Spring naar inhoud

De vreugde van het Evangelie; Js 11,1-10; Mt 3,1-12

8 december 2019

Waar preek je over als je je koperen jubileum viert. Drie weken geleden hoorde ik onze bisschop bij de diakenwijding spreken over de zware taak van het diaconaat. Deze woorden worden gebruikt aan het begin van de wijdingsplechtigheid. Zij die er destijds bij waren, zullen zich dat natuurlijk nog herinneren en waarschijnlijk dachten ze: waar begint hij aan? De huidige bisschop vertelde, dat dit geen oproep is tot medelijden want een diaken doet zijn werk met de hulp van de Heer. Nu snapt u ook hoe het komt dat ik met een zekere lichtheid, opgewektheid en zorgeloosheid mijn leven leidt en mijn werk doe.

Wat wil een mens nog meer dan weten dat er iemand van je houdt, dat er iemand is dat die wil dat je gelukkig wordt en daar ook voor zorgt? Dat is de kern van de boodschap waarmee ik op pad ben gestuurd. Dit ontslaat ons mensen niet van onze eigen verantwoordelijkheid. Liefde vraagt ook om een antwoord. Onbeantwoorde liefde houdt geen stand. Liefde kan je niet onverschillig laten.

Toen ik afgelopen week naar de lezingen van vandaag keek, viel mij het begin van de eerste lezing op. “De geest van de Heer zal op hem rusten, de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en heldenmoed, de geest van liefde en vreze des Heren, en deze vreze des Heren zal hij uitstralen.” Aan het begin van zijn openbare leven heeft Jezus deze woorden op zichzelf betrokken. Maar Hij deed dit niet exclusief. Hij beperkte het niet alleen tot zichzelf. Sterker nog aan het einde van zijn leven belooft Hij ons de heilige Geest. De heilige Geest is onze Helper.

Met ons Doopsel en Vormsel ontvangen wij de hiergenoemde gaven van de heilige Geest. Het is zoals Johannes de Doper over Jezus verkondigt: “Hij die na mij komt, (…) zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.” Dit is er wat er bij ons Doopsel en Vormsel gebeurt. Wij worden niet alleen gedoopt met water, maar ook met de heilige Geest. Bij de diakenwijding wordt dit nog eens lichtjes overgedaan. Opnieuw bidt de bisschop dat de wijdeling de gaven van de heilige Geest mag ontvangen om zo zijn werk als diaken te kunnen verrichten.

Johannes de Doper kondigde de komst van Jezus aan. Zou zijn aanpak ook vandaag tot resultaten leiden? Johannes de Doper is een boeiend iemand: lekker radicaal, flinke uitspraken en grote woorden. Ook in zijn gedrag is hij bijzonder met een kleed van kameelhaar en het eten van sprinkhanen en wilde honing. Wilde honing lijkt me niet slecht. Sprinkhanen zijn minder aantrekkelijk. Overigens is het eten van insecten nu ook in onze streken in opkomst. Ik heb ze een keer gekocht en wij hebben ze ook gegeten. Ze smaken niet slecht, maar het mondgevoel is minder aantrekkelijk. In Wageningen wordt hier gelukkig nog hard aan gewerkt. Mogelijk wordt Johannes de Doper op deze manier nog een echte trendsetter. Wat onze kleding betreft: de pastoor koos voor deze gewaden. Ik weet niet of hij nog aan kleden van kameelhaar heeft gedacht. Ik in ieder geval niet. Ik houd niet van gekriebel. Zes jaar geleden schreef paus Franciscus in Evangelii gaudium: “Een evangelist moet er nooit uitzien alsof hij net van een begrafenis is teruggekeerd!” Het Evangelie verkondigen is een vreugdevolle bezigheid. Dat mag ook uit onze kleding blijken.

Het woord vreugde keert steeds weer terug in die brief aan alle katholieken. “Niemand moet denken dat deze uitnodiging niet voor hem of haar bedoeld is, want niemand wordt uitgesloten van de vreugde die door de Heer wordt gebracht.” Aldus de paus. Het doel van zijn brief omschrijft Franciscus met: “In deze exhortatie wil ik de christenen aanmoedigen deel te nemen aan een nieuw hoofdstuk van evangelisatie dat gekenmerkt wordt door deze vreugde.” Hij wil nieuwe wegen voor de Kerk aangeven. Het duurt natuurlijk altijd even voordat dan iedereen op gang komt. Maar ondertussen hebben wij hier ter plekke een eerste stap gezet met ons nieuw pastoraal beleidsplan: “Als leerling het Evangelie leven”. Ik hoop echt dat het ons lukt op deze weg stappen te zetten en een nieuwe toekomst in te gaan. Iedere christen heeft de opdracht als leerling van Jezus op weg te gaan en zonder aarzeling, tegenzin of angst het Evangelie te verkondigen aan iedereen op alle plaatsen en bij alle gelegenheden en ieder op de manier die bij hem past.

Op zich spreekt de radicaliteit van Johannes de Doper mij wel aan, maar ik denk niet dat het werkt als we de mensen om ons heen uitmaken voor “adderengebroed”. De mensen van tegenwoordig zijn niet te vergelijken met de toehoorders van Johannes de Doper. De mens van tegenwoordig kan zich vaak niet voorstellen dat het mogelijk is dat iemand anders dan jezelf jou gelukkig kan maken. Mensen denken vaak dat ze daar echt helemaal alleen voor staan. Eigen zelfgerichtheid maakt het onmogelijk te denken, dat iemand anders zich kan richten op jouw geluk en ook een liefhebbende God raakt daarmee geheel buiten beeld.

Ons mensbeeld en ons beeld van hoe de wereld in elkaar steekt, kan ons behoorlijk in de weg zitten. Te absolute beelden beperken ons voorstellingsvermogen en onze vrijheid van denken. Het loslaten van absolute denkbeelden is niet eenvoudig. Het is het loslaten van zekerheden. Het is ook aanvaarden van complexiteit en van niet kunnen weten. We zien om ons heen hoe moeilijk dat in de politiek is. Simpele en heldere standpunten en ideeën zijn aantrekkelijk. Daarbij is het niet eens nodig dat ze overeenkomen met de werkelijkheid en ook niet dat ze bijdragen tot een betere wereld.

En dan komen wij met “de geest van wijsheid en verstand, de geest van raad en heldenmoed, de geest van liefde en vreze des Heren”. Toch ben ik er van overtuigd de liefde sterker is dan alle materiële en ingebeelde zekerheden van tegenwoordig. Geloof en liefde vormen de basis voor vertrouwen, niet voor zekerheden. Zelfs rotsvast vertrouwen leidt niet tot een objectieve zekerheid. Geloof en liefde vormen ook niet de basis voor de wetenschap. Daar wordt naar andere waarheden gezocht. En dat is een goede zaak.

Onze Blijde Boodschap van de liefde kan mensen in hun hart treffen. Bij elke uitvaart zie ik weer hoe de liefde het alles overheersende thema is. Het gaat altijd over de liefde van en voor de overledene. Al het andere valt dan weg. Het mag genoemd worden, maar is niet echt belangrijk. Het is ook de liefde die maakt dat een niet voortleven onvoorstelbaar is. Het is aan ons om de liefde, de liefde van God voor de mensen en liefde van de mensen voor elkaar zichtbaar te maken in onze wereld. Dat vraagt om woorden en daden van liefde. Daarover moeten we ook het gesprek met de huidige seculiere cultuur aangaan. Dat is de vreugdevolle taak waaraan ik graag mijn bijdrage lever. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s