Spring naar inhoud

Slapend rijk worden; Gen 15,5-12.17-18; Fil 3,17-4,1; Lc 9,28b-36

25 februari 2013

Christenen worden slapend rijk. Vandaag worden we niet opgeroepen tot waakzaamheid, maar blijkt juist de slaap de sleutel tot kennis en geluk. Zowel in de eerste lezing als in het Evangelie vallen mensen in slaap. En dan gebeurt het: ze zien Gods heerlijkheid. In de eerste lezing brengt Abram een offer aan God. Zoals in die tijd gebruikelijk was bij het sluiten van een verbond, snijdt Abram op voorstel van God een aantal dieren doormidden. Dit doormidden snijden betekent waarschijnlijk dat degene die het verbond verbreekt hetzelfde lot als de dieren zal ondergaan. Het vergoten bloed kan gezien worden als de bezegeling van het verbond.

Abram doet alle moeite om dit plechtige ritueel en daarmee het gesloten verbond te beschermen. De roofvogels, het kwaad dat op de loer ligt, verjaagt hij. Maar pas als Abram moegestreden is en in slaap valt, pas dan laat God zich in zijn heerlijkheid zien. Als een vuur gaat Gods heerlijkheid tussen de stukken dier door. Hiermee wordt het verbond van Godswege bekrachtigd.

In het Evangelie horen we hoe Petrus, Johannes en Jacobus na een stevige wandeling bergop in slaap zijn gevallen. Terwijl zij liggen te slapen verandert Jezus van gedaante en verschijnen Mozes en Elia. In hun slaap ervaren de leerlingen de heerlijkheid van Jezus. Wakker geworden komt Petrus niet verder dan een stomme opmerking: “Hij wist niet wat hij zei.” En dan is het voorbij en in een wolk klinkt de stem van God: “Dit is mijn Zoon, de Uitverkorene, luistert naar Hem.”

In beide lezingen is er nadrukkelijk sprake van slapende personen. Zij ervaren Gods heerlijkheid. Ook in Psalm 127 gaat het over slapen. De eerste regels hiervan luiden: “Als de Heer de woning niet bouwt, werken de bouwers vergeefs. Als de Heer de stad niet beschermt, waakt de wachter vergeefs. Vergeefs staat ge op voor de dag aanbreekt en rust ge pas laat in de nacht. Gij eet na moeizame arbeid uw brood; Gods vrienden ontvangen het slapend.” Al het geploeter van de mens leidt tot niets zonder Gods medewerking. Sterker nog: “Vergeefs staat ge op voor de dag aanbreekt en rust ge pas laat in de nacht.” Daartegenover staat: “Gods vrienden ontvangen het slapend.” Met de woorden van Huub Oosterhuis: “Gij geeft het uw beminden in de slaap, Gij zaait uw Naam in onze diepste dromen.”

Het is niet ons zwoegen en ploeteren, het is niet onze activiteit die ons het geluk brengt. Het is de vriendschap met God, het is Gods liefde die ons gelukkig maakt. Zo worden wij slapend rijk. De slaap, het niets doen maakt ons ontvankelijk en doet ons openstaan voor Gods liefde.

Ik herinner me de tijd dat ik bezig was met mijn afstudeeronderzoek van mijn scheikundestudie in Groningen. Ik deed onderzoek aan stoffen met een ingewikkelde kristalstructuur en kwam er niet echt achter hoe die precies was. Ik probeerde van alles, maar ik kreeg het niet kloppend. In die tijd had ik naast mijn bed altijd een stuk papier en een potlood liggen. Want juist tijdens het inslapen had ik altijd allerlei ideeën. De meeste van die ideeën konden de volgende dag zo de prullenbak in, maar een enkele keer was het een begin van een oplossing. En zo kwam ik uiteindelijk ook juiste de kristalstructuur op het spoor. U hebt die ervaring misschien ook wel. Je bent geweldig aan het piekeren, maar je komt er niet uit. Pas op het moment van ontspanning en van los laten, dient zich de oplossing aan. In de schimmigheid van het doezelen ontvangen we inspiratie, een influistering van de geest. Onbedacht laat het onbekende zich aan ons kennen. Zo word je slapend rijk.

Ons activisme kan ons geweldig in de weg zitten. We doen verschrikkelijk veel moeite om gelukkig te worden. We besteden daarbij vooral aandacht aan materiële zaken en geld verdienen. Met geld kunnen we sensaties kopen, allerlei genietingen. Geld heb je ook nodig voor je oude dag, want dan moet je elke dag genieten en voortdurend leuke dingen doen. Dat begrijp ik van de reclame. En leidt dat alles tot geluk? Niet echt, soms een beetje. Het echte geluk vind je niet in materiële zaken, niet in sensaties. Het echte geluk vind je in vriendschap en verbondenheid, het echte geluk vind je in liefde. En zoals iedereen weet is liefde niet te koop.

In de tweede lezing heeft Paulus het hierover. Hij leert dat de vijanden van Christus hun geluk zoeken in sensaties: “hun buik is hun God.” “Maar ons vaderland is in de hemel.” Jezus Christus zal ons armzalig lichaam herscheppen en gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam. Dan zullen wij het ware geluk ervaren.

Betekent dat wij helemaal niets moeten doen en fatalistisch moeten afwachten wat God ons geeft? Nee! Wij moeten ons actief open stellen voor Gods liefde. Op Hem ons vertrouwen stellen. Van Abram wordt gezegd dat hij de Heer geloofde. God rekende Abram dit geloof als gerechtigheid aan. En ook bij de leerlingen gaat het geloof vooraf aan de ervaring van de gedaanteverandering. Acht dagen voor deze gebeurtenis verklaart Petrus dat Jezus de Christus, de Messias is. Petrus spreekt zijn geloof in Jezus Christus uit.

Het geloof is het eerste antwoord op de liefde en de genade die wij van God ontvangen. Het tweede antwoord is dat wij de liefde die ons gegeven wordt delen. Wij delen Gods liefde door onze medemensen lief te hebben, door bij te dragen aan hun geluk. Wij zijn niet in staat onszelf gelukkig te maken maar des te meer kunnen we anderen gelukkig maken. Zo worden wij niet alleen zelf slapend rijk van geluk, door de liefde die God ons geeft. Ook onze medemens maken wij slapend rijk. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s