Spring naar inhoud

In de wereld zijn; 1 Joh 4,11-16; Joh 17,11b-19

16 mei 2021

“Zij zijn niet van de wereld zoals Ik niet van de wereld ben.” In het Evangelie van vandaag horen we dit Jezus twee keer zeggen; “Zij zijn niet van de wereld zoals Ik niet van de wereld ben.” Wat moeten wij met deze uitspraak van Jezus? Wat betekent het voor ons? Net als ik heeft ook u daar ongetwijfeld een eerste gevoel bij. En het is zeker niet slecht om zo’n intuïtie te volgen. Wij zijn leerlingen van Jezus en hebben enig idee van zijn manier van spreken. Dat geeft een gezonde basis aan ons aanvoelen. Vandaag wil ik echter een stap verder gaan en er wat dieper induiken.

Allereerst is daar het woord ‘wereld’. Het woord ‘wereld’ komt in de Bijbel minder vaak voor dan je je zou kunnen verwachten. Het woord ‘wereld’ wordt vooral door de apostel Johannes gebruikt. Hij doet dat in het Evangelie dat door hem is geschreven en in zijn eerste brief waaruit we vandaag ook hebben gelezen. Wat opvalt is dat het woord ‘wereld’ meestal een negatieve bijklank heeft. Dit is ook vandaag het geval: de wereld heeft de leerlingen gehaat. En Jezus bidt dat ze bewaart worden voor het kwaad. Dat kwaad hangt blijkbaar samen met de wereld.

Wij gebruiken het woord wereld in verschillende betekenissen. Van Dale geeft er twintig. Ik zal ze niet allemaal noemen. Een van die twintig betekenissen is: het aardse bestaan, het leven hier en nu. Hierbij wordt ook verwezen naar teksten van Johannes. Het gaat dan om het aardse bestaan tegenover het hemelrijk, de mensenwereld tegenover de wereld van God, de gebrokenheid en zondigheid tegenover de volmaaktheid. Johannes schrijft dat Jezus in de wereld is gekomen en dat Hij de wereld weer zal verlaten. Ook daaruit blijkt een duidelijk onderscheid tussen de wereld van God en ons aardse bestaan: de wereld van de mensen.

Toen Johannes deze teksten schreef, was dit onderscheid er ook fysiek. Het wereldbeeld was toen: wij mensen leven hier op aarde, een aarde die plat is en over die platte aarde staat een grote koepel en boven die koepel is de hemel en daar woont God. Jezus was uit die hemel gekomen en daar ging Hij ook weer naar terug. In onze tijd kennen wij dit fysieke onderscheid niet. We hebben een op de wetenschap gebaseerd beeld van de wereld. Wij moeten het daarom doen met een abstracte interpretatie van dit onderscheid: de gebrokenheid van het menselijk bestaan aan de ene kant en de volmaaktheid van God aan de andere kant.

Jezus spreekt op een negatieve manier over het menselijk bestaan. Dit menselijk bestaan wordt getekend door het kwaad en de zondigheid. Ook als we vandaag om ons heen kijken, komen we tot die conclusie. Het is niet alleen liefde en vrede in onze wereld; er zijn ook vele misstanden waarachter echt kwaad schuil gaat.

Wij mensen – en dat geldt ook voor ons als leerlingen van Jezus – zijn innig met deze wereld verbonden. Wij maken hoe dan ook deel uit van deze wereld. Wij zijn er in geboren. Deze wereld bestaat mede uit ons. En dat geldt ook voor de mensgeworden Zoon van God. Toch zegt Jezus dat én Hijzelf én wij – als zijn leerlingen – niet van deze wereld zijn. Wij zijn wel in de wereld maar niet van de wereld. Ook al zijn wij innig met de wereld verbonden, we hoeven ons niet te laten tekenen door het kwaad. Dat heeft Jezus ook niet gedaan. Hij was geheel aan de mensen gelijk, maar niet in de zonde.

God is de Schepper van alles. Hij heeft heel deze wereld geschapen. De wereld is van oorsprong goed. Toch is het kwaad de wereld binnengedrongen en kreeg haar in haar macht. Door het bevrijdende werk van Jezus is de wereld herschapen. De macht van het kwaad is gebroken. Het kwaad bestaat zeker nog, maar wij hoeven er niet aan toe te geven.

Aan het begin van zijn openbare leven zegt Jezus tegen Nikodemus: “Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.” Jezus kwam in de wereld niet om haar te oordelen, maar haar te redden. Met zijn leven, zijn lijden en sterven heeft Hij het kwaad overwonnen. Wij zijn niet langer geknecht door het kwaad.

Op deze wijze zijn wij in de wereld maar niet van de wereld. Ons leven is gericht op God, is gericht op een betere wereld. Dit betekent niet dat wij de wereld moeten verachten of moeten proberen zo snel mogelijk haar te verlaten om in de hemel te komen. Sterker nog Jezus stuurt ons juist de wereld in om te getuigen van de waarheid. Uit liefde voor de wereld kwam Hij in de wereld en stuurt Hij ons de wereld in. Ook daarin mogen wij Jezus navolgen. Hij kwam in de wereld als het ware Licht, het Licht dat iedere mens verlicht. Meer dan eens schrijft Johannes dat Jezus het Licht der wereld is.

Vorige week hoorden we Jezus zeggen: “Dit is mijn gebod, dat gij elkaar liefhebt.” Door elkaar lief te hebben zijn ook wij een licht in de wereld. Door elkaar lief te hebben, getuigen ook wij van de waarheid. Door elkaar lief te hebben weerstaan wij het kwaad. In zijn eerst brief schrijft Johannes: “als wij elkaar liefhebben woont God in ons en is zijn liefde in ons volmaakt geworden.” “God is liefde.” Als wij elkaar liefhebben leven wij in de wereld van God. Als wij elkaar liefhebben verandert onze wereld in de wereld van God. Met de liefde brengt God ons een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Door de Geest van liefde zal alles worden herschapen. Amen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s