Spring naar inhoud

Menselijke waardigheid

16 juli 2013

Vanaf het eerste begin hanteert de sociale leer van de Kerk het begrip menselijke waardigheid. De mens is geschapen naar het beeld van God. In deze zin zijn alle mensen gelijkwaardig en is er geen verschil tussen man en vrouw, arm en rijk en is er geen sprake van rangen en standen. In de loop van de geschiedenis is het begrip menselijke waardigheid een groeiende rol gaan innemen in het denken van de Kerk.

Personalisme

Paus Johannes XXIII introduceert het begrip personalisme. Ieder mens is een persoon, een wezen begaafd met verstand en vrije wil. Iedereen heeft rechten en plichten direct verbonden met het mens-zijn. De rechten van iedere mens zijn algemeen, onschendbaar, absoluut en onvervreemdbaar. Het gaat om de waardigheid van alle mensen.

In ‘Pacem in terris’ schrijft deze paus: “Een mens die in dwaling is vervallen, houdt niet op een mens te zijn. Hij verliest nooit zijn persoonlijke waardigheid en dat is iets waar altijd rekening mee moet worden gehouden.” Dit betreft ook mensen met afkeurenswaardige politieke ideeën en aanhangers van andere religies. Daarmee is het de basis voor tolerantie. Ook leert de Kerk: Heb de zondaar lief, maar haat de zonde. De zonde wordt afgewezen; de zondaar niet.

De hele mens

Paus Johannes Paulus II verbindt de sociale leer met de moraaltheologie. De menselijke waardigheid is hierin een verbindend element. Het gaat niet alleen om de waardigheid van iedere mens; het gaat ook om de waardigheid van heel de mens. In ‘Redemptor hominis’ schrijft hij: “Het gaat om de mens in zijn volle waarheid en zijn gehele persoon. Het gaat niet om een abstracte mens, maar om de mens zoals hij is, de concrete, historische mens.”

Het gaat om de waardigheid van heel de mens, om ziel én lichaam, om alle denken en doen en vanaf het eerste begin tot het laatste moment van het leven. Hiermee vormt de menselijke waardigheid in de moraaltheologie de basis voor het denken van de Kerk over zaken als levenseinde, voortplanting en seksualiteit. De menselijke waardigheid geeft hiermee ook richting aan het leven van de mens zelf. Het gaat ook om je eigen waardigheid.

Geen middel maar doel

In onze omgang met anderen mag de ander nooit een middel zijn. Iedere mens is altijd een doel. Dus we kunnen mensen niet zien als proefkonijn, als kanonnenvlees, als lustobject, als kostenpost, als productiefactor of als consument. Altijd moeten wij voor ogen hebben dat de ander een mens is met eigen rechten en plichten en met eigen verlangens en strevingen. De ander kan nooit ondergeschikt worden aan wat wijzelf verlangen en nastreven.

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s