Kruisverheffing; Fil 2,6-11; Joh 3,13-17
Vandaag vieren we het feest van de Kruisverheffing. Een in het Westen minder bekend feest, maar in de Oosterse Kerk een van de grote christelijke feesten. Dit feest gaat terug tot het jaar 335. Toen werd de H. Grafkerk in Jeruzalem in gebruik genomen. Deze kerk staat over de Calvarieberg waar Jezus gekruisigd is, en over de plaats waar Hij begraven is, heen.
De tekst uit de brief van Paulus is een oude hymne uit de begintijd van het christendom. Hierin wordt bezongen dat de Zoon van God mens is geworden. Hij heeft zijn gelijkheid met God losgelaten en is aan de mensen gelijk geworden. Vanuit zijn gelijkheid met ons, vanuit zijn nederigheid als slaaf heeft Jezus Christus ons God laten zien. Zijn gelijkheid met God werd zichtbaar in zijn spreken en handelen. Hij verkondigde de boodschap van de liefde en genas vele zieken. Zo kwamen de leerlingen tot het inzicht dat Jezus de Zoon van God is. Als mens heeft Hij zich vernederd tot de dood aan het kruis. Hij heeft zichzelf ontledigd. Hij heeft zichzelf weggegeven. Daarom heeft God Hem uit de dood laten opstaan. Hij is verrezen en tot eer van God is Hij hoog verheven.
Het kruis dat bedoeld is als martelwerktuig om de doodstraf uit te voeren, is voor ons een teken van overwinning geworden. Het kruis staat voor de overwinning op het kwaad en op de dood. Door het kruis heeft Christus ons verlost en bevrijd.
In het Evangelie zien we dezelfde beelden van Jezus als bij Paulus: De Mensenzoon kan naar de hemel opklimmen omdat Hij uit de hemel is neergedaald. De Mensenzoon moest sterven aan het kruis. Zo moest Hij hoog verheven worden boven de aarde en boven alle mensen, om ons te bevrijden en het geluk te brengen.
Dankzij zijn kruisdood mogen wij leven in vrede en geluk. Hij heeft ons zijn liefde gegeven. Die liefde is voor ons een eeuwige bron van liefde voor elkaar. Door zijn liefde geven wij elkaar onze liefde en maken wij elkaar gelukkig. Het kruis is een blijvend teken van zijn aanwezigheid onder ons. Elke keer als wij een kruisteken maken of een kruis zien, worden wij herinnerd aan Gods liefde voor ons. Hij zal ons nooit verlaten. Hij laat ons nooit in de steek. Zijn liefde voor ons is voor eeuwig. Dat geeft ons de kracht en het vertrouwen om ook ons eigen kruis te dragen. Wij weten dat God ons daarin bijstaat met zijn liefde en genade. Hij bevrijdt ons uit ons lijden. Hij neemt ons op in zijn Rijk van vrede en geluk. Wij mogen nu en altijd leven bij Hem. Het kruis is voor ons een teken van de redding die God ons brengt. Daaraan mogen wij ons vastklampen tot troost van onszelf en tot troost van anderen. Het kruis brengt ons tot medelijden en barmhartigheid, tot het delen in het lijden van anderen om zo hun lijden te verlichten. Zoals Christus onze zonden op zich heeft genomen, zo kunnen wij het lijden van anderen mee dragen en verlichten.
Paulus schrijft over de gehoorzaamheid van Jezus: gehoorzaamheid tot de dood. Gehoorzaamheid en nederigheid horen bij elkaar. Nederigheid en bescheidenheid betekenen dat wij onszelf niet belangrijker en beter vinden dan anderen, dat wij ons zelf niet boven anderen stellen en dat wij luisteren naar wat zij ons te zeggen hebben en daar gehoor aan geven. Gehoorzaamheid is niet een vorm van braafheid. Het is vooral aandacht hebben voor een ander. Wat heeft de ander van mij nodig. Paulus houdt ons de nederigheid en gehoorzaamheid van Jezus voor als een na te volgen voorbeeld. Jezus leert ons bescheidenheid en er te zijn voor de ander.
Paulus schrijft hoe Jezus door God hoog verheven wordt en Hem de naam verleend die boven alle namen is. In het Evangelie zegt Jezus dat Gods Zoon niet is gekomen om te oordelen, maar om de wereld te redden. De navolging van Jezus Christus, zijn leerling zijn houdt de belofte in door Hem gered te worden en te mogen delen in zijn liefde hier en nu en in de eeuwigheid. Amen.