Spring naar inhoud

De roeping van Petrus

5 mei 2019

Vandaag speelt Petrus een centrale rol in het Evangelie. Ik heb een zwak voor Petrus. Ik ben natuurlijk ook naar hem genoemd; mijn doopnaam is Petrus. Petrus met zijn bravoure en zijn kleine hartje: Petrus die voortdurend de fout in gaat, Petrus die het niet begrijpt. En toch is het Petrus die de kar moet trekken en door Jezus als de leider wordt aangesteld.

De roeping van Petrus begint al aan het begin van het openbare leven van Jezus. De eerste leerlingen die Jezus roept, zijn Andreas en zeer waarschijnlijk Johannes. De volgende dag vertelt Andreas dat aan zijn broer Simon en hij brengt zijn broer bij Jezus. Jezus bekijkt Simon eens goed. Wie is deze man en wat zal er van hem worden? Jezus ziet wie Simon werkelijk is en zegt dan tegen hem: “Gij zijt Simon, de zoon van Johannes; gij zult Kefas – dat betekent: Rots – genoemd worden.” Vanaf dat moment kennen we Simon als Kefas, oftewel Petrus.

Dit is het begin van de roeping van Petrus. In dit jaar van de roepingen is het goed dit korte fragment uit het Evangelie even goed te bekijken. Het zegt veel over wat roeping nu eigenlijk is. Roeping is vooral ontdekken wie je zelf bent. Waartoe heeft God je bestemd, welke plan heeft Hij met jou? Jezus zegt: Jij bent Simon en je bent bedoeld om de rots van de Kerk te zijn. Er is nog een tweede aspect van belang. Het is Andreas die zijn broer bij Jezus brengt. Wij hebben andere mensen nodig om onze roeping te ontdekken. Niemand van ons is de eerste christen. Wij zijn allemaal door anderen op dit pad gezet. Voor de meesten van ons zijn dat onze ouders geweest.

Petrus heeft nog een lange weg te gaan. In het Evangelie volgens Johannes vinden het begin ervan in het eerste hoofdstuk en de afsluiting in het laatste hoofdstuk, waaruit we vandaag gelezen hebben. Op die weg van Petrus vinden we ook het verhaal van de voetwassing. Eerst weigert Petrus zijn voeten door Jezus te laten wassen en even later wil hij helemaal door Jezus gewassen worden. Bij de arrestatie van Jezus in de Hof van Olijven heeft Petrus een zwaard bij zich en hakt iemand een oor af. Ook hier moet Jezus hem tot de orde roepen. Het gebruiken van geweld hoort niet bij je roeping. En dan is er nog de verloochening en het kraaien van de haan.

Vandaag horen we Petrus zeggen: “Ik ga vissen.” Het is hem nog steeds niet duidelijk wat Jezus van hem wil. Hij pakt zijn beroep weer op en gaat weer over tot de orde van de dag. Het was toch zijn beroep, zijn roeping om vis te vangen en ervoor te zorgen dat mensen te eten hebben. Maar dan is daar Jezus weer. Na het ontbijt is er het gesprek tussen Jezus en Petrus. Petrus krijgt de opdracht de kudde te leiden. Ondertussen wordt hij herinnerd aan de avond voor de kruisiging. Toen heeft hij Jezus tot driemaal toe verloochend.

Jezus kent Petrus. Hij weet dat Petrus niet zonder zonde is, maar Hij weet ook dat er een sterke liefde in hem is: een liefde die Petrus in staat stelt tot grote daden. Petrus is geen brave heilige, maar een mens zoals u en ik. Dat maakt hem zo sympathiek en tot een aansprekend voorbeeld. Dat maakt hem ook zo geschikt om de Kerk te leiden. Hij is vol liefde voor Christus, maar is geen haar beter dan de mensen die hij moet leiden. Dat maakt hem nederig en bescheiden. Tot drie keer spreekt Jezus Petrus aan op zijn liefde voor Hem. Pas de derde keer dringt het echt tot Petrus door en dan breekt hij. Dan ziet hij wie hij werkelijk zelf is. De man met bravoure weet dat ook hij een zondig mens is maar hij weet ook dat de liefde van Jezus voor hem veel groter is dan de zonde. Nu Petrus zich van deze liefde bewust is, kan hij ook zelf lief hebben. Dan zegt Jezus tegen Petrus: “Volg Mij.” In de eerste lezing uit de Handelingen der Apostelen hebben we gehoord hoe Petrus inderdaad Jezus is gaan volgen en dat hij zijn roeping heeft verstaan.

Het verhaal van Petrus kent elementen die wij ook in ons eigen leven herkennen. Hoe ontdek je wie je zelf bent? Wat wil God met mij? Dit zijn geen eenmalige vragen. Deze vragen spelen niet alleen op je weg naar volwassenheid. Het zijn vragen die telkens weer opnieuw aan de orde zijn.

Ook bij Petrus was het einde van zijn roepingsverhaal nog niet bereikt. U kent ongetwijfeld het verhaal van zijn laatste dagen. Volgens een oude legende probeerde Petrus uit Rome weg te vluchten. Er was een grote christenvervolging gaande. Op zijn vlucht komt Petrus Jezus tegen met het kruis op de schouder. Petrus is ontzet en vraagt: “Quo vadis, Domine?”: Waar gaat u heen, Heer? Jezus antwoordt hem: “Ik ga naar Rome om in uw plaats gekruisigd te worden.” Dan begrijpt Petrus dat hij bij zijn geloofsgenoten moet zijn en hij gaat terug naar Rome.

Ook wij worden telkens weer geroepen om volgeling en leerling van Jezus te zijn. Het is een zoektocht tot het einde toe. Deze week staat in het bijzonder in het teken van roeping. Volgende week is het roepingenzondag. Wij worden opgeroepen tot gebed voor roepingen. Aan het eind van de viering kom ik hier nog op terug. Allereerst moeten wij onszelf en onze eigen roeping ontdekken. Daarna kunnen we anderen helpen hun weg en roeping te vinden. Amen.

Zie hier voor de gebeden om roepingen.

From → Preken

Geef een reactie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s