Een roes van genieten; Lc 21,25-28.34-36

“Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen van het leven…” Afgestompt worden door de zorgen van het leven. Dat kan maar zo. Als we om ons heen kijken zien we dat iedereen voortdurend druk is met de zorgen van het leven. Druk, druk, druk… Het is een gevleugelde kreet in onze maatschappij. Als je niet druk bent, tel je niet echt mee. Maar waar blijft de tijd voor reflectie? Waar blijft de tijd voor aandacht voor elkaar? Waar blijft de tijd voor hoop en verwachting? Waar blijft de tijd voor gebed? Kijken we überhaupt wel uit naar de komst van de Heer?
Vandaag gaat het over de komst van Christus aan het einde der tijden. Maar het gebruikte beeld is ook van toepassing op ons eigen leven en op onze eigen sterfelijkheid. In de Handelingen der Apostelen lezen we over de marteldood van Stefanus. Vlak voor Stefanus sterft, roept hij uit: “Ik zie de hemel open en de Mensenzoon staande aan Gods rechterhand.” (Hnd 7,56) Stefanus ziet aan het einde van zijn leven, op het moment van zijn sterven de Mensenzoon verschijnen in heerlijkheid. Het beeld van de komst van de Mensenzoon in zijn heerlijkheid is hier van toepassing op één enkele mens. Te midden van zijn lijden openbaart de Mensenzoon zich aan Stefanus. Wij mogen het beeld van het einde der tijden en van de komst van de Mensenzoon in heerlijkheid, dus direct op ons eigen leven en op onze eigen sterfelijkheid betrekken.
Jezus roept ons op tot waakzaamheid en tot gebed. Dat vraagt dat we ons niet laten bedelven onder de zorgen van het leven, dat ons daardoor niet volledig in beslag laten nemen. Naast de zorg van het leven waarschuwt Hij ons voor een roes van dronkenschap. Ik moest denken aan de bijlage van De Volkskrant van vorig weekeinde. Op de voorpagina van deze bijlage staat: “Plop! We feesten ons te pletter, niet alleen omdat het kan, maar ook omdat het moet…”
In het redactioneel wordt het thema nader omschreven. Hier vinden we een opsomming van hedendaagse feesten: Een gala om de basisschooltijd af te sluiten, een sweet sixteen, een 21-diner, een huwelijk in de vorm van een driedaags festival, een begrafenis met salsadans, het moment dat je kind één meter lang is en het einde van een burn-out. Bladerend door de verschillende artikelen vallen mij de volgende zaken op. Er is sprake van een complete feestindustrie. Een feest moet niet alleen maar leuk zijn, maar er ook mooi uitzien. Het moet steeds weer origineel zijn en steeds extremer. Men moet elkaar overtreffen en dat mag steeds meer geld kosten. En dat alles geldt ook voor de kinderfeestjes.
Ik ben opgegroeid in een katholiek gezin en in een katholieke enclave in Friesland. Ik ben eraan gewend dat elke gelegenheid die zich voor doet, wordt aangegrepen om het leven te vieren. Maar de feesten van mijn jeugd lijken in het geheel niet op wat ik in deze bijlage van De Volkskrant tegenkom. De feesten van mijn jeugd verliepen altijd volgens vaste patronen. Juist geen originaliteit maar een vaste vorm waarin iedereen zich thuis voelde en waarbinnen er volop ruimte was voor aandacht voor elkaar. Geen nadruk op het individu maar op de gemeenschap. De eerste keer dat Joke, mijn vrouw, mij vergezelde op een huwelijksfeest in mijn geboortedorp, wilde zij van tafel tot tafel te gaan om met verschillende mensen een praatje te kunnen maken. Mijn jongste broer wees haar terecht. Dat doen wij hier niet. Je doet het met de mensen met wie aan tafel zit. Je gaat dus niet op zoek naar waar het leuk is voor jezelf. Nee, je bent deel van een gemeenschap.
Feesten zijn van alle tijden, maar hoe feest je: Ben op jezelf gericht of gericht op de ander? Is het alleen maar genieten of is het ook een uiting van dankbaarheid? Genieten is tegenwoordig een opdracht. Dat geldt zeker ook voor de generatie waartoe ik zelf behoor. Hoe vaak hoor ik niet zeggen: ik ben met pensioen, nu ga ik genieten. Moeiteloos maakt men de overstap van de zorgen van het leven naar een roes van genieten.
Waarom kiezen we er niet voor gewoon te leven in plaats van ons te verliezen in werk of in genieten. Jezus zegt ons: weest waakzaam en bidt. Het gaat erom om het leven in zijn volheid te leven, om de combinatie van zorg voor het leven, aandacht en zorg voor elkaar, waakzaamheid, reflectie en gebed, leven met hoop en vertrouwen, leven in het besef van de komst van de Heer. Juist een evenwichtig leven brengt ons vreugde. Dan is genieten geen opdracht, maar een geschenk. Dan beperkt het genieten zich niet tot de feesten maar is het deel van ons hele leven en is het zelfs aanwezig op de momenten van droefenis en tegenslag. Dan openbaart de Mensenzoon zich ook aan ons. Amen.
Prachtig verwoord