Gaudete: Verheugt u; Js 35, 1-6a.10; Mt 11,2-11

Gaudete: Verheugt u. “Blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.” Jezus maakt met deze tekst duidelijk dat Hij het is die het Rijk Gods brengt. Hij gebruikt hiervoor de woorden die eerder door Jesaja gebruikt zijn. Jesaja beschrijft een paradijselijke situatie van vrede, welzijn en gerechtigheid voor iedereen. Dat is wat ook Jezus ons voorhoudt als het Rijk Gods, niet meer en niet minder. Jesaja schrijft over de toekomst. Jezus spreekt over het moment zelf. Met zijn komst is de beloofde toekomst aangebroken. Deze teksten geven ons stof tot nadenken. Hoe zien wij het Rijk Gods? Wanneer verwachten wij het Rijk Gods?
Deel van mijn opvoeding was het uit je hoofd leren van de catechismus. Vandaag hebben we genoeg aan de eerste vraag daaruit. “Waartoe zijn wij op aarde?” Het antwoord op deze vraag luidde: “Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn.” Onder u zijn ongetwijfeld ook mensen aanwezig die een ander antwoord geleerd hebben. Eerder luidde het antwoord namelijk: “Wij zijn op aarde om God te dienen en daardoor hiernamaals gelukkig te zijn.” Het ‘hier’ is midden vorige eeuw toegevoegd. Daarvoor ging het enkel om het geluk in het hiernamaals. Tegenwoordig beschouwen we ook het aardse geluk als een deel van de bestemming van het leven.
Dat lijkt een kleine verandering: de toevoeging van het woord ‘hier’. En velen zullen het destijds ook zo beleefd hebben. Zo’n verandering verandert niet onmiddellijk het denken van mensen. Zij sijpelt heel langzaam door en pas na enige tijd zie je dat de mensen anders in het leven staan. Tegenwoordig zul je het niet meer in je hoofd halen om iemand die in financiële nood is te troosten met het idee dat het later in de hemel allemaal goed komt.
Jezus verkondigt aan armen de Blijde Boodschap. Blinden zien, lammen lopen, melaatsen genezen, doven horen en doden staan op. De lichamelijke problemen lost Jezus op. En de armen? Worden die hier toch met een kluitje het riet ingestuurd? Zij moeten het doen met de Blijde Boodschap. Nergens lees je dat Jezus echt iets aan hun situatie doet. Geldt voor de armen dan toch dat zij moeten wachten op het geluk in het hiernamaals? Jesaja schetst ons een beeld van vrede, welzijn en gerechtigheid voor iedereen.
Ook Jezus heeft het regelmatig over gerechtigheid, maar het oplossen van misstanden, het oplossen van armoede en onrechtvaardige situaties laat Hij blijkbaar aan anderen over. Jezus roept op tot naastenliefde, solidariteit en gerechtigheid en het zijn zijn leerlingen die daar daadwerkelijk mee aan de slag gaan. In de Handelingen van de Apostelen kunnen we lezen hoe de eerste leerlingen alles met elkaar delen. De geschiedenis van de vroege Kerk leert ons hoe het christendom een nieuwe manier van denken brengt. Het gaat niet langer om het recht van de sterkste. Het nieuwe denken van het christendam houdt in dat mensen naar elkaar omzien. Gaandeweg tot op de dag van vandaag heeft deze nieuwe manier van denken steeds meer invloed gekregen. Onder andere onze huidige sociale wetgeving is er het resultaat van.
Het Rijk Gods is niet alleen een belofte voor een toekomstig leven. Het Rijk Gods gaat niet alleen over het leven in het hiernamaals. Het Rijk Gods gaat ook over het leven hier op aarde. Het Rijk Gods gaat ook over ons leven van dag tot dag. De belofte van het Rijk Gods betekent dat God wil dat wij gelukkige mensen zijn hier en in het hiernamaals. Door zieken te genezen en doden te laten opstaan, laat Jezus dat zien. Maar Jezus betrekt ook ons erbij. Ook wij krijgen de opdracht te werken aan het Rijk Gods. Wij worden opgeroepen de dingen te doen waartoe wij in staat zijn. Wij worden opgeroepen tot daden van liefde: hongerigen voeden, dorstigen laven, zieken bezoeken et cetera. Ook worden wij opgeroepen om een rechtvaardige en vredige samenleving tot stand te brengen.
In deze tijd wordt onze aandacht gevraagd voor de Adventsactie. Dit jaar wordt onze steun gevraagd voor de opvang van jonge kinderen die vanuit Venezuela zijn gevlucht naar Lima, de hoofdstad van Peru. Meer dan twee miljoen mensen zijn naar Peru gevlucht. Zij wonen in primitieve omstandigheden en leven veelal van straatverkoop. Jonge kinderen zijn in deze situatie het meest kwetsbaar.
Gerard Reve schreef ooit: “Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?” De belofte van het Rijk Gods maakt ons soms ongeduldig. Dood, ellende, pijn en verdriet verdwijnen niet uit onze aardse werkelijkheid. Ze maken wezenlijk deel uit van onze aardse bestaan. Daarnaast geeft God ons de middelen om mee te werken aan een betere wereld. Wij mogen daarmee onze bijdrage leveren aan zijn Koninkrijk en eens zullen wij leven in zijn Rijk van vrede en geluk. Amen.