Spring naar inhoud

Verschillen tussen Christendom en Islam

17 februari 2013

Twee monotheïstische religies

Christendom en islam zijn beide missionaire religies en claimen de universele waarheid. Beide zijn monotheïstisch en zien Abraham als hun vader in het geloof in de ene God. Moslims en christenen – en natuurlijk ook de joden – zijn allen kinderen van Abraham. Beide religies kennen een heilig boek en beide kennen veel dezelfde profeten. Door deze sterke overeenkomsten hebben zowel christenen als moslims sterk de neiging om de andere religie te zien als een variant op de eigen godsdienst.

De islam ziet de Koran als de voltooiing en vervanging van eerdere openbaringen aan joden en christenen, terwijl het christendom Jezus Christus ziet als voltooiing van de openbaring. Voor christenen heeft Mohammed geen enkele status, terwijl moslims Jezus als profeet zien. Christenen en moslims zien elkanders religie vaak als verminkte versies van de eigen religie die daaraan niets toe te voegen hebben. Moslims zien de Bijbel als een openbaring waarmee geknoeid is en die verkeerd geïnterpreteerd is.

In deze notitie worden een aantal belangrijke verschillen tussen beide religies besproken. Complete objectiviteit ten opzichte van een andere religie is onmogelijk. De eigen godsdienst is altijd op de achtergrond als referentiekader aanwezig. Dat betekent dat dit schrijven door een christelijk perspectief wordt gekleurd.

Godsbeeld

Tegenover de christelijke Drie-eenheid ziet de islam zichzelf als zuiver monotheïstisch. De leer van incarnatie, erfzonde en verlossing en de geschiedenis van schepping, zondeval, kruisiging en verrijzenis is voor moslims een incoherent en God onwaardig verzinsel. Bovendien leidt het tot passiviteit en daarmee tot een bedreiging voor de moraal. Het christendom doet afbreuk aan Gods transcendentie: God is niet de bondgenoot van de mens, Hij is zijn Schepper.

De christenen benadrukken Gods onconditionele liefde terwijl de moslims zijn soevereiniteit voorop stellen. Moslims zien God als de radicaal andere, terwijl voor christenen de mensen een gelijkenis met God vertonen. Voor moslims is God ver boven de mensen verheven, voor christenen is Hij een bewogen God. Het islamitische monotheïsme wordt door christenen als rigide en inflexibel betiteld, waarbinnen geen ruimte is voor het mysterie van de Drie-eenheid.

Openbaring

Voor christenen is er sprake van een zelfopenbaring van God; voor moslims alleen van de openbaring van zijn geboden. In Jezus Christus wordt God mens en openbaart Hij zijn wezen. Christus is de ultieme openbaring van God. Gods Zoon is mens geworden; het Woord is vlees geworden. Voor moslims is de Koran de ultieme openbaring van de wil van God. In christelijke termen: het Woord is boek geworden. De Koran is rechtstreeks uit de hemel neergedaald en is een exacte kopie van de Koran zoals in de hemel aanwezig is.

Voor moslims zijn de Thora van de joden en het Evangelie van de christenen eerdere vormen van openbaring van Gods wil. Profeten ontvangen deze openbaring. Mozes heeft de Thora ontvangen en Jezus het Evangelie. Voor christenen zijn profeten mensen die een bijzondere godservaring hebben gehad. Omdat joden en christenen volgens moslims de openbaringen aan de profeten niet zuiver hebben bewaard, maar ermee hebben geknoeid, was een nieuwe openbaring noodzakelijk. Deze is gedaan aan Mohammed in de vorm van de Koran. Het christendom wordt door moslims gezien als de voorlaatste stap in de evolutie van religies, terwijl de islam de voltooiing vormt.

Voor christenen staat Christus centraal als openbaring; voor moslims is dit de Koran. Het onnavolgbare teken van de openbaring is in het christendom de verrijzenis; in de islam is dit de schoonheid van de taal van de Koran. Voor christenen verwijst de maagdelijkheid van Maria naar de ongeschondenheid van de openbaring; voor moslims is dit de ongeletterdheid van Mohammed.

Het zijn niet Christus en Mohammed of Bijbel en Koran die vergelijkbare plaatsen hebben binnen de beide religies, maar het zijn Christus en de Koran die vergelijkbare rollen vervullen: zij worden als de ultieme openbaring gezien.

Christus en Mohammed

Uit het bovenstaande blijkt al dat Christus en Mohammed niet met elkaar te vergelijken zijn. Ondanks dat gebeurt het veelvuldig en worden Jezus en Mohammed door moslims juist nadrukkelijk op één lijn geplaatst. Beide zijn in de ogen van moslims grote profeten. Voor christenen heeft Mohammed echter geen enkele status. Voor hen is de positie die Mohammed in de islam heeft, niet te combineren met die van Christus in het christendom, namelijk de ultieme openbaring. Met Jezus als referentie wordt Mohammed bekritiseerd vanwege zijn militaire activiteiten, geweldpleging en omgang met vrouwen. Hij wordt door christenen niet gezien als een volmaakt moreel voorbeeld voor de mensheid.

Moslims zien de islam als de ware godsdienst van Jezus (Isa). Voor Moslims valt er niets van de christelijke Jezus te leren. De levens van Mohammed en Jezus zijn vergelijkbaar in de zin van hun deugden: barmhartigheid, geduld, moed, vrijgevigheid, aandacht voor anderen, eenvoud, godsdienstigheid. Maar Mohammed overtreft Jezus omdat hij een vollediger menselijk leven leidde: hij was echtgenoot en vader, handelsman en soldaat, politiek en geestelijk leider.

Bijbel en Koran

Wat voor de vergelijking van Christus en Mohammed geldt, is ook aan de orde bij de vergelijking tussen Bijbel en Koran. De Bijbel is voor christenen het verhaal van God met de mensen, terwijl de Koran voor moslims de openbaring van Gods wil is. De Bijbel wordt door christenen gezien als door God geïnspireerd, als geschapen, gezagsvol en allegorisch. De Koran is voor moslims Gods letterlijke tekst, ongeschapen en onfeilbaar.

Voor christenen is historische en literaire Bijbelwetenschap zinvol. Voor moslims is alleen verklaring van Koranteksten acceptabel. De Koran zien op de wijze zoals moslims dat doen is voor een christen lastig. Hij komt moeilijk los van het christelijke beeld van heilige boeken. Voor hem kent een heilig boek ook menselijke aspecten en is het niet los te zien van de context waarbinnen het ontstaan is. Velen bepleiten een kritische houding van moslims betreffende de Koran; maar Korankritiek is voor moslims hetzelfde als psychoanalyse van Jezus voor christenen. Het christelijk interpreteren van de Koran is een discutabele activiteit. Dit leidt al snel tot de visie dat christenen beter weten wat de bedoeling van de Koran is dan moslims.

Mens en maatschappij

Christenen en moslims verschillen ook in hun visie op de mens en het menselijk bestaan. Voor de christen is er vanwege de zondigheid van de mens verlossing en redding noodzakelijk. Voor de moslim verkeerd de mens in onwetendheid. Hij heeft een richtsnoer nodig om tot succes te komen.

De christen streeft ernaar te leven volgens een ethisch ideaal, maar weet dat het Rijk Gods niet van deze wereld is. Het leven van de moslim wordt juist gekenmerkt door realisme, gematigdheid en haalbaarheid. Voor hem zijn religie en wereld niet van elkaar te scheiden. De beste staatsvorm is een theocratie. Voor de christen is er meer aandacht voor het individu: individuen vormen de gemeenschap. Voor de moslims staat de gemeenschap voorop: de gemeenschap bestaat uit individuen.

Volgens moslims combineert de islam rationalisme en mystiek in zich. Het christendom is volgens hen vooral gericht op het persoonlijke heil en individuele verlossing en passief ten opzichte van maatschappelijk onrecht. De islam zorgt daarentegen voor de heroriëntatie op de wereld. De ethiek van de politiek moet gebaseerd zijn op de religie.

In de christelijke optiek is de zonde onderdeel van de condition humain, zij treft zowel God als de mens en vraagt om verlossing. Voor moslims is zonde een wetsovertreding, zij treft alleen de mens en zijn uiteindelijke bestemming en vraagt om oordeel. Op ethisch gebied zijn moslims in de ogen van de christenen meer betrokken op uiterlijke handelingen dan op de innerlijke intenties: men ziet de moslims als wettisch.

R.-K. Kerk: Nostra aetate

Vaticanum II kwam met een nieuwe visie op andere religies. Deze is in 1965 vastgelegd in de verklaring over de houding van de Kerk ten opzichte van de niet-christelijke godsdiensten ‘Nostra aetate’. “De katholieke Kerk verwerpt niets van datgene wat in deze godsdiensten waar en heilig is. Met oprechte eerbied beschouwt zij die gedrags- en leefregels, die voorschriften en leerstellingen die, hoewel in veel opzichten verschillend van hetgeen zijzelf houdt en leert, toch niet zelden een straal weerspiegelen van die Waarheid welke alle mensen verlicht.” (NA 2)

“De Kerk ziet ook met waardering naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en uit zichzelf bestaande, de barmhartige en almachtige, de Schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Zij leggen zich erop toe zich met heel hun hart ook aan zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen zoals Abraham, naar wie het islamitisch geloof graag terug grijpt, zich aan God heeft onderworpen. Hoewel zij Jezus niet als God erkennen, vereren zij Hem toch als profeet en zij eren zijn maagdelijke moeder Maria, die zij somtijds zelfs eerbiedig aanroepen. Bovendien verwachten zij de dag van het oordeel, wanneer God alle mensen doet verrijzen en zal vergelden. Daarom houden zij het zedelijk leven hoog en eren God vooral door gebed, aalmoezen en vasten.” (NA 3)

Advertentie
One Comment
  1. Siham permalink

    In welk jaarspanne werd de Bijbel gemaakt en in welk jaartal daalde de Koran neder?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s