Liefhebberij
Liefhebben is primair het domein van amateurs, van liefhebbers. Amateurs zijn mensen die iets doen uit liefde. Ze houden van het uitoefenen van een bezigheid en van het resultaat dat ze ermee bereiken. Amateurs vind je op vele gebieden: in de kunst, in de sport, in de kerk, in allerlei vormen van gemeenschapsleven. Tot in onze meest intieme relaties geven mensen de voorkeur aan amateurs boven professionals. Je moet er toch niet aan denken met een professionele liefhebber getrouwd te zijn.
Het beoefenen van de naastenliefde is ook een vorm van liefhebben die allereerst door amateurs wordt beoefend. Dit geldt vanzelfsprekend voor het verrichten van liefdewerken voor een nabije medemens, maar ook voor hulp aan mensen in nood ver weg ligt de basis in de liefhebberij. Mensen ver weg zijn overigens niet alleen mensen in een land ver weg, maar ook mensen die dichtbij wonen, maar die door omstandigheden of door hun manier van leven ver van ons verwijderd zijn: ernstig zieken, verslaafden, eenzamen, immigranten, armoedzaaiers.
Hier betreden we een lastig gebied. Naast liefde is enige kennis en deskundigheid vaak een belangrijke voorwaarde om werkelijk iemand van dienst te kunnen zijn. Problemen kunnen ook te ingewikkeld, te groot of te ver weg zijn om ze zelf daadwerkelijk op te lossen. In dat geval is een beroep op professionele hulpverleners noodzakelijk. Gelukkig zijn de meesten van hen niet alleen professional, maar ook nog steeds liefhebber: ze hebben als het ware van hun hobby hun beroep gemaakt. Dit spanningsveld tussen het liefdevolle en beroepsmatige ondersteunen van mensen kom ik tegen binnen de kerk bij bijvoorbeeld bij de Parochiële Caritasinstellingen (PCI). Wat kun je voor mensen doen? Voor wie moet je iets doen? Hoe effectief is de hulp? Help je iemand werkelijk door geld te geven?
Een ander gebied waar dit speelt is de internationale hulpverlening. Vorige week uitte Femke Halsema de nodige kritiek op het functioneren van hulporganisaties. Zij is ongetwijfeld te goeder trouw en zal haar kritiek baseren op ervaringen waarbij werkelijk kanttekeningen geplaatst mogen worden, maar de vraag is: streeft zij niet naar een teveel aan professionaliteit. Zelf constateert zij dat het streven naar effectiviteit en efficiëntie ervoor gezorgd hebben dat hulporganisaties er tegenwoordig alles aan doen om te verantwoorden dat ons geld inderdaad op de juiste wijze wordt besteed. Dat veroorzaakt veel bureaucratie, maar erger nog het weerhoudt de organisaties ervan risico’s te nemen en in moeilijk zichtbaar te maken resultaten te investeren. De bedachtzame professionaliteit wint het van het bevlogen amateurisme, de werkwijze van de liefhebber.
Als we bang zijn fouten te maken, als alles perfect moet zijn en verantwoord moet worden, is er geen ruimte meer voor de liefde en zal de naastenliefde uit onze wereld verdwijnen.
Column in Telstar, 26 juni 2013