Spring naar inhoud

Binden en ontbinden; Mt 16,13-20

23 augustus 2020

Binden en ontbinden. Wat betekenen deze begrippen voor ons? Ik ben opgegroeid in een kleine gemeenschap op het Friese platteland. Deel uit maken van de gemeenschap was daar – zeker in de jaren vijftig van de vorige eeuw – een belangrijke waarde. Als u overigens een beeld wilt krijgen van mijn geboorteplaats, moet u op onze website de voorlaatste aflevering van de nieuwe serie video-opnames Leef en geloofmomenten bekijken. Daar ziet u mij in mijn geboorteplaats.

Tot zo’n tien jaar geleden heb ik de Evangelielezing van vandaag vanuit het perspectief van mijn jeugd gelezen. Het binden beschouwde is als iets positiefs en het ontbinden had voor mij een negatieve lading. Tien jaar geleden werd deze tekst gelezen tijdens een catecheseavond. Een van de aanwezigen – een Antilliaanse vrouw – werd sterk geraakt door deze tekst. Als ik het mij goed herinner viel deze avond in de week waarin de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij plaatsvindt. Voor haar was juist het ontbinden de positieve boodschap van de tekst. Voor haar ging het over het ontbinden van de ketenen van de slavernij. Ontbinden is dan een synoniem voor bevrijden. Dat wierp voor mij een geheel nieuw licht op deze tekst.

Zowel binden als ontbinden zijn dus belangrijke waarden. Het zijn waarden die niet los staan van elkaar. Als je niet vrij bent, ben je ook niet in staat je te binden. Een leven van louter ongebondenheid is onmenselijk. Gebondenheid heb je nodig om in relatie te staan met anderen. Gebondenheid heb je nodig om waarlijk mens te zijn. Maar een leven van alleen maar gebondenheid is een leven in slavernij, een leven onderworpen aan verslavingen, een leven onderworpen aan onze eigen of andermans driften.

Jezus is mens geworden om ons met zijn leven, zijn lijden en sterven te bevrijden, om ons te verlossen uit de slavernij van het kwaad. Hij maakt ons vrij. Hierdoor kunnen wij ons op een nieuwe manier binden. Door de verlossing zijn wij in staat tot banden van liefde. De gebondenheid van werkelijke liefde vraagt om vrijheid, om ongebondenheid. De liefde vraagt dat wij verlost worden van ons eigenbelang, van onze zelfgerichtheid, van onze driften en onze verslavingen. Zonder verbinding met Jezus is er geen bevrijding van het kwaad. Zonder bevrijding door Jezus is er geen verbinding met het goede. Binden en ontbinden hebben elkaar nodig. Binden en ontbinden komen beide voort uit de genade die Jezus ons geeft.

Er is nog een andere invalshoek voor het lezen van deze Evangelietekst. Dat is vanuit het joodse perspectief. Binden en ontbinden hebben dan te maken met het leergezag van de joodse wetgeleerden. Zij verklaren wat mensen wel en niet moeten geloven en doen. Jezus geeft hier in Petrus deze bevoegdheid aan de gemeenschap van de Kerk. Binnen de verbondenheid van de Kerk komen wij tot inzicht en tot waarheid. Wij hebben de verbondenheid met Jezus nodig om in gemeenschap tot geloof en tot waarheid te komen. Maar ook hier is de vrijheid, de ongebondenheid van belang. Als wij niet vrij zijn en niet vanuit onszelf het leergezag van de Kerk aanvaarden, zijn we niet in staat deze waarheid tot de onze te maken. We kunnen niet tot geloof gedwongen worden. Waarheid kan niet worden opgelegd. Waarheid moet worden aanvaard.

Jezus geeft ons in Petrus de sleutels, de genade om te doen wat nodig is. Hij geeft deze sleutels niet aan iemand individueel puur ten behoeve van persoonlijk gebruik. Hij geeft ze in de persoon van de ambtsdrager aan de gemeenschap van de Kerk. In die Kerk mogen wij ons in vrijheid verenigen met Hem. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s