Laat uw licht stralen! Js 58,7-10; Mt 5,13-16

Laat uw licht stralen! Jezus zegt ons: “Gij zijt het zout der aarde.” “Gij zijt het licht der wereld.” Hij roept ons op aanstekelijk te leven. Zo te leven dat anderen ons als voorbeeld nemen, dat zij zien dat wij leven uit de liefde van God en de vreugde van het Evangelie. Onze manier van leven moet de ander naar God brengen. “Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien.” Dat willen we allemaal wel: dat de mensen zien hoe goed wij wel niet zijn! In onze cultuur zoeken we voortdurend het centrum van de belangstelling. Maar hoe zat het ook al weer met die linker- en rechterhand?
We lezen in deze tijd stukken tekst uit de Bergrede. De Bergrede wordt wel het ethisch manifest van Jezus genoemd. Aan het begin van zijn openbare leven zet Jezus uiteen hoe wij als mensen zouden moeten leven. Het begint met de zaligsprekingen en dan het gedeelte wat we vandaag gelezen hebben. Iets verderop zegt Jezus ons: “Als gij een aalmoes geeft, laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet.” Deze tekst lezen we op Aswoensdag. Enerzijds zegt Jezus ons dus: laat zien dat je goede werken doet, wees een licht, een voorbeeld voor de wereld. En anderzijds zegt Hij: doe het in het verborgene. Hij zegt dat in een en dezelfde Bergrede; in tijd zit er nog geen kwartier tussen de ene en de andere boodschap.
Waarom twee op het oog tegenstrijdige boodschappen? Laten we de tekst eens wat nader bekijken. Vandaag zegt Jezus ons dat we het zout der aarde en het licht der wereld moeten zijn. “Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.” Het gaat er dus niet om dat we laten zien hoe goed wij zijn; het gaat er niet om zelf geëerd te worden. Nee, de mensen moeten onze goede werken zien opdat zij God verheerlijken. Door goed te zijn voor de ander brengen wij de mensen dichter bij God. Dat is de reden waarom ons licht moet stralen. En inderdaad daar waar Jezus zegt dat wij in het verborgene goed moeten doen, gaat het erom dat wij ons niet trots op de borst slaan en niet rondbazuinen dat wij zulke goede mensen zijn: “beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen om de aandacht te trekken; anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader die in de hemel is.” Zoals vaker gaat het om de intentie en minder om de daad zelf.
We raken hier ook nog aan een andere kwestie: Waarom doen wij goed? Jezus heeft het uitdrukkelijk over een beloning die wij mogen verwachten. En ook in de eerste lezing legt Jesaja een verband tussen het doen van goede werken en Gods antwoord op ons gebed. Zo’n 500 jaar geleden worstelde Maarten Luther met deze zaak. Hij verzette zich tegen de gedachte dat wij de hemel kunnen verdienen, tegen een al te menselijke voorstelling van Gods handelen. Het is niet zo: wij doen wat voor God, dan doet Hij iets voor ons. Bij God is het geen: ‘voor wat, hoort wat’. De boodschap die Jezus ons brengt is dat Gods liefde en genade grenzeloos zijn, dat Gods barmhartigheid geen grenzen kent en dat Hij ons altijd zal vergeven als wij tekort schieten. Als reactie op het idee van de hemel verdienen – zoals dat in de tijd van Luther door velen werd gedacht – sloeg een deel van de christenen weer door de andere kant op. Zij zien de mens tot niets goeds in staat en alles is enkel en alleen afhankelijk van Gods genade.
Het is geen kwestie van ‘voor wat, hoort wat’. En het is ook niet zo dat de mens is overgeleverd aan een voor eens en altijd vastgestelde bestemming. God is liefde. Hij houdt van ons en nodigt ons uit van Hem te houden. Hij heeft het initiatief genomen. Hij heeft ons geschapen en Hij geeft ons het leven. En in Jezus Christus heeft Hij ons bevrijdt van het kwaad. Jezus is mens geworden zoals wij en een leven van liefde geleid. Daarmee is Jezus onze weg ten leven. God heeft ons als vrije mensen geschapen: wij mogen zelf besluiten voor of tegen zijn liefde te kiezen. Wij kunnen Gods liefde afwijzen en onze eigen weg gaan. We kunnen ook door de genade van het geloof Gods liefde beantwoorden. Dat doen we vooral door elkaar lief te hebben als kinderen van één God. Als antwoord op Gods liefde voor ons doen wij de goede werken. En zo maken wij Gods liefde in de wereld zichtbaar. Zo verkondigen wij het Evangelie. Zo brengen wij de mensen tot God.
Het begint met ons open te stellen voor de liefde van God. Als wij die liefde in ons leven toelaten, willen haar ook beantwoorden. Door goed te doen verkondigen wij de Blijde Boodschap van Jezus Christus. Door goed te doen laten wij zien dat God van ons houdt. Door goed te doen tonen wij de vreugde van het Evangelie. Door goed te doen delen wij in de oneindige liefde en goedheid van God en delen wij in het leven van de verrezen Christus, nu en altijd. Amen.
Hier kan ik mij helemaal in vinden. Ik zeg: Amen!