Vredesmissies

Nederland neemt regelmatig deel aan internationale vredesmissies: door de VN, de NAVO of de EU uitgezonden troepen om vrede te brengen en te behouden. Bij vredesmissies gaat het om civiele en om militaire activiteiten, inclusief het gebruik van geweld. Wanneer is militair geweld toegestaan?
Paus Johannes XXIII en Tweede Vaticaans Concilie
Paus Johannes XXIII schrijft in 1963 in ‘Pacem in terris’: “Steeds sterker wordt in onze tijd de overtuiging, dat eventuele conflicten tussen de volken niet door de wapens, maar door onderhandelingen en overeenkomsten moeten worden opgelost.” Voor de samenleving van de naties gelden dezelfde waarden als voor de relaties tussen mensen: waarheid, rechtvaardigheid, actieve solidariteit en vrijheid. Het Tweede Vaticaans Concilie stelt in ‘Gaudium et spes’ (1965) het bevorderen van de vrede als vrucht van de liefde centraal. “De aardse vrede, die voortkomt uit de naastenliefde, is een beeld en een uitwerking van Christus’ vrede.” De oorlog wordt veroordeeld. Alleen als alle pogingen tot vreedzame onderhandelingen zijn uitgeput, is zelfverdediging toegestaan.
Paus Johannes Paulus II en Benedictus XVI
In ‘Centesimus annus’ roept paus Johannes Paulus II in 1991 op tot internationale structuren en algemene procedures om spanningen tussen verschillende gemeenschappen die de internationale veiligheid bedreigen, op te lossen. Hij verwerpt het idee dat rechtvaardigheid door oorlog bereikt kan worden. Benedictus XVI benadrukt in 2009 in ‘Caritas in veritate’ de relatie tussen vrede en de eerlijke verdeling van natuurlijke hulpbronnen en aardse goederen. Hij acht een politiek wereldgezag noodzakelijk om de wereldeconomie richting te geven, volledige ontwapening tot stand te brengen, vrede en veiligheid te handhaven, het milieu te beschermen en migratiestromen te reguleren.
De vrede bevorderen
Vrede is meer dan het ontbreken van oorlog. Vrede is de vrucht van liefde en rechtvaardigheid. Vrede begint in de harten van de mensen en komt niet door oorlog tot stand. Geweld vernietigt wat het beweert te verdedigen: het leven, de waardigheid en de vrijheid van mensen.
Staten hebben een leger voor wettige zelfverdediging en ten dienste van de vrede. Iedere militair is geroepen om het goede, de waarheid en de rechtvaardigheid in de wereld te verdedigen. Alleen bevoegde internationale organen kunnen na zorgvuldige afweging gewapend geweld toestaan. Het recht geweld te gebruiken is gekoppeld aan de plicht om onschuldige slachtoffers te beschermen. De internationale gemeenschap heeft de plicht om tussenbeide te komen als het voortbestaan van groepen wordt bedreigd of hun fundamentele mensenrechten ernstig worden geschonden. Staten kunnen niet onverschillig blijven. Als alle andere middelen niet werken, zijn zij zelfs verplicht om maatregelen te nemen om de agressor te ontwapenen. Hierbij moet het internationaal recht en de gelijkwaardigheid tussen de staten worden gerespecteerd.