Hij is het! Joh 1,28-34

Jezus en Johannes de Doper zijn achterneven van elkaar. Hun moeders Maria en Elisabeth zijn elkaars nichten. Lucas vertelt ons dat Maria Elisabeth bezoekt als zij zwanger is van Johannes. Verder weten we niet hoe de twee achterneven met elkaar omgingen. Zagen ze elkaar regelmatig? Zijn ze samen opgegroeid? Ze woonden in hun jeugd op een flinke afstand van elkaar: Jezus in Nazareth en Johannes ergens in het bergland van Juda. Dat vroeg een voetreis een enkele dagen. Dus zullen ze elkaar zeker niet dagelijks gezien hebben. Wat we wel met enige zekerheid kunnen aannemen, is dat ze beiden ieder jaar voor het joodse Paasfeest naar Jeruzalem reisden. Zo’n jaarlijkse bedevaart is natuurlijk een gelegenheid bij uitstek om de familiebanden te onderhouden en te versterken. Lucas schrijft dat Johannes van vreugde opsprong in de buik van zijn moeder op het moment dat Maria en Elisabeth – beiden zwanger – elkaar ontmoeten. Elisabeth zal dit later vast aan haar zoon verteld hebben en hem ook verteld hebben welke bijzondere ervaring deze ontmoeting voor haar was. Zo wist Johannes al jaren dat zijn achterneef Jezus een bijzondere man is.
En dan is daar dat moment bij de Jordaan. Twee mannen – nu beiden dertigers –ontmoeten elkaar weer. Johannes weet zich geroepen zijn volk op te roepen tot bekering. Over zichzelf zegt Johannes: “Ik ben, zoals de profeet Jesaja het uitdrukt, de stem van iemand die roept in de woestijn: Maakt de weg recht voor de Heer!” Johannes ziet zichzelf als de wegbereider voor iemand die groter is dan hij. Dan komt daar Jezus aan en vraagt aan Johannes om gedoopt te worden. In de Evangelie volgens Matteüs hoorden we vorige week, dat Johannes dit eigenlijk niet wil. Niet hij moet Jezus dopen, maar Jezus moet hem dopen.
Ik probeer me dat voor te stellen. Johannes staat daar in de Jordaan vol overtuiging de mensen te dopen en dan komt daar zijn achterneef aan lopen. Hij kent hem van de Paasfeesten in Jeruzalem en hij kent Hem uit de verhalen van zijn moeder Elisabeth. Jezus vraagt aan Johannes “wil je Mij ook dopen” en Johannes heeft het gevoel ‘hier klopt iets niet’ en hij protesteert. Maar Jezus houdt aan en Johannes geeft toe.
Vandaag horen we Johannes getuigen van deze gebeurtenis. Weer komt daar zijn achterneef aanlopen. Maar nu zijn Johannes de ogen opengegaan. Destijds wist hij niet wat hij met Jezus aan moest. Hij zegt daarover: “Ook ik kende Hem niet.” Johannes kende Jezus wel als mens, maar hij kende Hem niet als de Zoon van God. Dat gebeurde tijdens de doop in de Jordaan. Toen zag Johannes de Geest van God op Jezus neerdalen en blijven rusten. Plotseling dringt het tot Johannes door: Hij is het!
Johannes heeft hier een ervaring die wij mensen allemaal wel eens hebben. Plotseling valt het kwartje. Plotseling zie je wat er aan de hand is. Plotseling besef je dat die aardige vriendin je vrouw moet worden. Plotseling weet je dat die collega van de vierde etage je man moet worden. Plotseling weet je wat je met je leven aan moet, wat je roeping is. Daar kunnen vele jaren aan vooraf gaan. Jaren van zoeken, jaren van vermoeden maar niet zeker weten, jaren van de moed niet hebben om een radicale keuze te maken. Het zijn jaren die we nodig hebben om wijzer te worden, te rijpen en te groeien, jaren om tot een werkelijke overtuiging te komen. Het zijn zeker geen verloren jaren, ook al snap je later niet dat het zolang moest duren. Vaak hebben we zetje nodig om de juiste weg in ons leven te vinden. Iemand spreekt lovende woorden over die collega van de vierde etage en jij krijgt een kop als een boei. Plotseling is daar het moment dat het kwartje valt. Je ziet iets op de televisie of je leest een boek en dan dringt tot je door wat jou te doen staat, wat jouw roeping is.
Zo kan het ook gaan met het geloof. Je wist altijd al dat er wel “iets” moest zijn, maar je begreep het niet. Je hebt een vaag gevoel, maar het wil maar niet concreet worden. Dan kom je iemand tegen die je over Jezus vertelt en wat Jezus voor hem betekent. Plotseling dringt het tot je door dat het zogenaamde “iets” heel concreet is: Hij is het! Jezus Christus is de Zoon van God. In Hem zie je God zelf. Hij is de openbaring van de liefde van God. Jezus maakt je vrij. Jezus is je weg door het leven. Plotseling gebeurt dat wat ook Johannes de Doper overkwam.
Zo’n moment van bekering is er niet alleen voor onkerkelijken. Ook wij katholieken hebben wel eens zo’n ervaring nodig. Ons geloof kan een gewoonte worden, een sleur. We doen braaf wat er van ons gevraagd wordt, maar de bezieling ontbreekt. Dan wordt het hoog tijd voor een nieuwe kennismaking met Jezus. Willen wij werkelijk zijn leerlingen en volgelingen zijn is het nodig Hem steeds weer opnieuw te ontmoeten. Het vraagt dat we Hem steeds weer opnieuw leren kennen. Steeds weer zullen we Hem ook weer met andere ogen zien. Telkens weer krijgt Hij dan weer een nieuwe betekenis voor ons.
Het is zoals met die collega van de vierde etage. Ook als je gelukkig met elkaar getrouwd bent, moet je blijven werken aan je relatie en elkaar steeds weer opnieuw vinden. Dat geldt ook voor ons leerling zijn en voor onze relatie met Jezus. Amen.