Witte Donderdag; Joh 13,1-15

Vandaag op Witte Donderdag gedenken wij het laatste Avondmaal en daarmee de instelling van de heilige Eucharistie. Vanavond zal pastoor Bakker daar ongetwijfeld over preken. De Evangelietekst die we op Witte Donderdag lezen gaat echter over een andere gebeurtenis die op die avond plaatsvond: Jezus wast de voeten van zijn leerlingen en Hij roept hen – en daarmee ook ons – op hetzelfde te doen. In deze tijd moeten we zeer terughoudend zijn in het elkaar aanraken en ik zal u dan ook niet oproepen elkaar letterlijk de voeten te wassen. Het gaat in het Evangelie niet enkel om het wassen van voeten: Jezus nodigt ons uit dienstbaar te zijn aan elkaar.
Priesters vieren Witte Donderdag ook als de dag van de instelling van het priesterschap. Dat is geheel terecht, maar ik stel voor deze dag voortaan ook te vieren als de dag van de instelling van het diaconaat. Het is niet voor niets dat de paus bij de voetwassing een diakenstola draagt en niet de gebruikelijke priesterstola. Zoals wij christenen bij ons Doopsel allemaal gezalfd zijn tot het gemeenschappelijk priesterschap, zo zijn wij ook gezalfd tot het gemeenschappelijk diaconaat. Heel de Kerk en ieder van ons is geroepen tot dienstbaarheid. Als leerlingen van Jezus zijn wij er niet om gediend te worden, maar om te dienen.
Dienstbaar zijn aan elkaar is een vorm van liefde die overal en altijd mogelijk is. Dienstbaarheid is er niet alleen voor mensen die je graag mag. Denk in deze tijd bijvoorbeeld aan de supermarkt. Daar kun je andere mensen zien als je concurrenten die mogelijk het laatste exemplaar van het door jou gewenste artikel meenemen. We kunnen de ander echter ook zien als een naaste, als een medemens en elkaar respecteren en ruimte geven. Zo zijn we dienstbaar naar elkaar. Zo zijn wij leerlingen van Jezus.
Vandaag wil ik ook even stilstaan bij hen die ook in deze tijd anderen letterlijk de voeten wassen. Ook nu zijn er mensen die zichzelf niet kunnen wassen. Denk aan ziekenhuizen en verpleeghuizen. Denk ook aan de mensen in de thuiszorg. Zij bezoeken mensen die thuis hulp en verpleging nodig hebben. Onze bisschop spreekt regelmatig over een beschaving van liefde. Deze beschaving van liefde wordt zichtbaar in het werk van mensen met vitale beroepen. Het woord vitaal zegt het al: het zijn levengevende beroepen. Het is de liefde die leven geeft. Mensen met vitale beroepen zijn mensen van liefde. Wie leven geeft, geeft liefde. Wie liefde geeft, geeft leven.
Vaak zijn het ook beroepen waarin mensen risico’s lopen. Denk aan de vrouw die in de thuiszorg werkt. Bij iedere client denkt zij: “Breng ik het virus mee naar binnen?” Maar ook is zij zich ervan bewust dat zij ook zelf besmet kan raken. Deze liefhebbende en levengevende mensen hebben onze steun en ons gebed hard nodig. Ook op die manier kunnen we dienstbaar zijn. Amen.