Spring naar inhoud

Liefde en vergeving; 2 S 12,7-10.13; Gal 2,16.19-21; Lc 7,36-8,3

16 juni 2013

Vandaag gaan de lezingen over vergeving. Als voorwaarden voor vergeving worden genoemd: berouw, geloof en liefde. Van ons wordt gevraagd dat wij elkaar vergeven, maar ook dat wij zelf om vergeving vragen.

David heeft berouw over zijn zonde en direct schenkt God hem vergeving. Berouw tonen is verklaren: ik heb een fout gemaakt, ik ben een zondig mens. Paulus spreekt over rechtvaardiging. Ondanks onze fouten, ondanks de zonde worden wij gerechtvaardigd door God, door God als goede en rechtvaardige mensen gezien. Dit bereiken we niet door onze goede werken en ook niet door het onderhouden van de geboden. Dit bereiken we alleen maar door het geloof in Jezus Christus: Christus die gestorven is voor onze zonden. Jezus werpt weer een ander licht op de vergeving. In het verhaal van de zondares gaat het niet om het rechtvaardige oordeel. Hier staat de liefde centraal. Jezus verbindt liefde en vergeving met elkaar. Vergeving als daad van liefde.

Laatst bij de voorbereiding van een huwelijk ging het ook over vergeving. De niet-gedoopte bruidegom vertelde dat het hem opviel dat christenen in staat zijn een ander te vergeven. Voor hem was het duidelijk dat geloven en vergeven met elkaar verbonden zijn. Het geloof in een God die liefde is, in een God die vergeeft, stelt mensen in staat anderen te vergeven.

Vergeving is een daad van liefde. Maar in het Evangelie is meer aan de hand. De vrouw betoont eerst haar liefde en Jezus beantwoordt dat dan met vergeving. Hier is het vragen om vergeving een daad van liefde. Berouw tonen, tot inkeer komen, een ander laten weten, dat je hem tekort hebt gedaan, ook dat is een daad van liefde. Erkennen dat je zelf niet volmaakt bent, en dat je van de goedheid van iemand anders afhankelijk bent, dat vraagt om nederigheid. En nederigheid vraagt om liefde. Juist door de liefde onderscheid nederigheid zich van onderdanigheid. Door de liefde blijft de gelijkwaardigheid in stand. De liefde maakt het mogelijk nederig te zijn met een opgeheven hoofd: God en de medemens recht in de ogen te zien.

Liefde is relationeel: er is een relatie tussen de betrokken partijen. Liefde is ook wederkerig. De liefde kan niet blijvend van één kant komen. Dit geldt ook voor vergeving. Beide partijen moeten elkaar tegemoet komen. Beiden moeten in beweging komen. Degene die vergeving vraagt, toont zich afhankelijk van de ander. Degene die vergeving schenkt, moet afzien van zijn gevoelens van gekwetst zijn, van zijn slachtofferschap en hij moet afzien van zijn verongelijktheid en van zijn wraakgevoelens. Hij moet zich niet alleen boven de ander plaatsen door zijn afhankelijkheid te aanvaarden en hem met vergeving tegemoet komen. Veel meer nog moet hij boven zichzelf uitstijgen en afstand doen van zijn positie als underdog. Om de verhoudingen weer gelijkwaardig te maken, moet hij zichzelf verheffen.

Dat vergeving geen eenzijdig fenomeen is, blijkt ook uit de tekst van het Onze Vader. “Vergeef ons onze schuld, zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven.” Binnen het Onze Vader is dit de enige bede die wederkerig is. We bidden niet: “Geef ons heden ons dagelijks brood, zoals ook wij aan anderen brood geven.” En ook niet: “Leid ons niet in bekoring, zoals ook wij anderen niet in bekoring leiden.” Of: “Verlos ons van het kwade, zoals ook wij anderen van het kwade verlossen.”

Alleen bij het gebed om vergeving vermelden we dat wij ook anderen vergeven. Het is niet mogelijk vergeving te vragen als wij zelf niet vergevingsgezind zijn. Deze daad van liefde – vergeving vragen en vergeving schenken – vereist een relatie van liefde en wederkerigheid. Iemand brood geven of beschermen tegen bekoring of tegen het kwade kan een eenzijdige actie zijn. Bij vergeven is dat niet mogelijk.

Vergeving vragen en vergeving schenken zijn daden van liefde. Iemand die de liefde niet kent, is daar niet toe in staat. De apostel Johannes schrijft in zijn eerste brief: “God is liefde.” “Iedereen die liefheeft is een kind van God, en kent God. (…) Als iemand zegt dat hij God liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, is hij een leugenaar. Want als hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die hij nooit heeft gezien.”

Zo verbindt Johannes de liefde tussen mensen met de liefde voor God. Alleen als wij de liefde tussen mensen kennen, alleen als wij elkaar liefhebben, zijn wij in staat God lief te hebben en God te kennen. Nog sterker degene die denkt God niet te kennen maar wel zijn naaste liefheeft, is een kind van God en kent God, want God is liefde. Er is geen liefde zonder God en er is geen God zonder liefde.

God heeft ons als eerste liefgehad. Hij staat aan het begin. Van ons wordt gevraagd hierop te antwoorden door elkaar lief te hebben en door elkaar te vergeven. Als wij een leven van liefde en vergeving leiden, wordt ook ons vergeven en worden wij deel van de liefde die God is. Dit is wat Jezus ons vandaag leert. Dit is wat Hij ons leert met de tekst van het Onze Vader. Elkaar vergeven is de grootste en ook de moeilijkste daad van liefde. Telkens weer moeten er stappen worden gezet. Telkens weer moet iemand het initiatief nemen.

Vragen wij God dat Hij ons helpt elkaar te vergeven en dat wij op deze wijze Gods liefde voor allen gestalte geven en ons op deze wijze ware christenen tonen. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s