geeft.

Wij krijgen van God vergiffenis van onze zonden. Naast krijgen zijn er nog twee werkwoorden die bij vergiffenis passen. Dat is vergiffenis geven en vergiffenis vragen. Deze twee zijn beide nodig om vergiffenis te krijgen. Elke dag bidden wij in het Onze Vader om vergiffenis van onze zonden, zoals ook wíj aan anderen vergiffenis geven. Het is duidelijk: als wij niet barmhartig zijn naar anderen, mogen wij ook niet op barmhartigheid voor onszelf rekenen. Ook vergiffenis vragen is nodig om vergiffenis te krijgen. Wanneer wij geen oprecht berouw tonen over onze tekortkomingen en als wij onze schuld niet belijden, zal er van vergeving geen sprake zijn. Vergeving vragen is echt moeilijk. Het betekent dat je je totaal afhankelijk maakt van een ander. Dat vraagt nederigheid, echt grote nederigheid.

Barmhartigheid en nederigheid twee grote daden van liefde die Jezus ons heeft voorgeleefd. Telkens weer toonde Hij zijn barmhartigheid aan mensen in de problemen. Hij genas zieken, lammen gingen weer lopen, doven gingen weer horen en aan zondaars gaf Hij vergeving van de zonden. Zijn ultieme daad van nederigheid was op het einde van zijn leven. Toen heeft Hij alle schuld op zich genomen en liet zich vernederen op het kruis. In Hem heeft God aan ons allen vergeving geschonken. Hij heeft dit kenbaar gemaakt door Jezus weer uit de dood te laten opstaan. Vandaag vieren wij deze opstanding als de bekroning van het leven van Jezus.

Jezus heeft ons de liefde geleerd. Hij heeft ons laten zien hoe God van Hem houdt. Hij heeft ons laten zien hoe Hij van zijn Vader houdt en hoe Hij van alle mensen houdt. Dit is de grote boodschap van het Evangelie: God is liefde. Wij mogen die liefde ontvangen en doorgeven. Dat is werkelijk een grote vreugde. Die vreugde mogen wij verkondigen.

Jezus heeft ons zijn voorbeeld gegeven, Maar ook vele mensen kunnen ons tot voorbeeld zijn. Denk aan pater Frans van der Lugt. Hij hield van de mensen in Syrië. Hij hield van de mensen in zijn omgeving: christenen en moslims. Net als Petrus begreep hij dat God geen onderscheid maakt tussen mensen. Denk ook aan pater Leo Ammerlaan, hier uit Bleiswijk. Hij ging als jonge man naar de Congo om daar Gods liefde te verkondigen en in de praktijk te brengen. Dit najaar zullen wij gedenken dat hij daar vijftig jaar geleden werd vermoord. Zij waren er niet op uit om als martelaar te sterven. Het overkwam hen. Het was de consequentie van de liefde die zij brachten. Hierin hebben zij Jezus nagevolgd en met Hem zullen zij eeuwig leven.

De liefde van God die in ons brandt, de vreugde van het Evangelie zet ook ons op de weg van Jezus, de weg van de liefde, de weg ten leven. Ook wij zullen met Hem opstaan en eeuwig leven als wij bereid zijn niet voor onszelf te gaan, maar voor de ander, als wij niet in eerste instantie ons eigen hachje willen redden, als wij niet in eerste instantie ons eigen belang nastreven, als ook wij ons leven in dienst stellen van de ander. Als wij leven vanuit de vreugde van het Evangelie, komen wij tot daden van liefde en zijn wij ware volgelingen Christus. Hij is onze weg, onze waarheid en ons leven. De Heer is verrezen! Hij is waarlijk opgestaan! Alleluia!

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s