Paus Franciscus: een nieuwe manier van doen

Een paus die zijn eerste optreden begint met de mensen goedenavond te wensen: buonasera. Voordat hij de zegen geeft, vraagt hij eerst de zegen van de talloze mensen die naar het plein van de Sint Pieter zijn gekomen. Een paus die op Witte Donderdag naar de gevangenis gaat om daar de voeten te wassen van de gevangenen, onder wie vrouwen en moslims.
Op 13 maart 2013 wordt de Argentijn Jorge Mario Bergoglio verkozen tot bisschop van Rome. Ook weer zoiets: hij noemt zichzelf niet paus maar systematisch heeft hij het over de bisschop van Rome. Hij is de eerste niet-Europese paus sinds de Syrische paus Gregorius III (731-741) en de eerste van het zuidelijk halfrond. Ook is hij de eerste jezuïet die paus is geworden.
Bergoglio neemt de naam Franciscus aan. Hierin is hij de eerste. Het is een eerbetoon aan Franciscus van Assisi. Tijdens zijn verkiezing zit kardinaal Hummes naast hem. Bij het bereiken van de tweederde meerderheid feliciteert deze hem en zegt: “Vergeet de armen niet.” Op 16 maart vertelt de paus hoe dat woord recht bij hem naar binnen gaat: “De armen, de armen. Onmiddellijk bij de gedachte aan de armen dacht ik aan Franciscus van Assisi. Ik dacht aan de oorlogen – terwijl het tellen van de stemmen verder ging; tot het einde toe – en aan Franciscus, de man van vrede. Zo kwam die naam in mijn hart: Franciscus van Assisi. Voor mij de man van armoede, de man van vrede, de man die de schepping liefheeft en beschermt. – In deze tijd waarin de relatie met de schepping niet zo goed is, toch? – En de man die ons de geest van vrede geeft, de arme man. Zo wil ik houden van een Kerk die arm is en die er voor de armen is.”
Andere opmerkelijke zaken zijn dat deze paus geen gouden borstkruis draagt en niet in het pauselijk paleis woont. ’s Avonds na zijn verkiezing laat hij de voorgereden limousine voor gezien. Samen met de kardinalen stapt hij in de bus om met hen terug te keren naar het Domus Sanctae Marthae, het gastenverblijf van het Vaticaan. Hier woont hij nu en hier eet hij in de gemeenschappelijke eetzaal. Deze paus kiest consequent voor soberheid. Ook daarin volgt hij Franciscus van Assisi na.
Op 14 april wijst de paus ons erop dat onze woorden moeten overeenstemmen met onze daden: “Als priesters en gelovigen niet consistent zijn in wat ze zeggen en wat ze doen, tussen hun woorden en hun daden, dan ondermijnt dat de geloofwaardigheid van de Kerk. Men moet in onze acties zien wat men uit onze monden hoort.” Dat zal hij ook op zichzelf betrekken. Zijn opvallende gedrag is dus niet alleen uiterlijk vertoon, maar welgemeend voortkomend uit zijn hoofd en zijn hart.
Op 7 april, Beloken Pasen, moedigt paus Franciscus ons aan “niet bang zijn om christen te zijn en als christenen te leven” en om “moediger te getuigen van het geloof in de verrezen Christus.” Daarvoor heeft hij op 27 maart tijdens de Chrismamis de priesters opgeroepen erop uit te trekken “om onze zalving in de praktijk te brengen, haar macht en haar verlossende werkzaamheid: in de ‘randgebieden’, waar lijden heerst en bloedvergieten; blindheid, die verlangt naar het licht; we moeten daarheen gaan waar zovele slechte heersers mensen gevangen houden.”
Gaat deze paus de wereld op zijn kop zetten? Het zou kunnen… maar dan op een heel andere manier dan degenen die zijn voorganger Benedictus XVI bekritiseerden, graag wensen. Ook deze paus is rooms-katholiek. Hij staat in de traditie van het Evangelie en van de Kerk. Hij is een volgeling van Jezus Christus en zal op dezelfde wijze als Hij deed, een tegengeluid laten horen.
De Morgenster, mei 2013