Gebed; Gn 18,20-32; Kol 2,12-14; Lc 11,1-13

Een van de leerlingen vraagt Jezus: “Heer, leer ons bidden.” Jezus geeft de leerlingen het Onze Vader. De tekst die wij vandaag hoorden is korter dan de tekst die wij gewend zijn. Onze tekst is afkomstig uit het Evangelie volgens Matteüs. De versie die Lucas geeft is iets korter. Jezus leert ons hier dat ons gebed gebaseerd is op de liefdesband die er is tussen God en de mensen. Wij mogen God onze Vader noemen. Jezus introduceert een nieuw godsbeeld: God als onze liefdevolle Vader. De voorbeelden die Jezus noemt betreffen de relatie tussen een vader en zijn kinderen. Daarnaast is er ook het voorbeeld van de relatie tussen vrienden. Liefde kent vele vormen. Altijd is het een relatie tussen personen: goddelijke en menselijke personen.
Ons manier van bidden is direct verbonden met ons godsbeeld. Het gebed van Abraham is anders van karakter dan de wijze waarop Jezus ons leert bidden. Abraham heeft een verbond met God gesloten. Abraham doet wat God van hem vraagt en God zal hem vader van een groot volk maken. De verbondsgedachte is bepalend binnen het Oude Testament. Er zijn duidelijke afspraken tussen God en Israël, het uitverkoren volk. Binnen dergelijke afspraken past de manier waarop Abraham met God onderhandelt over de vernietiging van Sodom en Gomorra. De verbondsgedachte bepaalt zijn manier van bidden.
Jezus leert ons dat God liefde is. Hijzelf is de mensgeworden liefde. Met Hem zijn wij innig verbonden. Paulus schrijft hierover in zijn brief aan de Kolossenzen. Door het Doopsel zijn wij nieuwe mensen geworden. Zoals Jezus door de dood heen tot nieuw leven kwam, zo zijn wij door het water van het Doopsel tot een nieuw leven gekomen. Het oude leven van de zonde is begraven. Door het kruis van Jezus Christus zijn wij verlost. Wij zijn door Hem bevrijd. Door ons leven in en met Jezus zijn wij in staat werkelijk lief te hebben.
Leerling zijn van Jezus is ons steeds meer met Hem verbinden. Door Hem ontdekken wij onze verbinding met God. Jezus maakt ons duidelijk dat deze relatie met God veel meer is dan een afhankelijkheidsrelatie en veel meer dan een verbond. Onze relatie met God is bovenal een liefdesrelatie. Hij heeft ons geschapen uit liefde. En Hij schenkt ons zijn liefde onophoudelijk. Liefde vraagt om een antwoord. Wij kunnen Gods liefde beantwoorden met onze liefde voor Hem en met onze liefde voor elkaar. Als kinderen van eenzelfde Vader zijn wij geroepen tot liefde voor elkaar.
Geliefden zoeken elkaars nabijheid. Zo wil God ons nabij zijn en zoeken wij zijn nabijheid. Bidden is vorm geven aan dit zoeken naar nabijheid. In het gebed delen wij ons lief en leed met God. Als een liefhebbende Vader zal Hij ons geven wat we nodig hebben. Bidden kent vele vormen, zoals wij ook op verschillende manieren onze verbondenheid met elkaar beleven. Met de een is er een grote intimiteit, bij de ander meer afstand. We zijn met elkaar verbonden door een gesprek, door samen te eten en te drinken, door samen spelletjes te doen of samen te wandelen, door samen een klus te klaren en ga zo maar door.
Zo zijn er ook vele vormen van bidden. Het kan alleen of in gemeenschap, in stilte zwijgend of luid roepend of zingend. We kunnen bidden voor anderen, voor onszelf of voor de schepping en de wereld. Het kan in de kerk, bij het Allerheiligste, het kan thuis aan tafel of in bed, het kan in de auto in de file of wandelend in de natuur. Voor iedereen en op ieder moment is er een passende wijze van bidden. Bidden is leven in het aangezicht van God. Bidden is leven in verbondenheid met zijn Zoon Jezus. Amen.